Afbeelding

Zin in de Marianum-reünie!

Opinie Columns

Zin in de Marianum-reünie!

In vijf VWO was ik blijven zitten. 

Dat was niet erg, dat was zo gepland, al vanaf het begin van dat schooljaar. Ed van Wijk, de bedenker van het jaarlijkse schoolcabaret, had mij aan het eind van mijn vierde jaar gevraagd of hij mij ook mocht noteren voor de editie van het komende jaar. In de Schralenstein liepen we toen hij dat vroeg. Ik blijf het bijzonder vinden hoe het kan dat je van sommige gebeurtenissen nog precies weet waar je was, ook al zijn ze veertig jaar geleden. 

En dus was mijn eerste ‘vijf-vwo-jaar’ een jaar van cabaretrepetities en plezier. ‘Dat kun je toch makkelijk combineren met schoolwerk’, zou je zeggen. Ja hoor, makkelijk. Maar ik nam het leven toen nog niet zo serieus. Ik was een puber, het Marianum was een fijne plek, maar leren was bijzaak. 

Zo kwam het dat ik de eerste dag van mijn tweede ‘vijf-vwo-jaar’ een beetje onwennig de school binnenliep. Door de voordeur die nu de ingang is van de bieb. Het blijft nog altijd wennen. Ik liep naar boven en ik stond stil voor het geschiedenislokaal tussen allemaal onbekende leerlingen in de gang die uitkeek op de aula (nu Atrium). Meneer Enserink kwam uit de lerarenkamer, vast en zeker samen met meneer Carelsen, en toen hij binnenkwam moesten we gaan zitten. “Kom hier zitten,” wenkte een meisje. Ze had opgestoken haar, pienter lachende ogen achter hippe brillenglazen en ze zag er een beetje alternatief uit. We gingen zitten.

“Zal ik een trui voor je breien?” vroeg ze. Toen moesten we stil zijn. Meneer Enserink was een strenge docent. Maar hij wist ontzettend veel, hij kon goed lesgeven en hij had een fijn gevoel voor humor.

Ze heette Louise, mijn buurmeisje. Ze woonde op een boerderij. Ze hielp ’s morgens met melken, en dan ging ze vóór school ook nog even langs bij haar oma in de Molenberg. Ze had levensvreugde, tevredenheid, enorm veel ruimte in haar hart, maar ze was ook verstandig en ze kon ongelooflijk goed leren. Dat zoiets allemaal samen kon gaan in één mens, daarvan was ik toen al diep onder de indruk. Mensenkennis had ze trouwens ook, want ze vond al na een paar dagen dat ik beter mijn best moest doen en aan mijn toekomst moest gaan denken. 

Binnen een maand was de trui klaar. Van de wol die ze over had, had ze een sjaal gebreid met om de tien centimeter een smal reepje in een andere kleur. Ik heb hem gedragen tot mijn dertigste. Toen kon het echt niet meer vanwege de gaten bij mijn ellebogen. Altijd als ik hem aantrok dacht ik even aan haar.

Louise vroeg me regelmatig om in de pauze mee te gaan naar de kelder, het pauzelokaal waar je mocht roken. Maar ik ben een gewoontedier en helemaal niet sociaal, dus ik hield het bij m’n eigen stek. Wel bleven we veel plezier houden tijdens geschiedenis, in de één na achterste bank bij het raam. We bedachten namen voor elkaar naar aanleiding van de lessen, zo bedacht ze voor mij “Wereldconfiture” naar aanleiding van iets Russisch, en noemde ik haar ‘Willem’ naar één van de Oranjes. En we gingen in spiegelbeeld schrijven. We werden er zo bedreven in dat we alle aantekeningen in ons schrift in spiegelbeeld noteerden. Uiteindelijk vroegen we een keer of we het proefwerk ook in spiegelbeeld mochten schrijven. Ja hoor, maar we kregen geen extra tijd. Meneer Enserink schreef er een leuk commentaar onder, in spiegelbeeld. 

Oh man, ik heb zin in die reünie op dertig september. Ik hoop zó dat Louise ook komt. Er zijn trouwens nog kaarten!

Hopelijk tot dan.


mirjam@writeme.com

Advertenties doorgeplaatst vanuit Groenlose Gids