Afbeelding
Foto: Nick Oostendorp

Zwaleman | Wachtkamer

Opinie Columns

Vaste lezers van deze column weten inmiddels dat ik me weliswaar jong voel, maar dat niet meer ben. Niet piep, tenminste. En hoewel ik over mijn gezondheid niet echt te klagen heb, word ik als zovele zestigplussers af en toe wel eens geplaagd door PHPD. U weet wel: Pijntje Hier, Pijntje Daar.

Zo'n pijntje bracht me onlangs bij de huisarts. Die sprak het vermoeden uit, dat mijn eind nog lang niet in zicht is. Maar desondanks moest ik toch maar even bij een specialist langs. "Voor alle zekerheid, meneer Buter."

Zo vond ik me vorige week terug in het ziekenhuis in Winterswijk, waar ze weer eens aan het verbouwen waren. Ik was mooi vroeg dus pakte ik in de wachtkamer een kop koffie (die is gratis daar) en een tijdschrift. Maar aan lezen kwam ik niet toe. Daarvoor werd er om me heen veel teveel gepraat.

Meestal gaan de gesprekken in de wachtkamer over de kwaaltjes die de mensen plagen, maar ditmaal had ik 'geluk'. Vlak bij me zaten twee echtparen, die elkaar blijkbaar kenden omdat ze in dezelfde straat wonen. En daar gingen hun gesprekken over. Over die straat. Of beter gezegd: over de mensen in hun straat. En ik weet dat het niet netjes is, maar ik spitste mijn oren. Want jongens, wat sappig waren die verhalen. Beter dan ik ze had kunnen verzinnen.

Zo hoorde ik alles over die twee buren die ruzie hebben over de schutting tussen hun beider tuinen. Gezamenlijk neergezet om een rij hoogbejaarde coniferen te vervangen, maar blijkbaar was er in de afspraken iets mis gegaan. Want de schutting heeft horizontale planken en volgens één van de buurlieden hadden dat verticale moeten zijn. Een kleinigheidje? Nou nee, de twee buurmannen hebben inmiddels allebei een advocaat. En die kost ze ongetwijfeld veel meer dan die schutting.
En dan was er die Turkse buurman, die alweer een nieuwe auto had. Alweer? Ja, blijkbaar staat er regelmatig een nieuwe limousine voor zijn deur en dat is best verdacht, vond een van de echtparen. "Nee joh", kregen ze van het andere stel te horen. "Die man handelt in auto's, vandaar!"

Verdacht was naar hun mening trouwens ook die jongeman, bij wie de gordijnen altijd dicht zitten. "Je ziet hem overdag nooit op straat", wisten beide echtparen. En dat vonden ze best spannend. "Laatst heb ik wel gehoord dat hij achter het huis een vuilniscontainer omver liep", aldus een van de vrouwen. "Dat was om twee uur 's nachts. Je vraagt je af waarom zo'n man dan wel buiten is." (Ik vroeg me af waarom iemand midden in de nacht naar een buurman ligt te luisteren, maar ik hield me natuurlijk stil).

Vervolgens kwam het gesprek op Johan en Truus. Of er bij hen wellicht iets aan de hand zou zijn. "We hebben ze al dagen niet buiten gezien en ook de vuilniscontainer stond niet op de stoep. Zouden ze griep hebben?"

Straks voor de zekerheid even aanbellen, dacht ik bij mezelf. Maar opnieuw zei ik wijselijk niets.

Na nog het verhaal te hebben aangehoord over Herman die thuis moet stofzuigen, wassen, strijken en weet ik veel (omdat zijn vrouw daar te lui voor is), werd ik door de specialist binnen geroepen. Sindsdien word ik nog door één vraag geplaagd: Waar zouden die twee echtparen eigenlijk wonen?...

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant