'Bi'j ons stoa'j nooit boetenspel!'

Nog enkele nachtjes slapen en de drie dolle dagen staan op punt van beginnen. Vorige week schreef ik reeds dat er mensen zijn die niets met carnaval hebben, maar ook dat er mensen zijn die dit kleurrijke, kolderieke festijn in geen geval willen missen. Ook al betreft dat alleen de kriebels vooraf dan wel de voorpret of het slechts met veel plezier toekijken wanneer anderen als verklede en geschminkte dwazen in polonaise lopen. Daarnaast heb je degenen, die ervoor kiezen om juist dan de stad te ontvluchten en elders, bijvoorbeeld zittende achter de glühwein, beweren dat veel mooier te vinden. Terwijl ze tegelijkertijd via WhatsApp maar al te graag op de hoogte willen blijven van de gezelligheid van carnaval in hun eigen woonplaats.

Om de eenvoudige reden dat het er toen nog niet was, ben ik zelf niet met carnaval groot gebracht. Ik ben nog van de generatie, bekend van het vanaf Aswoensdag omarmde vastentrommeltje. Wel werd ik reeds als 16-jarige jongen meegezogen in het toen nog maar net opengeslagen carnavalsboek met de titel: CV De Knunnekes. Een vereniging, die van meet af aan voor een professionele aanpak koos, gepaard gaande met een fantastische uitstraling. Inmiddels 52 jaar later nog steeds één van de sterkste eigenschappen. Een gegeven dat als gevolg heeft, dat de club zich al jaren achtereen manifesteert als een organisatie die alle campagneonderdelen, en dan voor jong en oud, tot in de puntjes voor elkaar heeft. Dit heeft er weer mede voor gezorgd dat Groenlo maar één sterke carnavalsclub kent en dat er absoluut geen plaats is voor kleine afgesplitste café- of andere carnavalsclubjes. Misschien wel de belangrijkste kracht van het Grolse carnaval. Hoe is het anders te verklaren dat CV De Knunnekes, en dat al vanaf 1963, ook veel naam en faam heeft gemaakt buiten Groenlo en buiten Oost Gelre? Een en ander van dien aard, dat men zelfs het eervolle etiket met de tekst 'Carnavalswalhalla van de provincie Gelderland' opgeplakt heeft gekregen.

Aan de vooravond van carnaval 2015, in dit geval Grols carnaval 2015, gaan mijn gedachten terug naar 1985, derhalve drie decennia oftewel 30 jaar geleden. Bij het toen 22-jarige, in carnavalskringen jubilerende bestaan van De Knunnekes, mocht ik als stadprins de scepter zwaaien over de veste Grolle. Een unieke ervaring, zoveel jaren later nog steeds. Na het krijgen van mijn dochter en ruim vijf jaar geleden mijn beide kleinkinderen ook een absoluut hoogtepunt in mijn leven.

Maar in mijn geval gaat dat terugdenken telkenmale gepaard met gemengde gevoelens. Dit alles heeft te maken met een gebeurtenis, die op 22 augustus 2003 insloeg als een bom. Ferry Froeling, mijn adjudant in het onvergetelijke carnavalsjaar 1985, tevens steun- en toeverlaat alsmede ongelooflijk trouwe metgezel, bezwijkt op 57-jarige leeftijd tijdens een potje tennis aan een hartstilstand. Een ongekend groot verlies, dat nog steeds nadreunt en dat ieder jaar met een extra dimensie tijdens het carnaval. Een vertrouweling of intimus pur sang. Een man om te koesteren, een maatje om van te houden.

In de voltallige Prinsen- en Eregarde van De Knunnekes, waarvan ik als oud-prins deel uitmaak, blijft Bourgondiër Ferry voortleven als iemand die er nog steeds bij is. Zelf ben ik blij en trots dat ik ieder jaar tijdens alle activiteiten en festiviteiten, waarbij de leden in vol ornaat worden verwacht, die ene onderscheiding mag dragen met daarop ook zijn naam. Tijdens het traditionele samenzijn van de Prinsen- en Eregarde op carnavalszondag bij het nuttigen van het eerste biertje hebben wij altijd even contact met elkaar. Daarbij kijkende naar onze niet te evenaren onderscheiding met daarop het alleszeggende oftewel voor veel uitleg vatbare motto: 'Bi'j ons stoa'j nooit boetenspel!' Ferry ……... Proost!

DE LIBERO

Reacties of tips: delibero@contact.nl