Afbeelding

Frank Zand | Kermisgeld

Algemeen Columns

Terug én vooruit naar de kermis, zoals dat bij de lezers van de Elna en de Groenlose Gids heette en heet. Nooit het volksfeest, dat is voor onze andere kranten. We hebben wel volksspelen, maar geen volksfeest.
Terug naar toen ik nog kermisgeld kreeg in plaats van gaf.

Kermissen horen vooral bij het najaar, de voorjaarskermissen zijn op veel plekken verdwenen, de zomerkermissen draaien nog wel, maar die gaan alweer richting najaar.

Kermis is voor velen natuurlijk vaak een feest in een tent, een Twente-achtig zomerfeest, al dan niet in de nazomer of het najaar.
De Lichtenvoordse kermis is meteorologisch al in de herfst, maar astronomisch nog in de zomer. Maar in Lichtenvoorde hebben ze trouwens geen kermistent.
Kermis hoort ook in de kroegen en niet in een tent, volgens sommigen/velen (ik ben nog aan het berekenen waar de grens ligt tussen sommigen en velen).
Maar - tent of kroegen of beiden - de echte kermis, zeker toen ik klein was, dat waren toch de attracties.

De kermismensen waren van een ander slag dan wij. Het waren rondtrekkers, geen plekblijvers. Geen lezers van lokale kranten.
Ik vond het mooi om precies tussen twee attracties in te staan, zodat je twee nummers door elkaar hoorde.

Naast de attracties waar je in kon, waren er natuurlijk ook de attracties waar je achter of voor stond. Zoals de vitrines met grijpers die zo waren afgesteld dat er bijna nooit iets in bleef hangen. 19 van de 20 keer greep je mis, een goeie voorbereiding op de toekomst.

En er waren natuurlijk ook mobiele eet- en drinkkramen, maar dat noemde ik toen nog niet zo (en fuck foodtrucks).
Op de kermis zag en hoorde ik voor het eerst van Berliner bollen. Ik ben later naar Berlijn geweest, daar heten ze helemaal niet zo.

Er waren op de kermis zuur- en kaneelstokken van in mijn herinnering een halve meter lang. En suikerspinnen, meestal roze en soms geel, die uit het niets ontstonden als iemand met een stokje in de rondte ging, en waar uiteindelijk bijna niks van overbleef.
Het was grotendeels lucht, net zoals een heleboel andere dingen, maar daar kom je ook pas later achter.

De kermis hoorde ook bij het begin van een nieuw schooljaar.
Ik zat er ooit met een bakkersdochter uit mijn klas in de rups. Dat was makkelijk. In tegenstelling tot in de botsauto's of de Swing Mill hoefde je in de rups niks zelf te doen. En als je niks hoeft te doen, kun je ook niks fout doen.

We waren verliefd, maar we raakten elkaar niet aan. Dat was nog niet eens nodig. Zo niet-ingewikkeld werd het bijna nooit meer.

Kermisgeld was leergeld.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant