Een deel van de aanwezigen kijkt geboeid en vele 'oh ja'-momenten naar oude beelden van rond de villa, jaren 30 vorige eeuw. Foto: Henri Walterbos
Een deel van de aanwezigen kijkt geboeid en vele 'oh ja'-momenten naar oude beelden van rond de villa, jaren 30 vorige eeuw. Foto: Henri Walterbos

Mooie verhalen tijdens reünie brouwersfamilie

Algemeen

Familie De Groen terug 'op 't nös' in Villa Adriana

Door Henri Walterbos

GROENLO - Oude tijden herleven in en rondom Villa Adriana, het huidige proeflokaal van Brouwersnös. In de in bloei staande tuin tussen de brouwerij en de villa spelen kinderen De Groen met elkaar. Niet veel anders dan een eeuw geleden toen de eerste familie De Groen er woonde. Jan de Groen heeft oude beelden hiervan teruggevonden in een oud kistje, deze bij de NPO heeft laten herstellen en maakt deze middag de rest van de familie hier deelgenoot van. De 170 aanwezige De Groens die deze zaterdag terugkeren naar hun bron van oorsprong zijn allen nazaten van Theo de Groen, diens echtgenote Adriana en hun kinderen Clazien, Theo, Cobus, Andries en Piet. Velen maken voor de eerste keer kennis met elkaar.

Villa Adriana
Het is Theo die in 1896 brouwerij de Klok in Groenlo koopt met geld uit de verkoop van landerijen van zijn vrouw. Clazien de Groen legt op 10 april 1909 de eerste steen voor Villa Adriana, nadat eerst gewoond werd aan de Mattelierstraat en Nieuwestraat, Huis van Basten Asbeck. De naam Villa Adriana is een eerbetoon aan haar moeder, Adriana Maria Luijben, die drie jaar daarvoor overleed.
Ook in het verhaal van een van de vele aanwezige heren de Groen, zoon van Piet de Groen, die de familiegeschiedenis uit de doeken doet, wordt vol bewondering over Adriana gesproken. "Dat moet een lieve vrouw geweest zijn. Ze cijferde zich volledig weg, liet haar man volledig vrij in de brouwerij. In vijftien jaar tijd beviel zij negen keer, waarvan twee kinderen dood werden geboren, en een kind overleed na enkele maanden; werd drie keer verhuisd in zeven jaar, en zorgde zij ervoor dat er ook nog een familieleven bestond. Een zware opgave als vrouw. Op haar bidprentje vielen mij twee zinnen op. 'Haar heldhaftige geduld tijdens haar langdurige ziekte', ze had namelijk tbc, en iets wat ze zelf had geschreven: 'ween niet al te zeer over mij.'

Concurrent Heineken worden
In het verhaal komen regelmatig de karaktereigenschappen terug van de De Groens: 'ze weten wat ze willen, maar hebben een klein hartje.' Theo de Groen wist ook wat hij wilde. "Als er iets was wat hem een drijvende kracht maakte, dan is dat in Utrecht gebeurd. In 1892 kwam hij daar. Hij wilde in de brouwerij in Zevenaar per se ondergistend bier maken. Dat was volgens hem het bier van de toekomst, dat kon je langer bewaren dan gerstenat. Hij heeft er vier jaar voor gevochten om geld te krijgen om de brouwerij geschikt te maken als concurrent van Heineken. Hij kreeg echter geen geld van het armenbestuur. Zelfs de bisschop van Utrecht is er nog bij betrokken geweest. Het is niet gelukt. In die tijd stierf zijn schoonvader, een boer met veel bezittingen. Mijn grootmoeder heeft toen een bedrag geërfd van 9000 gulden. In die tijd was dat enorm veel geld. Via een familielid kreeg hij te horen dat er in Groenlo een brouwerij te koop stond. De brouwerij was in 1876 gebouwd door de familie Harperink, die nogal overmoedig was. Zij hadden een kleine brouwerij in het centrum, maar wilden een grotere. De grootte was echter niet in verhouding tot de omzet. Dat leidde in 1888 tot een faillissement en werd de brouwerij geveild. Het werd gekocht door de notaris van Groenlo. Deze hield Harperink gewoon in het bedrijf. Hij moest dan het werk doen en de notaris de financiën. Het ging bergafwaarts, toen de Groen aan kwam zetten die de brouwerij voor 9100 gulden kocht. Hij had geen geld, zijn vrouw wel, die geërfd had. De Grolse bevolking vond het bod onverstandig. Ze hadden de brouwerij geschikt gemaakt voor lagerbier. Ze hadden dan wel geen koelmiddelen maar wel een gracht waar in de winter ijs uit gehakt werd. Het pakte goed uit. Hij was ervan overtuigd dat dit het bier van de toekomst was. Heineken maakte het al lang. Heineken was helemaal geen brouwer. Dat was een zakenman. Hij wou geld verdienen, wist hoe hij er mee om moest gaan en wist hoe hij moest investeren. Zodoende heeft hij die hele markt overruled."
Dan een anekdote omtrent de benoeming 'Koninklijk' voor Grolsch. "U weet allemaal van de Koninklijke Grolsch. Dat word je als je als familiebedrijf honderd jaar bestaat. Dat predicaat Koninklijk hebben ze gekregen in 1995, en dat terwijl de Grolsch eigenlijk nog maar 98 jaar bestond. Dat wil zeggen, de toenmalige directie heeft twee jaar gespijbeld, de koningin bedonderd, zeg maar." Ook over de introductie van de beugelfles een opvallend verhaal. "Theo vond dat geknoei met bier uit vaatjes maar niets. Bovendien kon je met een half vat na een feest niets meer dan weggooien. In advertenties werd gezegd dat de beugel heel uniek was. De eerste die de beugel introduceerde was echter Schweppes in Zwitserland."
De familie is een en al oor. Een geschiedenisles, verhalen over vroeger, onder het genot van een biertje, uit eigen familie ook nog, kan dus best leuk zijn.

Gezamenlijk bier Grols en Brouwersnös voor Slag om Grolle
Een dag voor de reünie van de brouwersfamilie wordt het nieuws wereldkundig gemaakt dat Grolsch en Brouwersnös gezamenlijk een biertje aan het brouwen zijn voor de Slag om Grolle. Frans de Groen, samen met neef Andries de Groen twee van de drie eigenaren vormend van Brouwersnös is reuzeblij en ook vooral trots op deze toch wel heel bijzondere samenwerking.

Foto: PR
Foto: PR
Foto: PR
Foto: PR
Foto: Henri Walterbos
Foto: Henri Walterbos

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant