Chiara Monasso steelt de show tijdens carnavalsmis
Algemeen'Bi'j God en in Grolle is alles meugelijk!'
Door Theo Huijskes
GROENLO - In een eerste reactie noemt pastoor Herman de Jong van de St. Paulusparochie het meer dan nuttige stof tot overdenking. De voorganger tijdens de carnavalsmis op de zaterdagavond doelt daarmee op de inhoud van de carnavalspreek, die Chiara Monasso zojuist vanaf de oude preekstoel midden in de Calixtusbasiliek heeft gehouden. Een preek met de titel 'Woorden voor onderweg naar Aswoensdag ……...' met de bij de aanwezigen direct al de nodige lachsalvo's veroorzakende intro: 'Ik heb 't lech 'e zeene, allemachtig, wat prachtig!', waarmee de toon is gezet voor een nieuw onderdeel van de carnavalsmis van CV De Knunnekes.
Het is inmiddels een niet meer weg te denken traditie, de carnavalsviering van woord en gebed aan de vooravond van de carnavalsdriedaagse, waaraan naast carnavalsvereniging De Knunnekes ook carnavalsvereniging De Maispotters uit Voor-Beltrum deelneemt.
Een viering die zoals de laatste jaren te doen gebruikelijk vocaal wordt opgeluisterd door het kleurrijke gemengde koor Vocales en van een muzikale injectie wordt voorzien door Hofkapel De Knolle. De gezamenlijke beleving van het totaal wordt daarbij met name bewerkstelligd omdat de diverse prinsenparen en anderen die bij de vereniging betrokken zijn, een aandeel hebben in de viering. Wordt de opening ingevuld met de laatste tijd veel in het nieuws zijnde, oude carnavalskraker 'Woar zal mien prinsken sloapen', waarvoor Vocales tekent, de afsluiting bestaat uit de Grolse carnavalsschlager van dit jaar 'Het licht en Voorde Stad', die met ondersteuning van De Knolle ten gehore wordt gebracht door Nico Ressing en Jan Klein Gunnewiek.
Naast diverse serieuze zaken, zoals de met het houden van een collecte door De Maispotters gevraagde aandacht voor het onderzoek naar de ziekte Huntington, gaat deze keer zoals is te verwachten de meeste aandacht uit naar de carnavaleske redevoering van Chiara Monasso. De dame onder de buutreedners, die het aandurft om vanaf de kansel te roepen dat Grollenaren bijzonder bescheiden mensen zijn, die nooit hoog van de toren blazen. "Grolle Vestingstad is het ni'je Vaticaanstad, dat zulle wi'j nooit zegg'n, dat denke wi'j allene moar." De artistiek articulerende, sympathieke 'deerne oet Grolle' krijgt vervolgens ook de lachers op haar hand wanneer ze laat weten dat men in Voor-Beltrum geen kerk heeft, Beltrum slechts een kleine kerk en Groenlo een basiliek met Hennie Schovers als koster.
"Hennie, die zowal in de karke als boeten de karke alles kan. Kan as postbode andersumme op de fietse zitt'n om oe goeiendag te zegg'n, maor vertelt neet dat he'j van de fietse klatjet omdat he'j basilieke vol is." Om aan het eind geheel toepasselijk af te sluiten met de woorden "Carnaval, i'j kunt d'r vast heel good tegen wanneer i'j God's zegen hebt 'e kregen."
