OOGenblik na de raad van 12 mei

Het was de tweede digitale raadsvergadering in coronatijd. De winkel moet blijven draaien, wel of geen virus. Ook deze keer bleek maar weer hoe zeer het echte contact, face to face, wordt gemist. Tijdens debatten lijkt het soms alsof partijen mijlenver uit elkaar staan, echter: de onderlinge verstandhouding is goed en daarin zijn we in Oost Gelre best bijzonder. Een praatje pot vooraf, een borrel achteraf en we geven elkaar een hand bij aanvang van de vergadering. Dat laatste is nu helemaal uit den boze, maar elkaar weer ontmoeten en weer op de klassieke manier vergaderen, dat moet nu echt weer kunnen.

Wellicht ten overvloede: de veiligheid van iedereen, ambtenaren, ondersteuning en raadsleden staat voorop en we houden ons aan de richtlijnen van het RIVM. Echter: binnen die kaders moet het toch mogelijk zijn om met enige improvisatie fysiek te vergaderen. Toegegeven: de vergaderdiscipline was prima, maar een echt debat voeren lukt niet. Met name voor oppositiepartijen is dit een groot nadeel. Insprekers kunnen niet inspreken en slechts een schriftelijk commentaar geven dat dan wordt voorgelezen.

Over inwoners en niet met inwoners spreken is een ondermijning van de democratie. Zoals een voetballer het gras moet kunnen ruiken, moet je als raadslid de sfeer tijdens een vergadering kunnen opsnuiven. Dat de verbinding tijdens de laatste raadsvergadering tot vier keer toe wegviel, hielp dan ook niet mee.

Namens de fractie van OOG
Jose Konings
Paul Wallerbos
Rene Hoijtink
Freek Jansen
Ronald Willering (fractievoorzitter)