Afbeelding

Het leven is gezellig

Onderwijs Columns

Het leven is gezellig

Te midden van de boerenprotesten, de Nederlanders op Wimbledon en Keti Koti (dat was vooral in de Randstad) ging Remco Campert dood. Ik kende hem niet persoonlijk, maar zo voelt het wel een beetje. Een kettingrokende jongen van begin 90.

Ik heb veel van hem gelezen, verhalen en gedichten, en vooral ‘Het leven is vurrukkulluk’. Een van de leukste boeken die ik ooit gelezen heb, niet voor de literatuurlijst destijds, al was het daar dun genoeg voor.

Het boek gaat over en voelt ook als een lange zomerdag in en bij een park. Over een aantal mensen die ik persoonlijk ken, maar dan onder een andere naam en een paar decennia jonger. Over een Amsterdams park in de jaren vijftig dat bijna hetzelfde klinkt en ruikt als een Grols of Lichtenvoords park in de jaren tachtig of negentig.

Het gaat over een leven dat verrukkelijk is, tenminste zolang je niet verder dan een paar uur vooruit denkt.
En een leven waaraan je uiteindelijk doodgaat. Ook Remco Campert.

In de jaren vijftig leidde hij een spannend bohemien schrijversbestaan met andere kunstenaars in Parijs, althans zo lijkt het in zwartwit. De laatste jaren woonde hij met zijn vrouw in Amsterdam. Vorig jaar las ik een artikel over hem. Daarin wordt beschreven hoe hij met zijn vrouw een legpuzzel aan het maken is op een zondagavond. Ongetwijfeld met een wijntje en zijn onvermijdelijke sigaret. Dan zegt hij tegen haar: “Gezellig hè, jammer dat we doodgaan.”
Niet eens verrukkelijk, maar gezellig. Dat is al heel wat en behoorlijk bereikbaar.

Ik heb natuurlijk makkelijk praten. Ik heb geen boerenbedrijf, ik zit niet in de politiek, ik ben geen professioneel tennisser en ik heb geen gekleurde voorouders die misschien wel tot slaaf gemaakt zijn en waar ik nog steeds de gevolgen van zou kunnen ondervinden.
Hoe dan ook - honderd keer liever dan Rutte, Van den Oever en Simons - nog een keer Campert:
‘Als je niet uitkijkt, blijf je je je leven lang voorbereiden ... Het leven is te kort om er krom doorheen te gaan’

Wat hij wil zeggen - wat ik als docent Nederlands goed zou rekenen: stop met oefenen op je wat mindere backhand en richt je nog meer op je sterke forehand, laat je desnoods gunstig uitkopen en hou op met teren op de levens van je betovergrootouders.
En lees eens een boek, iedereen heeft er tijd voor, de hooi is van het land en voor katoen is het nog te vroeg.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant