Ooievaars op het Grolse nest

GROENLO - Veel Grollenaren hebben de vogels al gespot; het nieuwe ooievaarsnest bij de bijenstal op de Grolse Weiden heeft bewoners gekregen. Het nest, een idee van Huub Hofstede, wordt bewoond door twee prachtige ooievaars.

Door Kyra Broshuis

De mannen van de bouw
Het nest is gebouwd door Willy Vaags, Herman Rondeel, Paul Penterman, Aloys Meekes, André te Brake, Jan Scharenborg en Theo Stöteler en is vorige zomer geplaatst. Het nest zelf heeft een doorsnee van 1.30 meter en de paal waar het nest op rust, is 8 meter hoog. Om het nest zo aantrekkelijk mogelijk te maken is het bekleed met zacht materiaal (mos). Alles om het de bijzondere vogels naar de zin te maken. Ook de zogenaamde aanvliegroute is erg belangrijk en met de nabijheid van de Slinge zou het park De Grolse Weiden een goede plek moeten zijn voor de ooievaars. Alle inspanning hebben gelukkig geleid tot een mooi resultaat. De ooievaars lijken zich op hun gemak te voelen.

Afstand
Hofstede waarschuwt wel voor al te opdringerige vogelaars: “De vogels zijn heel alert en het is echt belangrijk dat mensen voldoende afstand houden.” Willy Vaags is blij dat het nest goedgekeurd is door de vogels. “We hebben het met veel kennis en zorg in elkaar gezet. Het is uniek dat het nest meteen het eerste jaar in gebruik wordt genomen.” Als de voorspellingen van een geboortegolf na de coronacrisis uitkomen, zijn de vogels in Groenlo een goede voorbode.

Ooievaars leiden een monogaam leven en een koppel blijft een leven lang bij elkaar. Als een ooievaarskoppel eenmaal is neergestreken, is de kans groot dat het paar jaarlijks terugkeert om te broeden. Het zou prachtig zijn als de Grollenaren straks ook de nakomelingen kunnen bewonderen. Ooievaars hebben één legsel per jaar in april. Er worden dan 3 tot 5 eieren gelegd die 33 dagen lang bebroed worden. De jongen zitten vervolgens nog zo’n twee maand op het nest. De dieren worden ruim 1 meter groot met een spanwijdte van 180 tot 220 centimeter. De vogels zijn volgens de volksverhalen de brengers van geluk en nieuw leven. Zo’n 40 jaar geleden was het dier zo goed als verdwenen uit ons land. Via een reddingsprogramma is het dier weer teruggekeerd. De vogel staat nu niet meer op de rode lijst.