Afbeelding

Terrassen

Opinie Columns

Terrassen

Een van de opvallendste ontwikkelingen van de laatste jaren vind ik de opkomst en snelle uitbreiding van de terrassen, beste Grollenaren. Er is sprake van een soort wonderbare broodvermenigvuldiging, want er wordt ook flink gegeten op die terrassen, al hebben ze voor het eenvoudige woord ‘eten’ opwindende alternatieven bedacht. Ik wijs nu niet alleen op de ontwikkelingen in ons eigen markante stadje, want het is overal te zien. Maar om me even tot de veste Grol te beperken: hoe lang is het feitelijk nog maar geleden dat de bussen van het openbaar vervoer op de Markt een halteplaats hadden en dat je gedurende dat verblijf kon ‘genieten’ van benzinedampen, olieluchten en andere niet gewilde gezondheidsaantasters? Daar was toen niet echt lekker plek om een stoeltje en een tafeltje met lekkernijen klaar te zetten.

Het gekke is dat we daar toen helemaal niet aan dachten en het ook niet wisten en wat het oog niet ziet dat het hart niet deert, nietwaar? Hoe lang is er ook niet gestreden om het gemotoriseerde verkeer op de Markt te weren, waarbij de initiatiefnemers steeds konden rekenen op de nodige weerstand. Het weren van het verkeer zou de doodsteek voor de middenstand betekenen, meen ik me ook nog te herinneren. Er was naar mijn gevoel een tijd dat we nog met een zekere gêne op een terras zaten. We dachten dat de mensen zouden zeggen: hef den niks anders te doon? Het antwoord is overigens eenvoudig: nee, niks anders want anders zou-ie daar niet zitten.

Je kunt eenvoudig concluderen dat die veranderde inzichten de binnensteden goed hebben gedaan. Het verdwijnen van het ronkende verkeer, de walmende bussen en het voortdurend produceren van veel geluid hebben heel wat ergernissen om zeep geholpen en wellicht ook weer nieuwe ontwikkeld. Je weet maar nooit. Maar eigenlijk zijn de binnensteden aan de burgers teruggegeven, terwijl veel van diezelfde burgers daar eerst bezwaar tegen maakten.

Het is nu eigenlijk onvoorstelbaar dat het zware (vracht)verkeer zich ooit gedurende vele jaren door de Beltrumsestraat moest wringen en er een speciale spiegel nodig was om te voorkomen dat de hoek niet op hetzelfde moment door twee zware voitures werd genomen en het verkeer helemaal vast zou lopen. We hebben wat uitgaan betreft een geheel aparte ontwikkeling doorgemaakt. Het is allemaal veel opener geworden en waar voorheen alleen een lekker biertje aan de tapkast werd gedronken onder het aloude motto ’doo d’r nog moar ene in’, is het nu een meer dan gevarieerd aanbod aan bieren, wijnen en andere tot de verbeelding sprekende drankjes die in de openlucht op de weelderige terrassen gretig aftrek vinden.

Het zou voor de Oudheidkundige Vereniging hier wellicht interessant zijn om te onderzoeken hoe die ontwikkelingen precies zijn gegaan. Voor die eenvoudige Torenwachter is het al mooi genoeg dat hij heeft weten vast te stellen dat het allemaal ingrijpend is veranderd!

Wat het ook nog eens extra interessant maakt is het feit dat dat veel vrouwenclubs in toenemende mate van die terrassen gebruik maken, wat het aanzien van die gebieden verder opschroeft en de omzet voor de exploitanten ook.

Als ik nu terugkijk naar de tijd dat het gemotoriseerde verkeer door de stad raasde en ik vergelijk dat met de huidige situatie dan moet ik constateren dat we er wat dit betreft toch mooi op vooruit zijn gegaan. Dat het gewoon plezieriger verblijven is in het centrum van stadjes als de onze en dat geldt natuurlijk ook voor andere plaatsen, want het is een landelijke ontwikkeling.

Dat in dit geval het veranderende weer ook nog eens meespeelt, zou je een geluksfactor kunnen noemen.


Torenwachter

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant