Expositie stormrampen in Stadsboerderij Grolle

Verwoestingen 1925, 1927 en 1966 in beeld

Door Theo Huijskes

GROENLO - De Stadsboerderij Grolle in het centrum van Groenlo manifesteert zich langzamerhand als een bezienswaardigheid, die over belangstelling niet te klagen heeft. Het is met name de mond-op-mondreclame, die ertoe bijdraagt dat de bezoekersaantallen nog steeds toenemen. Dit tot groot genoegen van beheerder Henny Garstenveld, die zijn trotse gevoelens over het succes niet onder stoelen of banken steekt en daarbij met name aandacht vraagt voor het team vrijwilligers.

"Het loopt echt fantastisch," zegt Garstenveld. "Onze kracht, noem het ons belangrijkste visitekaartje, is dat wij pieken met snel wisselende exposities, zodat iedereen van jong tot oud aan zijn trekken kan komen. Dit heeft tevens tot gevolg dat zich onder de talrijke bezoekers veel belangstellenden van buiten Groenlo bevinden. Daarnaast is Groenlo als toeristisch oord steeds meer in trek met het gevolg dat ook vele belangstellenden uit die doelgroep onze boerderij opzoeken."
Beheerder Henny Gartsenveld is daarnaast trots op zijn team, waarmee hij samen de uit 1623 daterende stadsboerderij runt. "De groep die ik tot mijn beschikking heb, bestaat uit Ans Theissen, Willem Wekking, Hennie te Focht, John Jansen, Helmuth Peters, Margriet Peters, Marianne Abbink en Willie Abbink. Zij zijn er niet alleen om toezicht te houden, zij verzorgen tevens rondleidingen, verstrekken daarbij de nodige informatie en zorgen ervoor dat de bezoekers het hier helemaal naar hun zin hebben."

Uniek materiaal stormrampen
De voor de maanden april en mei op stapel staande nieuwe expositie betreft een tentoonstelling van uniek materiaal van de stormrampen, waarmee de Achterhoek en dus ook Groenlo in de vorige eeuw te maken had. Het gaat hier om de rampen in 1925, 1927 en 1966. Daarbij dus tevens aandacht voor de windhoos die in 1966 over de Achterhoek raasde. De expositie laat uniek materiaal zien, dat de dramatische gebeurtenissen van destijds nog beter in beeld brengt. Zoals beelden van de fatale avond op 10 augustus 1925, toen een cycloon over Borculo en omstreken raasde. In slechts luttele minuten tijd werd het plaatsje aan de Berkel praktisch helemaal van de landkaart gevaagd. De cycloon ging gepaard met onweer en een ontzettende regenval. In 1925 telde Borculo ruim vijfduizend inwoners. Bijna de helft hiervan raakte door de cycloon dakloos. De ellende van de Borculose bevolking tijdens en na de ramp was onbeschrijfelijk. Drie mensen vonden de dood en er werden meer dan honderd gewonden geteld.Nog geen twee jaar na de rampzalige cycloon in Borculo, werden de Achterhoek en Twente getroffen door een enorme wervelstorm. Het natuurgeweld liet een spoor van vernielingen na in Groenlo, Eefsele, Lievelde, Beltrum, Eibergen, Neede, Hengelo, Almelo, Borne en Goor. Tot ver in Duitsland vernietigde de cycloon alles wat op zijn weg kwam. Ooggetuigen omschreven de cycloon destijds als een zwarte wolkenmassa, die allerlei puin en dakpannen meevoerde. Het stormde, regende, hagelde, de wind beukte tegen de huizen, bomen en gewassen. Niets was bestand tegen deze cycloon. De schade was groot en nauwelijks te bevatten. De trieste balans na de cycloon: vele doden en honderden gewonden. Binnen een tijdsbestek van veertig jaar raasde er op 13 augustus 1966 voor de derde maal een grote cycloon over de Achterhoek. Over een breedte van ongeveer twintig kilometer woedde een windstoot met een enorme snelheid over de buurtschappen Eefsele en Voor-Beltrum, over Groenlo, Lichtenvoorde richting Holterhoek, Rekken en Eibergen. In vrijwel geheel Gelderland-Oost werd schade aangericht, maar de grootste ravage ontstond in Groenlo en Eibergen. Het waren enkele rampzalige seconden, maar gelukkig wel enkele seconden waarmee geen persoonlijke ongelukken gepaard gingen.De expositie behelst veel foto's, filmmateriaal en originele kranten, alsmede tijdschriften die destijds berichtten over deze drie natuurrampen. Ook zijn er speciale informatiemappen samengesteld, die ter inzage in de expositieruimte liggen.