Afbeelding

Kijkjes van de Grolse Stadstoren

Algemeen

De Torenwachter haspelt met rijmen en dichten

Het is me wat, beste Grollenaren, met die Sinterklaasgedichten en rijmelarijen die het komend weekend weer centraal staan. Sinterklaas is een leuk feest, wat ze er ook van zeggen, maar ik ben doodop als het achter de rug is. Bij ons in de familie heerst de gedachte dat het hartstikke leuk is om gedichten te maken; vrolijke gedichten, venijnige gedichten, spottende gedichten, lieve en grappige gedichten, maar al de talenten die je daarvoor nodig hebt schijn ik als enige te ontberen. Ik word dan ook een beetje heel veel gezien als het probleemgeval, overigens niet alleen bij Sinterklaasgedichten, maar daar wil ik het nu niet over hebben.

Er is een soort viertrapsraket van stijgende ellende. Eerst moet je bij ons in de familie een lijst samenstellen van spullen die je graag wilt hebben; een verlanglijstje wat iets anders is dan een lang lijstje. Maar ik krijg d'r verdorie helemaal niks op. Ik weet nooit wat. Ik vraag me altijd ontredderd af wat ik eigenlijk nodig heb. Ja, talent, maar dat kunnen ze me niet aanbieden, zelfs de goedheiligman niet. Dan loop ik door ons mooie stadje, zie om naar onze etalages in de Grolse mainstreet en dan raak ik nog meer in de war dan ik al was. Ik ga me dan afvragen wat ik er vorig jaar op had staan. Dan herinner ik me vaag iets en ga dat op die lijst zetten. Het antwoord duurt nooit lang: niet het lijstje van vorig jaar, van dit jaar! De toon is gezet. Ramp 1.

Dan moet ik dus inkopen doen voor andere familieleden: ramp 2. Ik koop dan vaak iets wat net iets duurder is; dan spreekt daar in elk geval een zekere gulhartigheid uit wat zich weer vertaalt in een vervelende brief van de bank. 'Geachte heer, tot onze verbazing constateren wij een terugval in uw overigens toch al minimale saldo'. Daar zitten dus in ieder geval geen Sinterklazen of juist wel. Meestal vind ik niets en dat probeer ik dan met een gedicht - ramp 3 - te camoufleren. "De sint had al weken lopen denken wat hij dit jaar toch weer zou schenken". Of je daarmee scoort in het gezelschap van getalenteerde dichters en smaakmakers? Ik vrees van niet. Wat een gehannes is dat van: " de sint keek bij elke hoek, maar het cadeau bleef steeds maar zoek" en "dit jaar heeft de sint niets gevonden, maar wel een mooi gedicht, dat maakt je opgewonden". Prut, niet om aan te horen.

En dan komt de pakjesavond: ramp 4. Want daar komen me toch bij mij in de familie een serie sinterklaascadeaus voor de dag of voor de nacht, te gek. En het duurt ook verrekte lang en al die tijd zit ik daar als een soort kneus tussen de wonderboys en girls. Ze kunnen bij mij in de familie mooie gedichten maken. Absoluut. Maar moet je je daar dan zo op voor laten staan, zo ga ik me dan altijd afvragen. Prima gedichten en dito cadeaus. Ik zeg het ronduit. Maar juist daardoor raak ik steeds meer achterop. In de loop van de avond vallen er grappen als: leuke gedichten en cadeaus, maar alles is nog niet uitgepakt en dan kijken ze in mijn richting. Ik krijg de zwartepiet toegespeeld.

Is eindelijk alles uitgepakt dan komt mijn grote verlossing. Het lied 'dag Sinterklaasje, daa-aag, daa-aag' wordt ingezet en al zeg ik het zelf: ik neem daarbij het voortouw. Die kans laat ik me niet ontnemen.

Mooie Sinterklaas gewenst.


Torenwachter

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant