Miep, Frank, Wieke en Aukje Klein Gebbink zijn klaar voor de Survival Groepsrun. Foto: Henri Walterbos
Miep, Frank, Wieke en Aukje Klein Gebbink zijn klaar voor de Survival Groepsrun. Foto: Henri Walterbos Foto: Henri Walterbos

Gezin Klein Gebbink in de ban van de Survival Beltrum

"We gaan voor het rode bandje"

Door Henri Walterbos

Groenlo - Met zijn vieren zitten ze in de woonkamer met hun survivaloutfit aan, voor het plaatje dat aanstonds geschoten gaat worden in de touwenhindernis in de eigen tuin. Vader Frank Klein Gebbink (51), dochters Aukje (19) en Miep (21), en zoon Wieke (23). Gezamenlijk kijken ze vooruit naar 10 januari aanstaande, wanneer het kwartet Klein Gebbink met elkaar deelneemt aan de survival in Beltrum, in de groepsrun. Moeder Marita hoort de verhalen vanuit een hoekje aan, terwijl ze ondertussen op het fornuis kijkt of haar niets van het middageten aanbrandt of overkookt. Ze is maar wat trots op haar gezin. Een mooi plaatje, vader en zijn drie kinderen. Een unicum in het deelnemersveld. Allen hebben ze dezelfde drive. "We gaan voor het rode bandje. Dat is heilig. Hoelang we erover doen maakt niet, dat rode bandje wel. Dat is de kick," geeft Frank de enige doelstelling weer voor de run.

Frank was vanaf de eerste editie bij de Beltrumse 'koningsrun' onder de survivals betrokken. Niet zo vreemd als je weet dat Frank een zwager is van Jan Maarse, samen met Stef Beunk een van de grote mannen van het eerste uur van de Survival Beltrum. "Ik deed veel aan hardlopen bij de Voshaar, wat toen nog enkel een hardloopclub was. Door de survival Beltrum werd de Voshaar zoals deze nu is.'

Nederlands kampioen
De survivalsport had voor Frank uitgevonden kunnen zijn, als hij vertelt. "Als kleine jongen hing ik al graag in de touwen. Ik maakte zelf touwen die ik zelf knoopte en in bomen hing. Zo slingerden we in het bos van boomhut naar boomhut, als een echte Tarzan," lacht hij. "In dienst was de stormbaan ook al mijn favoriete onderdeel. In Ermelo waar ik gelegerd was, had ik het kazernerecord." Zowel hindernissen als het hardlopen gaan hem goed af. Jarenlang liep Frank dan ook zijn rondjes mee in de Nederlandse top, met als hoogtepunt Nederlands kampioen in 1996 in de koppelrun, met Marcel Scholten.

Moeder Marita zorgt voor de bananen

Bleef Frank altijd wel survivaltrainingen uitoefenen, wedstrijden zette hij op een laag pitje. Mede door een enkelblessure, maar ook omdat hij toetrad tot het bestuur. "Ik wil graag één ding goed doen. Niet twee dingen half." Inmiddels heeft hij geen zitting meer in het bestuur maar is hij één van de vaste trouwe steunpilaren waar de vereniging op draait. "Ik bouw en bedenk hindernissen die ik dan analoog teken en Richard Zwart vervolgens in de computer uitwerkt. Het liefst gecompliceerde hindernissen als de Waterster en de Bok," vertelt hij enthousiast. De aanstaande run is, met tussenpozen weliswaar, zijn 15e Beltrumse deelname. Ook nog eens een keer zijn meest speciale. Met eigen kinderen de groepsrun lopen. Trotser kun je als vader natuurlijk niet zijn. Het is geheel wederzijds aan de lachende gezichten te zien.

Met de paplepel
De survival kregen ze letterlijk met de paplepel ingegoten door onder meer mee te gaan kijken naar survivals waar vader deelnam. "Aukje heeft al eens meegedaan toen ze acht jaar was. Met de apenhang lag ze op mijn buik naar de overkant"' weet Frank nog. Aukje niet meer. Ze verheugt zich op Beltrum. "Wel liever de hindernissen dan het lopen," bekent ze. "Het klauteren en klimmen is zo leuk. We zouden afgelopen jaar al deelnemen met zijn vieren maar toen was ik geblesseerd en is papa met Wieke en twee anderen gegaan. Nu gaat het echt gebeuren. Ik denk dat ik er wel klaar voor ben. Zij hebben meer de kracht, ik de techniek." Wieke is net als vader naast beoefenaar van de sport ook trainer bij de jeugd. "Het is leuk om ook anderen de technieken te leren die je zelf kent." Ook hij is meer van de hindernissen dan het lopen. "Het lopen heb ik niet veel mee. Het is wel ontzettend gaaf dat je na een langzame start in al die hindernissen de anderen weer inhaalt," lacht Wieke, die in Nijmegen, waar hij studeert, ook al een survivalclubje oprichtte. "Met jongens hier uit de buurt, maar studenten van verder weg zijn ook steeds meer geïnteresseerd."

"Voor papa"
Miep hoort de verhalen van haar vader, broer en zus lachend aan. "Ik doe het eigenlijk alleen maar voor papa," bekent Aukje eerlijk. "Het is helemaal niet mijn ding. Helemaal niets met sport eigenlijk. We hebben een keer gezegd dat we het ooit een keer samen gingen doen. Afgelopen jaar zou het eigenlijk gebeuren maar ging het niet door vanwege een blessure. Achteraf maar goed ook. Ik was er nog helemaal niet klaar voor, daar kwam ik achter." Wel traint ze nu sinds de zomer elke zondag met de anderen mee en liep ze met haar broer en zus de survival van Harreveld dit jaar. "Dat ging goed. We wisten zo precies waar we nog voor moesten trainen. En met papa en Wieke als aanjagers moet het lukken, al zal ik af en toe wel een voetje nodig hebben," lacht ze. Als moeder Marita naar haar rol gevraagd wordt is ze kort. "Ik ben coach en zorg voor de bananen onderweg." Net zo belangrijk. Als het rode bandje over de finish komt, is het dan ook het resultaat van 'het collectief.'