Beheerder Jan Geerdinck, staand voor het AVOG’s CRASH MUSEUM in Lievelde.
Beheerder Jan Geerdinck, staand voor het AVOG’s CRASH MUSEUM in Lievelde. "Mijn vrouw Josephien was de drijvende kracht achter het museum. Wij missen haar enorm." Foto: Theo Huijskes

AVOG’s CRASH MUSEUM in Lievelde bestaat 40 jaar

Algemeen

Beheerder Jan Geerdinck viert 75 jaar na de bevrijding zijn 75ste verjaardag

Door Theo Huijskes

LIEVELDE - Het in Nederland unieke museum AVOG’s CRASH, gevestigd aan de Europaweg in Lievelde bestaat 40 jaar. Het is echter niet alleen het zilveren jubileum dat de nodige aandacht mag krijgen, maar ook het feit dat 50 jaar geleden Jan Geerdinck, destijds samen met Peter Monasso, een initiatief heeft genomen, dat geleid heeft tot de oprichting van Achterhoeks Vliegtuigwrak Opgravers Groep. Een gesprek met Jan Geerdinck is dan ook op zijn plaats. Een en ander ook nog eens omdat beheerder Geerdinck afgelopen zaterdag zijn 75ste verjaardag vierde, te weten 75 jaar na zijn geboorte in de bevrijdingsmaand mei van 1945.

Collectie van 100 gecrashte vliegtuigen
Geerdinck en Monasso - beiden maken vandaag de dag als respectievelijk voorzitter en secretaris nog steeds deel uit van het stichtingsbestuur van het museum - waren in de beginjaren zeventig op circa 25-jarige leeftijd al actief wat betreft het verzamelen van vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog en de geschiedenis daarvan. Dit nam, zeker wat de samenstelling van de collectie betreft, dergelijke vormen aan, dat dit tien jaar later uitmondde in de opening van een museum. De imposante collectie kon samengesteld worden omdat AVOG vanaf het eerste uur betrokken was bij de berging van in totaal circa 100 gecrashte vliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Op de daarbij behorende bergingslijst staan zowel opgravingen vermeld, waarbij vrij complete toestellen als ook kleinere hoeveelheden vliegtuigonderdelen werden geborgen. En van meet af aan waren het Jan en zijn echtgenote Josephien Geerdinck, die bijgestaan door vrijwilligers de kar trokken en daarom de belangrijkste personen waren achter het grote nationale en internationale succes van het museum.

Echtgenote Josephien als grote drijfveer
Wanneer, zittende aan de keukentafel in zijn woning naast het museum, echtgenote Josephien ter sprake komt, wordt het Jan Geerdinck even te veel. Het toch nog plotselinge overlijden van Josephien op 1 september 2019 op 73-jarige leeftijd kan hij maar moeilijk een plekje geven. De vader van drie dochters en drie kleinkinderen is met name vanwege het prille karakter van het leed niet in staat om zijn emoties te onderdrukken. “Haar dood vond praktisch tegelijkertijd plaats met ons 50-jarig huwelijk. Daar komt nog eens bij dat de huidige coronacrisis geen positieve invloed heeft op de verwerking van dat grote verdriet. Vergeet niet dat Josephien de grote drijfveer was achter het museum. Haar kwaliteit was het omgaan met de bezoekers, ongeacht afkomst, rang of stand. Zij wist zich als gastvrouw bij iedereen aan te passen. Wij missen haar enorm”, aldus Jan Geerdinck, die tegelijkertijd terdege beseft dat het leven gewoon doorgaat. “Desondanks gaan wij in juni nog niet open. De door de overheid gestelde voorwaarden, waaraan je op dit moment nog moet voldoen, liegen er niet om. Daarom passen wij nog even en trekken alles in betere tijden wel recht.”        

Interesse in de Tweede Wereldoorlog
Terugkijkende naar het allereerste begin van het museum, laat Jan Geerdinck weten dat zijn liefde voor oudheidkundige zaken heeft te maken met zijn interesse voor de gang van zaken tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Tijdens die oorlog woonden wij met ons ouderlijk gezin, dat drie kinderen telde, op de huidige, toen helemaal afgelegen locatie. De daarmee verband houdende verhalen van het onderdak verlenen aan onderduikers hebben mij altijd enorm geboeid. Zoals het verhaal waarbij een viertal jonge mannen uit Groenlo waren betrokken. Zij met de achternamen Adema, Gunnewijk, Nijenhuis en Stoverinck waren het, die de trein naar Duitsland om daar te werk worden gesteld, wisten te ontvluchten en vervolgens bij mijn ouders onderdoken. En van het een komt het ander om vervolgens in het kader van dit opgezette museum alles toe te spitsen op de alleen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog al neergestorte 6500 vliegtuigen, waarvan er maar liefst 400 in de Achterhoek terecht zijn gekomen. Sedert het begin, zo’n slordige 50 jaar geleden, zijn er tal van wrakken opgespoord en geborgen, maar daarentegen zijn ook de crashplaatsen van veel van deze vliegtuigen met hun bemanning niet bekend. Maar desalniettemin doet AVOG’s CRAH MUSEUM er alles aan om de geschiedenis van dit alles, dit met name wat de Achterhoek betreft, voor de toekomst te bewaren.”

Wanneer binnen hopelijk niet al te lange tijd het museum weer geopend is, worden bezoekers, zoals voorheen gebruikelijk, weer door middel van een film en een permanente tentoonstelling meegenomen in de geschiedenis van de Luchtoorlog 1940-1945 boven Nederland en in het bijzonder boven de Gelderse Achterhoek.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant