Annegreet van Bergen:
Annegreet van Bergen: "Echtgenoot P. en ik feliciteren elkaar nog steeds frequent met de stap die we toen genomen hebben." Foto: Eric Klop

Stadsmens komt tot rust in Achterhoekse 'achtertuin'

Algemeen Achterhoek 350 jaar

De naam Achter-hoek bestaat 350 jaar. Het was 1668 toen de Eibergse dominee en dichter Willem Sluiter in een van zijn beroemde gedichten de zin "Waer iemand duisent vreugden soek / Mijn vreugt is in dees' achter-hoek." opschreef. Dat jaartal memomeert het ontstaan van de naam Achterhoek, die daarmee dus 350 jaar oud is. Dit heuglijke feit wordt in september groots gevierd met allerlei culturele activiteiten en evenementen. Vooruitlopend daarop besteedt Achterhoek Nieuws, de uitgever van deze krant, iedere week aandacht aan het jubileumjaar door 'echte' Achterhoekers te portretteren die hun 'vreugt' eveneens in de Achterhoek hebben gevonden en van betekenis zijn of waren voor de streek.

Door Eric Klop

Van Bergen werd 64 jaar geleden geboren in Enschede. Na het voortgezet onderwijs verhuisde ze naar Amsterdam om daar Geschiedenis te studeren. Later was ze bij de Volkskrant en Elsevier in dienst als economiejournalist. Op haar 45ste werd ze freelancer, woonde enige jaren in Voorburg, totdat ze met echtgenoot P. besloot de drukte van de Randstad te verruilen voor de Achterhoekse rust. "We konden gaan wonen waar we wílden wonen", zegt de import-Zutphense. "Aan de goede kant van IJssel. Mijn man en ik feliciteren elkaar nog steeds frequent met de stap die we destijds genomen hebben."
Ten oosten van de IJssel is een ruim begrip. Salland of dieper de Achterhoek in zouden eveneens opties kunnen zijn, net als haar geboortestreek. "Maar daar wordt het ook alsmaar drukker. Bovendien moet het niet té ver van de hoofdstad afliggen. Na al die jaren dat ik er woonde ben ik toch best nog wel op Amsterdam georiënteerd. Op allerlei interessante gebieden gebeurt het juist dáár. Maar dit alles is vanuit Zutphen, met z'n voortreffelijke spoorvoorzieningen, makkelijk te bereiken. Ik ben in wezen een stadsmens. Wat dat betreft kom ik hier toch ook aan mijn trekken. Niet zozeer het grootsteedse, maar wel een mooie bibliotheek en boekhandels om de hoek, boodschappen kunnen doen op de fiets en het historische centrum. Weet je, als journalist had ik ooit de droom om een roman te schrijven. Over een vrouw die verdacht veel op mij in mijn Amsterdamse jaren lijkt. We reisden vanuit de Randstad regelmatig naar mijn moeder in Enschede en kwamen dan vaak langs Zutphen. 'Hier zou mijn personage heel goed kunnen wonen', stelde ik vast. Die roman is nooit verschenen. Toen heb ik haar plaats maar ingenomen."
De rust vindt ze vooral in haar 'achtertuin'. "Een mix van bossen, velden en landbouwgebieden. En de landgoederen niet te vergeten. Die zijn typisch voor deze streek. Rijke grondeigenaren moesten zorgen dat hun landerijen rendabel waren. Daarnaast wilden ze tonen hoe rijk ze waren. Daarvan kunnen we anno 2018 nog altijd genieten." Wat Van Bergen evenzeer aanstaat is de mentaliteit. "Kinderen groeten je hier alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Daar hoef je in Randstad niet mee aan te komen."
Het stadse Zutphen aan de rand van de landelijke Achterhoek bood haar voldoende ontspanning voor het schrijven van 'Gouden Jaren'. Het boek waarin zij op basis van gedegen onderzoek uiteenzet hoe in Nederland het dagelijks leven in een halve eeuw onvoorstelbaar veranderde, stond zo'n honderd weken in de Top-60 van best verkochte boeken. Komend najaar verschijnt onder de titel 'Het Goede Leven' een vervolg. Hierin beschrijft Van Bergen de enorme welvaartsgroei die ons land na de Tweede Wereldoorlog kende. "De circa 150 lezingen die ik vanwege het succes van 'Gouden Jaren' gaf, maakten bij het publiek veel tongen los. Al die verhalen bieden een mooie aanvulling."
Of de naoorlogse ontwikkeling van Nederland aan weerszijden van de IJssel gelijk opgingen? "Tegenwoordig wel", meent de schrijfster. "Trends op het gebied van bijvoorbeeld mode en muziek schieten overal op hetzelfde moment wortel. Dat komt onder meer door de media en internet. Maar vroeger gingen buiten de Randstad de ontwikkelingen trager. Zo was ik in 1970 de eerste van de klas die een T-shirt droeg. In het westen des land was dat al twee, drie jaar heel normaal. En de Achterhoek kende nog in de jaren '50 dusdanig onrendabele gebieden, dat het er langer duurde voordat in de hele regio elektriciteit was en stromend water uit de kraan kwam. Niettemin, datzelfde zie je nu ook weer met de achterblijvende aanleg van glasvezel."
Haar jaren in het hectische Amsterdam had Annegreet van Bergen voor geen goud willen missen. Ze noemt de restaurantjes waar je bij wijze van spreken om de hoek terecht kunt voor exotische gerechten. "Maar op een bepaald moment in je leven zijn de horeca en ook het culturele uitgaansleven minder belangrijk dan een heerlijke fietstocht en de rust."

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant