Erik Plageman. Foto: PR
Erik Plageman. Foto: PR

‘Toen heb ik hem het stadionvak uit gesodemieterd’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. In aflevering 27 zanger, stemacteur, liedjesschrijver, musicalperformer en Brugklas TV-acteur: Erik Plageman (40). Hij werd geboren in Zeddam en woonde later in Doetinchem.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Ik sliep vandaag niet thuis. Ik heb shows bij Walibi en verblijf dan dicht bij het park. Er rammelden geen kinderen aan het bed, dus is mijn status uitgerust en relax.

Na corona kunnen we weer volop, je waardeert je werk des te meer. Er lopen lekker meerdere producties door elkaar. Daar houd ik van. Ik heb in Beltrum straks de dialectvoorstelling Øsen en Angoan, ik speel in de musical Brandweerman Sam en heb nog een show in de Efteling. Daartussendoor wachten optredens met mijn band De Larmoyantjes.’’

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mien mo’:
“Ik verras niemand als ik zeg: mijn vader. Hij is muziekdocent en dirigent. Ik ben slagwerker van origine. Ik heb daarin nog één jaar conservatorium gedaan, vervolgens werd het de musicalacademie, waardoor ik nu voornamelijk zanger ben. In mijn band De Larmoyantjes speel ik ook samen met mijn vader, trouwens.

Ik ben iets groter… Maar mijn houding, hoe ik op de bank zit… Ja, zo hangt mijn vader er ook bij. 

Van mijn moeder heb ik karaktertrekken. Ik heb een hele lieve zorgzame moeder, volgens mij ben ik dat zelf ook wel.

Mijn moeder is ook bescheiden. Kijk, ik pak natuurlijk het podium en daar staan vind ik heerlijk. Maar zo’n applausfinale is voor mij niet nodig. Daar komt denk ik moeders bescheidenheid terug. Andere mensen krijgen aan het einde van hun werkdag ook geen applaus, waarom ik dan wel?!

Ik ben rossig. Dat zit in het dna van moeder en vader.’’

3) Dit is mijn grootste angst:
“Ik ben niet angstig, dat was vroeger anders. Ik ben wel gepest vroeger, door dat rode haar. Ik was bang voor andere mensen. Bang voor afwijzing, negatieve reacties. Ik ben nog weleens sociaal onhandig maar ik ben over die angst nagenoeg heen gegroeid.

Ik heb wel de angst dat mijn kinderen misschien ook gepest zullen worden. Ik probeer ze te coachen dat ze voor zichzelf mogen opkomen.’’

4) Na de dood is er:
“Ik geloof meer in wetenschap dan de Bijbel… Dus: er is niets. Je kan dan zeggen: het leven is zinloos! Je kan ook zeggen: doordat er onherroepelijk een einddatum is, geeft dat einde het leven zin.’’

5) Toen was ik het gelukkigst:
“Geboorte van mijn kinderen en alle ijkpunten van het almaar groter worden van hen. Je kinderen observeren die spelen: het mooiste wat er is.’’

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Ik woon in Vleuten maar mijn ouders wonen in Doetinchem, mijn schoonouders ook. Ik voel mij er zeer thuis. Vleuten is nu thuiskomen, maar misschien wordt dat later weer de Achterhoek. De Achterhoek is, zoals ze dat in dialect zeggen: gemütlichheid. Het gaat er iets rustiger aan toe dan in de Randstad.’’

7) Dit was mijn laatste vechtpartij:
“Háhá. Dat was niet gisteren. Ik ben absoluut geen vechter. Ja… Ik weet niet of ik deze anekdote moet vertellen, maar ik ben Feyenoordsupporter en in het stadion kom je hele leuke mede-supporters tegen, maar ook supporters die minder leuk zijn. Als je dan telkens ‘joden dit’ en ‘kanker dat’ hoort dan erger je je kapot.

Eén keer heb ik zo’n figuur in De Kuip mijn rij uit begeleid. Ik kreeg applaus van heel het vak. Ik sloeg hem niet, maar pakte hem op en sodemieterde hem eruit.’’

8) Dit is mijn grootste held:
“Dirk Kuijt, sprak hij zonder gêne. Zijn heldenstatus speelt zich af in 2017 voor mij. Al die botoxshots nu en zijn privé-perikelen… Moet-ie lekker zelf weten, maar daardoor neem ik hem wel minder serieus. Maar wat hij toen deed voor Feyenoord - in het kampioensduel op 14 mei, Dirk Kuijt zorgde met een hattrick voor de winst - was magistraal.’’

9) De mens is monogaam:
“Veel dieren zijn niet monogaam. De mens kan nadenken. We zijn geciviliseerd. Ik koos voor een huwelijk en dan heb je je aan de regels te houden: trouw tot in de dood. Die beheersing heeft de mens, dus vanuit dat licht bekeken kunnen we monogaam zijn en ik ben het.’’

10) Dit komt er op mijn grafsteen:
“Niets. Ik word gecremeerd en zie maar wat je met de as doet. Een steen is zo pathetisch. Wie mij wil gedenken kan een foto aan de muur hangen, of zoiets.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant