Afbeelding

Bijna vergeten woorden

Opinie

Bijna vergeten woorden

Afgelopen zondagmorgen belde die Mark Rutte weer, beste Grollenaren. Of ik nog een suggestie had hoe het verder moest met corona. Ik zeg: beste Mark, heb je nou zelf niet een keer een idee en waarom bel je mij steeds? Ik heb je trouwens niet gehoord over de Noordtak door de Achterhoek; toen had je me blijkbaar niet nodig! 

Afijn, het werd een gesprek van niks en daarna keek ik even om de lol te hervinden naar het lokale nieuws in onze bloedeigen Groenlose Gids. Ineens begon ik enorm op te knappen. Daar stond dat binnenkort ’t Knunneke - de enige glossy in dit stadje - weer op de deurmat valt, hoewel er van carnaval in de verste verte nog niks te bekennen is. Ik werd met name getroffen door de volgende zin: ’de uitgave van dit blad is vooralsnog dit jaar de enige activiteit van de carnavalsvereniging in dit lopende seizoen’. Ik kreeg ineens weer kleur op de wangen; gelukkig dan toch nog een hele kleine carnavaleske bijdrage die ons de bijna vergeten woorden weer in herinnering roepen. Het abc van de Knunnekes zeg maar: alaaf, buutavonden en carnaval. Wij zijn die woorden bijna kwijtgeraakt en het zou toch verdomde jammer zijn dat ons vocabulaire zou inkrimpen tot alleen woorden als virus, 2G en mondkapje. Ik verdom het ook om dat nieuwe alfabet uit mijn hoofd te leren.

Maar toen dacht ik: zou het dan toch nog zo kunnen worden dat we een beetje carnaval gaan vieren, nu de cafés weer opengaan en gelijk daarmee de tapkranen. Nu het lijkt dat het leven zich een beetje gaat hervinden. Dat moeten we vieren! Ik stel me de komende carnavalsdagen voor als vrolijke, kleurrijke bijeenkomsten in het hart van dit machtig mooie stadje, op en rond de Markt onder het opzwepende motto: wi’j maakt d’r toch wat van. Met dweilorkesten, met bars, tapkranen, zingende formaties en af en toe hele of halve buutreedners die hun grappen en grollen door de straten sturen op weg naar de oren van de carnavalisten, zoals het hier ook ooit is begonnen.

Volgens mij is het carnavalvirus ook een besmettelijk ziekte waarvan echter de gevolgen aanzienlijk leuker zijn dan die van de andere virussen. Wij hebben geen virologen nodig, wat wij nodig hebben zijn carnavalisten en naar mijn bescheiden mening kunnen we er daar voldoende van ‘leveren’.

Ik begrijp dat de Knunnekes geen programma kunnen opzetten, maar we hebben dit jaar ook geen programma nodig. We hebben nog een prinsenpaar dat in stilte doorregeert en die jongens weten wel hoe ze in lastige kwesties moeten opereren. Daar zijn het ook hoogheden voor. Hoewel hun tijd erop zit, zullen ze vast nog wel even locker willen regeren. Geen optocht, maar verblijf in het hart van dit stadje, dat is toch al vreugde genoeg nietwaar?

Een deinende, zingende, zwaaiende en genietende carnavalsmassa in de binnenstad. Is dat nou teveel gevraagd? Ik denk dat het kan. Het is bekend dat kunnen ook willen is en als wij dat willen kunnen we dat dus ook. Misschien dat er vanuit het regeercentrum in Lichtenvoorde wat bezorgd wordt gekeken naar dit vaak recalcitrante stadje met zijn merkwaardige inwoners, maar je hebt het meest aan (merkw)aardige inwoners die het verschil maken.

Ik zie een mogelijkheid. Binnenkort begin ik met onze eigen carnavalsliedjes te draaien. Draaien ja, want van mijn familie mag ik niet meezingen. Ik hoop langzamerhand in de komende weken steeds meer Knunnekesvlaggen te zien en her en der al kleine polonaises.

Graag zie ik jullie straks toch tussen de ballonnen.


Torenwachter

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant