Joep van der Pluijm overleden - update

Geschiedenisman in hart en nieren is niet meer

Door Theo Huijskes

GROENLO - Afgelopen zondag is Grollenaar Joep van de Pluijm geheel plotseling op 81-jarige leeftijd overleden. Van der Pluijm, in Groenlo en ook daarbuiten bekend vanwege zijn grote belangstelling voor de geschiedenis in het algemeen en voor de geschiedenis van Groenlo in het bijzonder, verbleef voor een familiefeest in zijn geboorteplaats Waalwijk toen hij te maken kreeg met zuurstoftekort in de hersenen. Een snelle opname in het plaatselijke ziekenhuis mocht vervolgens niet meer baten.

Nota bene in het huis in Waalwijk, waar hij op 5 juni 1935 is geboren, maakte Joep van der Pluijm zijn laatste levensuren door. Het huis waaraan hij vele dierbare herinneringen bewaarde, ook al was het alleen al vanwege het gegeven dat daar volgens de legende Hugo de Groot na zijn vlucht uit Slot Loevesteijn de nacht zou hebben doorgebracht. Een deel van Van der Pluijm's jeugd speelde zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na zijn opleiding HBS B studeerde hij zes jaar biologie aan de Nijmeegse Universiteit. Na daar enkele jaren als wetenschappelijk medewerker gewerkt te hebben, verhuisde hij in 1965 naar Groenlo om daar aan de toenmalige HBS leraar biologie te worden. deze functie oefende hij slechts zeven jaar uit. Dit laatste had te maken met zijn benoeming tot landelijk hoofdcoördinator van de bijscholingscursus biologie voor docenten, in 1976 gevolgd door de benoeming tot directeur van de Twentse Academie voor Fysiotherapie te Enschede en na fusies in 1986 door de benoeming van lid van het College van Bestuur van de Hogeschool Enschede (thans Saxion).

Tachtigjarige Oorlog
Joep van der Pluijm is na zijn verhuizing uit Waalwijk altijd in Groenlo blijven wonen, het vestingstadje dat hij vanwege de historie altijd in zijn hart had gesloten. Reeds vanaf 1990 heeft Van der Pluijm zich enthousiast beziggehouden met de geschiedenis van Groenlo tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Ook is hij degene die aan de wieg stond van de Oudheidkundige Vereniging Groenlo. Zijn interesse om onderzoek te doen naar de geschiedenis van Groenlo, is in feite in 1977 begonnen bij de viering van Groenlo 700 jaar stadsrechten. Zijn inbreng voor de Grolse oudheidkunde was van dien aard dat hij zich vervolgens ook ging inzetten voor de plaatselijke VVV en het toenmalige Grolsch Museum, later omgedoopt in het Stadsmuseum van Groenlo, tevens het museum waar de Tachtigjarige Oorlog centraal staat.

Geschreven boeken
Joep van der Pluijm staat ook bekend als een schrijver van talrijke boeken. Zo publiceerde hij in 1999 'De vestingstad Grol. Geschiedenis van de vestingwerken van Groenlo', in 2006 gevolgd door 'De vestingstad Grol in de kaart gekeken. Topografisch historische atlas van Groenlo'. In 2008 vervaardigde hij samen met Godfried Nijs het boek 'Kijk op de linie. Op zoek naar de circumvallatielinie uit 1627 rondom Groenlo' en in 2009 verscheen zijn boek 'Groenlo in de Tachtigjarige Oorlog'. Ook na 2009 zijn er nog enkele boeken van zijn hand verschenen, zoals een boek dat handelt over de ondergronds nog aanwezige resten van de in de 16e eeuw onder Karel V gebouwde vestingmuur rond Grol, alsmede het boek 'Een vestingstad vertelt', dat hij begin dit jaar presenteerde tijdens de viering van het 40-jarig bestaan van de Oudheidkundige Vereniging Groenlo.

Liberale politiek
Ook heeft Joep van der Pluijm een achttal jaren als VVD-fractievoorzitter, en dat twee periodes van vier jaar, deel uitgemaakt van de gemeenteraad van Groenlo. In 1974 werd hij samen met Grollenaar Henk van Baak gekozen om liberale politiek in Groenlo te voeren. Het was tevens de eerste keer dat de VVD in de raad van Groenlo vertegenwoordigd was.

Niet alleen als geschiedenisman en als raadslid, maar ook op diverse andere terreinen heeft Joep van der Pluijm enorm veel betekend voor Groenlo en met name voor de Vestingstad Grolle. Dit laatste kwam met name voort uit zijn liefde voor de binnenstad van Groenlo.
"De binnenstad van Groenlo heeft iets aantrekkelijks dat moeilijk benoembaar is. En dat niet alleen voor de inwoners, maar ook voor de bezoekers. Ze komen vaak nog eens terug vanwege de sfeer. Het stratenplan van de binnenstad is nog nagenoeg identiek aan dat in de 16e eeuw. Hopelijk mag dat nog lang zo blijven", vertrouwde hij ooit deze krant toe.