Groenlose Hengelsportvereniging (GHV) 80 jaar jong

In gesprek met drie (oud-)voorzitters

Door Theo Huijskes

GROENLO - "De hengelsport is hier in Groenlo nog altijd een echte volkssport." Gezeten op de Wilhelminabank met een prachtig zicht op de Grolse stadsgracht laten drie geboren en getogen Grollenaren, te weten Herman Oosterholt (73), Toon Heinsman (75) en Erik Mentink (56), hun licht schijnen over één van de oudste sportverenigingen in Groenlo.

De plaatselijke hengelsportvereniging werd op 10 juni 1938 opgericht door wijlen Grollenaren Hendrik Kruidenier, Herman Oosterholt sr., August te Molder en Eduard Groothuis. Net als de mannen van het eerste uur zijn ook de huidige gesprekspartners enthousiaste vissers, die een behoorlijke staat van dienst hebben opgebouwd voor de 80-jarige Grolse hengelsportvereniging. Zo heeft Herman Oosterholt een bestuursperiode van 45 jaar, waarvan 27 jaar als voorzitter, Toon Heinsman een bestuursperiode van 23 jaar, waarvan 11 jaar als voorzitter, en Erik Mentink als huidige voorzitter een bestuursperiode van 21 jaar achter zijn naam staan.

GHV tussen 1938 en 2018
Oosterholt: "Destijds was het alleen de voetbal- en hengelsport. Tegenwoordig heeft de jeugd de keuze uit een scala aan sporten. Wat de hengelsport aangaat, heb ik het nog meegemaakt dat er sprake was van een hengelconcours, waarbij men met een muziekkorps voorop met circa 400 man in optocht richting de stadsgracht trok. Echter, daar staat wel tegenover dat de GHV heden ten dage nog steeds vooruitstrevend is en daarom op tal van onderdelen voorop loopt."

Heinsman: "De grootste verandering is het ledenaantal. De GHV heeft er zelfs meer dan 1.300 geteld, terwijl er dat nu circa 450 zijn. Weliswaar een alom gebruikelijk verloop. Maar ik heb wel moeite met het feit dat aanhangers van de hengelsport onder veel duurdere omstandigheden, en dat niet onder de GHV-vlag, naar elders trekken om deze sport te beoefenen. Maar anderzijds is het een heuglijke zaak dat bijvoorbeeld aan de jeugdcompetitie gemiddeld 35 kinderen meedoen."

Mentink: "Je ziet het bij de opening van het hengelsportseizoen. Het was vroeger vechten om het mooiste plekje aan de gracht. Men zat toen al om 4.00 uur 's morgens aan de gracht. Een ander verschil is dat je vroeger voor slechts enkele guldens een hengel met bijbehoren kon kopen. Tegenwoordig heb je het over een uitrusting van twee- tot drieduizend euro. Maar gelukkig heeft de jeugd nog altijd interesse in deze sport. Zo tellen wij dit jaar maar liefst 100 kinderen die een gratis visakte hebben gedownload."

Kwaliteit van de stadsgracht
Heinsman: "Wat het viswater betreft, kunnen wij nog altijd blij en trots zijn op onze gracht. Die positieve constatering wordt alleen geweld aangedaan door alle heisa van dit moment met betrekking tot de blauwalg. Omdat ze nu denken het aan te kunnen tonen, wordt deze gehele materie enorm opgeblazen. Blauwalg is reeds van alle tijden. Blauwalg is niet ongezond en je gaat er zeker niet dood aan. Vergelijk het maar met de asbestbestrijding. Typische voorbeelden waarbij men in dit land helemaal doorslaat."

Mentink: "Neem alleen maar de uitzonderlijke zomer van dit jaar. Praktisch geen regen gevallen met het gevolg dat de blauwalg uitblijft. Het waterpeil van de gracht is 20 tot 25 centimeter lager dan normaal. Nu was er pas ten tijde van de Grolse kermis, nadat het geregend had, sprake van blauwalg. Een duidelijk basisgegeven voor al die onderzoekers."

Oosterholt: "Het lijkt er nu op dat blauwalg iets is van de laatste jaren. Wij als GHV kennen dit pure natuurverschijnsel reeds tientallen jaren. Als gevolg van het feit dat men ten aanzien van de blauwalg op hol is geslagen, moeten de schijnbaar noodzakelijke maatregelen een bijzondere invulling krijgen."

Verbeteringen stadsgracht
Mentink: "Onderhouds- en schoonmaakbeurten van de gracht zouden veel frequenter moeten gebeuren. Neem als voorbeeld het blad harken. Gebeurt slechts éénmaal per jaar, terwijl dit drie tot vier keer per jaar moet gebeuren. Maar het is niet alleen het overtollige blad, ook vele andere niet-verteerbare zaken verdwijnen in de gracht. De overheid mag blij zijn dat wij als vereniging schoonmaakacties organiseren. Zo hebben wij dit voorjaar maar liefst 60 fietsen uit de gracht gehengeld."

Oosterholt: "Ondanks dat er door ons reeds vele malen gewag van is gemaakt, staan tientallen bomen veel te dicht aan de gracht. Dit zorgt voor gigantisch grote nadelen, noem het maar ingrijpende schade aan de gracht zelf. Vergelijk het met een prachtige voetbalaccommodatie, waarbij het ontbeert aan een bespeelbaar veld."

Heinsman: "Verwaarloosde situatie van beschoeiing en aangrenzende groenvoorzieningen? Ik kan er een boek over schrijven. Neem hiervoor de voor ons liggende steiger voor gehandicapte vissers als voorbeeld. Met daarop het verbodsbordje met de tekst dat er niet meer gevist mag worden omdat het gevaar op instorten te groot is. Toch niet te filmen. Ik stoor mij echt mateloos aan het slechte onderhoud van de beschoeiing en de aangrenzende groen- en andere voorzieningen."

Fonteinen en bruggen
Ten slotte hebben de drie (ex-)bestuursleden van de GHV nog een tweetal, gezamenlijke wensen. Allereerst vinden zij dat de fonteinen weer terug moeten keren in de gracht. In koor verbazen Oosterholt, Heinsman en Mentink zich er in hoge mate over dat deze niet zouden passen in het vestingstadbeleid en daarom verwijderd zijn. "Degenen die daarin beslissingsbevoegdheid hebben, moeten eerst eens een kijkje gaan nemen in alle overige vestingsteden in dit land, waar dergelijke fonteinen een lust voor het oog zijn. Bovendien zorgen de fonteinen er tevens voor dat de kwaliteit van het grachtwater een positieve injectie krijgt." Daarnaast wil men graag dat de bruggen, mede in het kader van het Programma Stad Groenlo, een hogere prioriteit krijgen. "Wij beseffen terdege dat het financieel gezien niet allemaal tegelijkertijd mogelijk is, maar na de brug in de Winterswijkseweg is de brug in de Ruurloseweg toch echt aan vervanging toe."