Afbeelding

Ereknunnik Jan Riesewijk even terug in Groenlo

Algemeen

Twentse conferencier roemt het Grolse carnaval

Door Theo Huijskes

GROENLO - Tijdens de carnavalscampagne 2017-2018 werd hij in het kader van het 55-jarig bestaan van De Knunnekes benoemd tot Ereknunnik van de Groenlose carnavalsclub. Hij bevindt zich daarmee in een select gezelschap van een aantal bekende Nederlanders, waaronder kardinaal Bernardus Alfrink, Joke Wanschers (Dika van de Wierdense Revue) en cabaretier Herman Finkers, die deze bijzondere eretitel te beurt vielen in respectievelijk 1975, 1996 en 2007. Wij hebben het hier over de in Groenlo inmiddels mateloos populaire Twentenaar Jan Riesewijk (43), die naast het zijn van conferencier in de carnavalsperiode hoogtijdagen beleeft als buutreedner.

Afgelopen donderdag was deze humorvolle artiest te gast tijdens de traditionele, ook deze keer weer bijzonder geslaagde Veldavond van de Prinsen- en Eregarde van CV De Knunnekes. Daarbij zorgde de altijd goedlachse en bijzonder sympathieke Lossenaar, terzijde gestaan door zijn hondstrouwe assistent Chris, voor een wervelende, professionele buutshow om vervolgens later op de avond als accordeonist ook nog eens het bewijs te leveren dat hij naast een weergaloze conferencier ook een goed muzikant is.

Beste buutreedner van Twente
Jan Riesewijk kreeg in vooral het Twentse land bekendheid door zijn rol als 'Mans' in de regiosoap 'Van Jonge Leu en Oale Groond'. Vervolgens nam zijn naamsbekendheid grote vormen aan als gevolg van behaalde successen met zijn Oudejaarsconferences ten behoeve van TV Oost, gevolgd door zijn theateroptredens en dat samen met onder anderen Thijs Kemperink, Bert Eeftink (Helligen Hendrik) en André Manuel. De laatste jaren maakt Riesewijk veel furore met zijn vertolking van Johannes Plechelmus Kardinaal Schuttelkaamp. Dit leverde hem in 2015 onder andere de titel 'Winnaar van het Twents Buutfestival' en daaraan gekoppeld 'Beste buutreedner van Twente' op. Dit laatste had onder andere een hoofdoptreden tot gevolg tijdens het Oldenzaalse Kadolstergala van de voor het Losserse carnaval concurrerende carnavalsvereniging De Kadolstermennekes uit de Boeskoolstad.

Bourgondiër en derhalve bovenal gezelligheidsdier Jan Riesewijk zette donderdagavond na zijn gastoptreden in Groenlo niet direct koers richting Losser, maar wilde maar al te graag, en dat onder het genot van een biertje, napraten over carnaval in het algemeen en de beleving daarvan in het vestingstadje Grolle. Een gesprek aan de hand van een 'elftal' vragen is hiervan het gevolg. Met de antwoorden van deze Twentse humorist, die niet alleen interessant zijn voor degenen die hem al gezien en gehoord hebben, maar ook dienen als een eerste kennismaking voor de lezers van deze krant die Jan Riesewijk nog niet kennen.

Wie is Jan Riesewijk? "In het dagelijks leven ziekenverzorgende in een verpleegtehuis op een PG-afdeling. Mijn grootste hobby's zijn carnaval -ik was in 2006 prins in Losser-, buutreednen, folkloregroep de Losser Böggelrieders en Daansers, alsmede kerststallen bouwen en exposeren. Verder in de carnavalsperiode actief zijn voor de overkoepelende organisatie De Gaffel Aöskes in Losser."

Ik kom uit Losser en weet van niets? "Een in geheel Nederland bekend spreekwoord. Afkomstig uit het smokkelverleden in de grensstreek. In dat verband werd destijds voor de rechtbank altijd alles ontkend, dit met de reactie van daar heb je weer iemand uit Losser, die weet toch weer van niets."

Wat betekent carnaval voor Jan Riesewijk? "In ieder geval geen festiviteit die alleen bestaat uit 'dom zoepen'. Een feest voor jong en oud, dat bol staat van creativiteit, gezelligheid en bovenal veel humor, waarbij ik het enorm belangrijk vind dat daarbij zieken, gehandicapten en bejaarden niet vergeten worden."

Gekozen tot beste buutreedner van Twente? "Die uitverkiezing overkwam mij vier jaar geleden. Heb daar een prachtige trofee -bronzen buutreedner in de ton- aan over gehouden."

Is Jan Riesewijk niet meer acteur dan buutreedner? "Absoluut niet als zelfverheerlijking bedoeld, maar ik doe eigenlijk alles wat voorbij komt. Van acteren tot theaterproducties en van presenteren tot buutreednen. Maar mijn hart ligt bij het buutreednen. Dat is mijn grote passie en dat met name in de carnavalssetting. Hierbij teken ik wel aan dat je nooit in de ton moet gaan staan wanneer je niets om carnaval geeft."

Waarom een zwak voor Groenlo in het algemeen en voor carnavalsvereniging De Knunnekes in het bijzonder? "Allereerst heerst er in Groenlo een echte, bijzondere, aanstekelijke carnavalssfeer. Ik heb er onvergetelijke optredens mogen verzorgen in onder andere De Lange Gang, De Bron, bij de voetbalclub Grol en dergelijke. Een en ander niet alleen met solo-optredens, maar ook met mijn eigen theatershow, waar ook Joost & Martijn deel van uitmaakten. Ik bewaar aan dit alles dierbare herinneringen, hetgeen mede komt omdat Groenlo als vestingstadje een interessante geschiedenis kent en niet te vergeten overwegend katholiek is en daarom alleen al trots mag zijn op de Basiliek."

Hoe omschrijft Jan Riesewijk De Knunnekes? Een prachtige club met een voorbeeldig protocol en een uitstraling waar menige andere carnavalsclub een voorbeeld aan kan nemen. Met name het protocol is erg belangrijk en is derhalve één van de belangrijkste voorwaarden. Indien dat niet aanwezig is verliest het spel zeer snel zijn waarde."

Wat betekent het om Ereknunnik te zijn van de Grolse carnavalsclub? "Te beantwoorden met slechts enkele woorden: Heel bijzonder en een onbeschrijflijk grote eer!"

En dat in gezelschap van onder anderen cabaretier Herman Finkers? "Herman Finkers ken ik persoonlijk goed. Wij hebben met enige regelmaat contact met elkaar. Ik moet zeggen dat ik het nog eervoller vind dat ik nu bij kardinaal Alfrink in het rijtje sta. Ik heb veel belangstelling voor geschiedenis en religie en van daaruit ook veel bewondering voor kardinaal Alfrink."

Waarin verschillen Twentenaren en Achterhoekers van elkaar? "Ik ben van mening dat er niet veel verschillen zijn. Ligt ook aan waar je woont in Twente en de Achterhoek. Ik heb bijvoorbeeld meer overeenkomsten met katholieke Achterhoekers, zoals mensen uit Groenlo, Beltrum en Lievelde, dan men gereformeerde Twentenaren uit bijvoorbeeld Rijssen. Daarmee wil ik zeggen dat de regio waarin je woont niet zoveel zegt, maar meer de achtergrond van de mens. Daarom heeft Koningin Máxima gelijk wanneer zij zegt dat er geen echte Nederlander bestaat. Wij verschillen enorm veel van elkaar, dat kan per dorp al verschillen. En waar hebben wij het eigenlijk over, als Nederland zijn wij maar een speldenknopje op die grote aardkloot. Dus laten wij ons niets verbeelden, vanzelfsprekend met uitzondering van de carnavalstijd."

Wat wil Jan Riesewijk nog zeggen tegen alle Grollenaren? "Als fan van het gezellige stadje Grolle, hoop ik dat iedereen in Groenlo kan terugkijken op een fantastische carnaval. Geniet van de rest van het jaar en hopelijk tot ziens. Uw Ereknunnik Jan."

Jan Riesewijk, terzijde gestaan door Chris, tijdens zijn optreden op de Veldavond van CV De Knunnekes. Foto: Theo Huijskes

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant