Diny Konings-Rondeel, temidden van haar onderscheidingen. Foto: Theo Huijskes
Diny Konings-Rondeel, temidden van haar onderscheidingen. Foto: Theo Huijskes Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?Deze week Cees van Eijck (88) en Diny Konings-Rondeel (85)

Algemeen

GROENLO - Voor veel actieve, in veel gevallen eenzame ouderen is het afzien in de huidige tijd. Hoe komen deze mensen de dagen door? Kunnen ze hun draai vinden, piekeren ze veel of berusten ze in hun situatie? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal senioren uit Groenlo en omgeving.

Door Theo Huijskes

In een gebroken gezin opgegroeid
Wanneer je op bezoek gaat bij mensen, die niet zozeer wat betreft de leeftijd een plaatsje in deze rubriek verdienen, maar meer vanwege datgene wat ze zoal in hun leven hebben meegemaakt, kan dat verrassende, beter gezegd indrukwekkende input opleveren. Een en ander zeker in het geval van Cees van Eijck, geboren op 29 juni 1932 in Heelsum (gemeente Renkum) en sedert 1964 woonachtig in Groenlo. Een inmiddels 88-jarige wijze en zeer bespraakte man, die in Groenlo en omgeving zijn sporen heeft verdiend in een tak van onderwijs, tegenwoordig vmbo geheten, met bevoegdheden op het terrein van plantenteelt, biologie, muziek, alsmede maatschappelijke en beroepsvorming. Na in 1992, en dat op 60-jarige leeftijd, een punt te hebben gezet achter zijn onderwijscarrière, die zich met name heeft afgespeeld in de lhno-driehoek Groenlo, Lichtenvoorde, Neede met Groenlo als standplaats, heeft Van Eijck zich nog meer dan voorheen toegelegd op het schrijven van boeken, waarvan er tot op heden reeds een achttal zijn uitgegeven en het schrijfvizier gericht is op een aantal van tien. Van Eijck heeft zich inmiddels geprofileerd als een scribent, die zich geheel eigen opvattingen en dientengevolge meningen is gaan vormen over zijn geloof en deze in zijn boeken beschrijft. Daarbij niet onvermeld latende de barre, eigenlijk onbeschrijflijke ervaringen, opgedaan in zijn eerste levens- dan wel opvoedingsjaren voorafgaande, tijdens en ook nog eens na de Tweede Wereldoorlog. Wijzende op een niet stoffelijke bagage, meegekregen als resultaat van veelzijdige, tegelijkertijd niet alledaagse levenservaringen, krijg ik het door hem geschreven boek met de titel ‘Over mensen gesproken - Een verwonderlijk leven’ aangereikt. In het boek gaat Van Eijck op zoek naar een antwoord op de vraag: ‘Hoe invloedrijk kan een slechte, zeer armoedige start van een leven zijn als dat jonge leven, zoals in zijn situatie, begint in een gebroken gezin?’

Cornelis Wilhelmus van Eijck belandde na een bijna onmenselijke start van zijn leven in 1941, en dat op 9-jarige leeftijd, in het jeugdinternaat Leo-Stichting in Borculo. Daar weet Cees zich gedurende een achttal jaren te settelen en zich te ontwikkelen in het tuinbouw-vakonderwijs. Na onder andere een onderkomen in het kosthuis Frank in Borculo, de opleiding tuinarchitectuur te hebben gevolgd aan de tuinbouwvakschool in Lent en de militaire dienstplicht te hebben vervuld, vond Van Eijck een beginnersbaan in het onderwijs in Harreveld. “Ik was nog net geen 22 jaar, terwijl mijn oudste leerling 21 jaar was. Als leraar plantenteelt met de bevoegdheden theorie en praktijk ging het bergopwaarts en ging ik aan het begin van de zestiger jaren in Groenlo aan de slag. Getrouwd op 24-jarige leeftijd met Mies Frank, inderdaad de dochter uit het gezin dat een tijdje mijn kosthuis was in Borculo, zijn wij in 1964 in Groenlo aan de Papendijk gaan wonen om vervolgens in 1968 te verhuizen naar de Buitenschans, waar ik heden ten dage nog steeds woon. Helaas alleen omdat Mies een tiental jaren geleden op 85-jarige leeftijd kwam te overlijden. Samen hebben wij gezorgd voor een uit vier kinderen bestaand gezin, te weten de zonen Herman, Pieter en Stephan en dochter Nina. Daarnaast mag ik de gelukkige opa zijn van twee kleinkinderen.”

Wanneer Van Eijck terugkijkt op zijn inmiddels 88-jarige leven, kan hij wat Groenlo betreft er niet omheen dat hij ook nog een aantal jaren de functie heeft bekleed van raadslid in destijds de gemeente Groenlo. “Dat was in de eindjaren zestig, begin jaren zeventig voor de GGP (Gezonde Gemeente Politiek). Ik opereerde destijds als fractievoorzitter op een eiland, omdat de gemeente toen werd bestuurd door de KVP-clan met bekende Grollenaren als Theo Groot Kormelink, Hendrik Overkemping, Jan Dietz, Harrie Blanken aan het roer, die de besluiten namen bij De Moriaan aan de stamtafel in plaats van in de raadzaal. Maar ondanks die bijzondere, confronterende omstandigheden, heb ik ook daar veel van geleerd!”

Trots op de ontvangen onderscheidingen
Gezeten in haar appartement met een geweldig uitzicht op de Markt in hartje Grolle, laat Diny Konings-Rondeel (85) met trotse gevoelens een aantal onderscheidingen zien, haar toegekend vanwege het vele verrichte vrijwilligerswerk gedurende tientallen jaren. Centraal staat daarbij haar inzet voor de kegelsport en dat met name op bestuurlijk terrein. Zo heeft Diny niet alleen in Groenlo zelf een fors steentje bijgedragen aan de kegelsport, maar staat zij ook binnen de Oost Gelderse Kegelbond hoog aangeschreven vanwege haar onvoorwaardelijke inzet. Dit alles leverde haar naast het lidmaatschap van verdienste van zowel de Oost-Gelderse als de Nederlandse Kegelbond ook een Koninklijke Onderscheiding op. Deze onderscheiding in de Orde van Oranje-Nassau werd haar in 1998 opgespeld door Petra van Wingerden, in die jaren burgemeester van de gemeente Groenlo.

Diny Konings-Rondeel werd op 24 februari 1935 als enigst kind geboren in het gezin van vader Hendrik Rondeel (in 1970 op 72-jarige leeftijd overleden) en moeder Antoinette oftewel ‘Netje’ Rondeel (in 2001 op 93-jarige leeftijd overleden). “Zeker omdat ik alleen was, heb ik bijzonder veel plezier beleefd aan mijn ouders. Mijn vader was een bekend en geliefd werknemer bij de Grolsch Bierbrouwerij en mijn moeder was altijd, en dat ook na de dood van mijn vader, een gezellig en vrolijk mens. Als moeder en dochter gingen wij bijna dagelijks met elkaar om”, aldus Diny, die in 1959 trouwde met haar geliefde Hans Konings. “Wij hadden slechts enkele jaren verkering, maar omdat Hans in zijn in 1957, in de Beltrumsestraat gestarte boek- en kantoorboekhandel annex drukkerij hulp nodig had, zijn wij vrij snel getrouwd. Precies 25 jaar later, in 1982 zijn wij gestopt met werken. Een zakelijk leven met de duur van een kwart eeuw, dat ons enerzijds veel gebracht heeft en dat anderzijds bij vlagen ook gepaard ging met vreemde ervaringen dan wel gevoelens. Dit laatste omdat Hans’ broer Anton Konings iets verderop in de Grolse Kevelderstraat een soortgelijke zaak runde, de tegenwoordig nog steeds bestaande boek- en kantoorboekhandel Wiegerink”, vertelt een ondanks haar gevorderde leeftijd nog altijd gedreven Diny. Hoe was het met de kinderwens? “Die heb ik terdege gehad. Maar helaas was het in mijn situatie niet mogelijk om eigen kinderen te krijgen. Adoptiekinderen leek ons geen oplossing, zeker in een tijd waarin je weinig of niets te weet kwam over de achtergronden van de daarvoor in aanmerking komende kinderen. Maar ondanks dat gemis, hebben wij het altijd goed gehad. Wat ik nog altijd bijzonder jammer vind, is dat Hans in 1998 op 75-jarige leeftijd kwam te overlijden en dat slechts enkele maanden voor ons 40-jarige huwelijksfeest, dat wij op dat moment reeds in grote lijnen hadden voorbereid.”

Nu zovele jaren later is er in de situatie van Diny Konings-Rondeel nog steeds geen sprake van stilzitten. “Vanzelfsprekend gooit de coronacrisis ook in mijn geval het nodige roet in het eten. Maar ondanks dat het lopen mij niet zo goed meer afgaat, blijft de kegelsport nog steeds een hobby van mij, ook al is het alleen maar om de fijne ontmoetingen. Verder ben en blijf ik nog steeds paraat als vrijwilligster in woonzorgcentrum De Molenberg. Veel te mooi om te doen. Dit laatste alleen al voor de contacten met de bewoners”, aldus de vrouw, wiens jarenlange inzet voor in eerste instantie de Bejaarden- en in een later stadium de Seniorenvereniging Groenlo ook niet onvermeld mag blijven. Deze vereniging, inmiddels 55 jaar bestaand, heeft veel aan Diny te danken. “Op bestuursniveau hebben ze mij niet meer nodig. Dat zit allemaal wel goed, maar als lid laat ik ook die club nooit in de steek!”

Cees van Eijck in de achtertuin van zijn woning. Foto: Theo Huijskes

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant