Afbeelding

Beroemd

Opinie Columns

Beroemd

Goh, beste Grollenaren, wat heb ik er als kind al naar verlangd beroemd te worden en nog beter: het te zijn.

Als klein kind al dacht ik beroemd te worden op het voetbalveld. Dat ik aan de lopende band zou scoren en dat er elke week een foto van mij in de kranten zou staan met koppen als ‘Grolse topscorer is weer trefzeker’ en zo. Ik leefde ook in de veronderstelling dat iedereen dat vond en vooral thuis. Maar thuis vonden ze niks. En ook rond het huis hoefden ze geen dranghekken te plaatsen. Langzaam ebde dat idee weg, maar het knagende gevoel is altijd gebleven. Als ik nu de Grolse gebroeders Rots volg in hun successen bij Twente dan bekruipt me toch nog het gevoel van: ik had daar ruim een halve eeuw geleden ook moeten staan. Maar geen poot om op te staan.

En wat later wilde ik ook zanger worden, dat leek me een makkelijker te behalen doel. Gewoon lekker zingen en beroemd worden. En allemaal optredens door het ganse land, overal worden uitgenodigd en voortdurend fans achter me aan die zouden zorgen voor bakken met geld. Kortom, Ik zou baden in weelde.

Zingen was überhaupt geen probleem. Op feesten en partijen zong ik probleemloos mee en ik zong ook best keihard. Dat konden de mensen wel horen! Ik zag in die tijd foto’s van zangers en zangeressen die allemaal net zo zongen als ik, vond deze jongen. Maar daar dachten de geleerden toch anders over. En nu heb ik alweer een hele tijd geleden dat idee van de beste volkszanger worden in het populaire genre van West-Europa en omstreken, laten varen. Maar als ik nu Suzan en Freek zie op tv dan denk ik: Waarom heb ik het niet gehaald? Dat kan toch niet aan mij liggen met al mijn talenten? Even dacht ik nog dat meespeelt dat ik uit de Achterhoek kom, maar dat zou dan ook gelden voor wél succesvolle zangers en voetballers. In het geval van Suzan en Freek is het zo dat die met zijn tweeën zingen en dan hoef je maar de helft van mijn talenten te bezitten om aan de 100 procent te komen. Daar zit ‘m de kneep.

Er kwam ’n tijd dat ik het meer ging zoeken in mijn culturele kwaliteiten. Ik wilde ineens een geweldige auteur worden, iemand die het gezapige boek zou opblazen en die een totaal andere culturele stroming zou veroorzaken. Ik zette me aan het schrijven op een slordig zolderkamertje en stuurde alvast een voorbericht, een vooraankondiging naar de gevestigde hooghartige uitgevers, zodat ze er al rekening mee konden houden. Het nieuwe talent kondigt zich aan, schreef ik als uitsmijter en was benieuwd naar de reacties die ongetwijfeld snel zouden volgen. Maar wat er ook volgde: geen reacties. Zelf vond ik mijn manuscript zeer geslaagd, zelfs meer dan dat. Ik stuurde nu de manuscripten op; dat zou die zogenaamde betweters de ogen definitief openen.

Maar uiteindelijk gebeurde er totaal niks; alleen één uitgever zei na een paar eeuwen wachten dat het manuscript niet paste in hun culture doelstellingen. Slapzakken.

En nu ben ik geworden wat ik altijd al was; een onopvallend mens dat met een schuin oog kijkt naar anderen die wel succes hebben. Ik geef toe, daar zit afgunst in onder de gedachte: Waarom zij wel en ik met al mijn talenten niet?

Ik sprak er ooit eens over met mijn goede moeder en die zei: ‘Dat zie je verkeerd.’ Dat dacht ik al.

Jij bent net zo belangrijk want alleen omdat jij geen talent hebt kunnen zij floreren.

Tja.


Torenwachter

Advertenties doorgeplaatst vanuit Groenlose Gids