Petra Braun. Foto: Eigen foto
Petra Braun. Foto: Eigen foto

Moeten we blijven herdenken?

Zes meningen
uit Nederland
én Duitsland

Door Kyra Broshuis

LICHTENVOORDE - Oost Gelre doet dit jaar voor het eerst mee aan de Nationale Bevrijdingsvuurestafette, op zaterdag 5 mei. Het vuur wordt in de nacht van 4 op 5 mei ontstoken in Wageningen bij het historische Hotel de Wereld. Daarna gaat het vuur via lopers het land in en zal het onder meer alle kernen van Oost Gelre aandoen. Het 4 en 5 Mei Comité Lichtenvoorde is druk bezig met de voorbereidingen voor deze bijzondere dag. Uiteraard wordt er op 4 mei ook in Oost Gelre aandacht geschonken aan de dodenherdenking.

"Bevrijdingsdag is een dag van verbinden", zegt Paul Vallenduuk, lid van het comité en initiatiefnemer van het orkest van Oost Gelre dat de viering van 5 mei muzikaal zal begeleiden. Maar is dat inderdaad zo, een dag van verbinden? En geldt dat dan ook voor de vele Duitsers die in Oost Gelre te vinden zijn? Of is het nog steeds een pijnlijke kwestie voor zowel de Nederlanders als de Duitsers?

'Hoe komt Duitsland ooit van dit etiket af?'
Petra Braun (46), geboren en getogen in Groenlo, verhuisde in 1997 naar Duitsland. "4 en 5 mei zijn in Duitsland geen bekende data. De Duitsers zelf werden op verschillende momenten verslagen. Dat zou betekenen dat ze niet alleen stil zouden moeten staan bij een datum in Nederland, maar ook in Frankrijk, Polen enzovoorts. Persoonlijk vind ik dat het een keer afgelopen moet zijn; zolang het verleden niet het verleden kan zijn, is er geen toekomst en blijven we in de oude energie. Kijk naar Trump, hij noemt Duitsland nog steeds Nazi-Germany. Hoe komt Duitsland ooit van dit etiket af? Natuurlijk moeten we erkennen wat er allemaal gebeurd is. We weten dat dit trauma generatie op generatie invloed heeft. Daarnaast vind ik dat de Duitse slachtoffers nu vaak niet gezien worden."

Brauns collega Daniel Büter zegt dat in Duitsland de oorlog op 8 mei afliep. "Hoe de Nederlanders het eind van de oorlog hebben beleefd, is hier niet echt bekend. In vergelijking met andere landen heeft Duitsland veel aandacht voor de oorlog tijdens de geschiedenislessen. Er wordt ook regelmatig een excursie gemaakt naar een concentratiekamp." Büter voelt zich niet verantwoordelijk, zo vertelt hij. "Maar we betalen nog wel steeds de prijs. We moeten samen zorgen dat zoiets nooit meer gebeurt en dat is niet vanzelfsprekend gezien de actuele opkomst van rechts. En dat overigens niet alleen in Duitsland." Braun vindt het opvallend dat de Duitse jongeren opkijken tegen de Nederlanders terwijl dat andersom allerminst het geval is. "De Duitsers vinden de Nederlands zo relaxed en toegankelijk terwijl de Nederlandse jongeren vaak in de basis toch 'tegen' Duitsland zijn. Dat zie je bij voetbal ook nog steeds. En Duitsers durven vaak niet met eigen auto (met Duits kenteken) naar een Nederlands festival of iets dergelijks. De stemming kan maar zo omslaan.

'Het voelt altijd dubbel'
De Groenlose ondernemer Anke Sitter (53) komt uit Duitsland en woont sinds 1991 in Groenlo. Zij ziet vooral nog het verschil tussen het voormalige Oost- en West-Duitsland. "Ik kom zelf uit Oost-Duitsland en daar was de oorlog zeker een belangrijk onderwerp op school. Ik weet nog goed dat ik als 14-jarige mijn identiteitsbewijs moest ophalen; dat deden we met de hele klas samen bij het bekende concentratiekamp Buchenwald. Het idee daarachter was dat je je dan bewust werd van je identiteit en er verantwoord mee om moest gaan. 5 Mei in Nederland voelt vreemd. In Duitsland herdenken we het einde van de oorlog op 8 mei. Dat is een hele waardige gebeurtenis waarbij aandacht is voor bijvoorbeeld de Russische slachtoffers. De viering in Nederland vind ik confronterend; het zijn toch de Duitsers… maar dat is mijn eigen gevoel. Ik ben er zelf niet vaak op aangesproken. Het is goed dat er aandacht is voor het verwoestende effect van een oorlog maar ik weet niet of het per se in relatie tot de Tweede Wereldoorlog moet staan. Er zijn zoveel andere oorlogen geweest. Het voelt wat dubbel, zeker ook als je kijkt naar de Nederlanders destijds in Indonesië. Er zitten gewoon meer kanten aan." Sitter merkt wel dat Duitsland nog steeds met een schuldgevoel kampt. "Dat zit heel diep maar die generaties verdwijnen langzaam. Er zijn helaas nog wel steeds veel nationalisten die niet de nodige lering hebben getrokken uit het verleden. Zelf doe ik niets aan 4 en 5 mei maar dat heeft een andere reden. Ik ben tegen elke vorm van militarisme. Militair ingrijpen heeft nog nooit iets opgelost of iets goed bereikt. Een dergelijke herdenking riekt toch naar verheerlijking van het militarisme en dat hoeft voor mij niet."

'Gemeenschappelijk herdenken waarbij het voorkomen van herhaling centraal staat'
De Duitse Nicky Eppich (43) werkt in Nederland als beleidsmedewerker grensoverschrijdende samenwerking bij de gemeenten Oost Gelre en Winterswijk. Eppich ziet zichzelf als een Nederlandse Europeaan met een Duitse achtergrond. "4 en 5 mei heeft eigenlijk nog weinig aandacht in de Duitse media en dat komt denk ik doordat Duitsers nog niet worden betrokken bij deze dagen. Voor Duitsland is 8 mei de datum dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Dan wordt er in de media en in de politiek aandacht aan besteed en worden gruweldaden herdacht. Verder staat de tweede adventszondag in november als Volkstrauertag in de kalender. Op deze dag wordt door de Duitse regering in de Bundestag (de Duitse Tweede Kamer) een uur lang stilgestaan bij de slachtoffers van oorlogen in het algemeen en de Tweede Wereldoorlog in het bijzonder." Eppich vindt dat we moeten blijven herdenken. "Zonder herdenken geen bevrijdingsfeest. Niet mijn tekst, maar wel treffend. Ja, ik vind het belangrijk dat er niet vergeten wordt. Dat mensen verschrikkelijke dingen gedaan hebben, dat mensen geleden hebben en dat er ook heel erg moedige mensen waren. Dit geldt voor alle mensen en alle landen. De Duitse jeugd wordt op school zeer goed geïnformeerd over het Nationaalsocialisme en de ellende die daaruit ontstond in de jaren 30 en 40. De laatste jaren zie je echter ook een andere trend ontstaan. De jongeren hebben namelijk het gevoel dat zij verantwoordelijk gesteld worden voor daden die in de tijd van hun grootouders gepleegd zijn. Hierdoor gaat men zich tegen het herdenken an sich verzetten. Mede daarom ben ik een groot voorstander van het gemeenschappelijk herdenken waarbij niet de schuldvraag, maar het voorkomen van herhaling en eerbetoon centraal staat."

'Jongeren zijn nog steeds negatief over Duitsland'
Mohlin Walterbos (20) uit Groenlo woonde 8 jaar in Duitsland, ging daar naar het voortgezet onderwijs en woont inmiddels weer in Nederland. "Wij leerden op school veel over de Tweede Wereldoorlog. Elk jaar gaat er een groep leerlingen naar Berlijn waar je echt ziet wat er allemaal gebeurd is toen. Aan de bevrijding van Nederland wordt niet echt aandacht geschonken. Ik merkte dat vooral oudere mensen nog steeds moeite hebben met de rol van Duitsland én hoe ze daar door Nederlanders op worden aangekeken. In Nederland merk ik dat er nog steeds veel jongeren zijn die negatief over de Duitsers zijn. Woorden als 'moffen' worden nog steeds gebruikt. Dat vind ik triest, niemand heeft het zo gewild. De jongeren in Duitsland kijken tegen de Nederlanders op en voelen zichzelf nog minderwaardig. Absoluut onterecht, Duitsland is een heel mooi land en het is jammer dat ze nog steeds moeite hebben met iets waar zelf niets mee te maken hebben gehad."

'Laten we er een Verzoeningsdag van maken'
Edwin Kok (51), Grollenaar van geboorte en nu woonachtig in Lichtenvoorde, werkt bij EUREGIO op de afdeling grensoverschrijdend Bureau voor Toerisme. "Ik ben er een groot voorstander van om de Bevrijdingsdag te veranderen in een Verzoeningsdag. Dat hoeft niet per direct maar straks, als alle direct betrokkenen overleden zijn, lijkt me dat een goed alternatief." In zijn werkomgeving, waar Nederlanders én Duitsers werken, is 4 en 5 mei geen thema. "Absoluut niet. We kunnen hier zelfs grappen maken over de oorlog. En het is natuurlijk ook nog eens zo dat de Nederlanders ook hele erge dingen hebben gedaan. Wij hebben het toch ook niet meer over het VOC-tijdperk? Wat mij betreft zijn de Duitsers, op uitnodiging, ook van harte welkom bij Dodenherdenking. Juist om te benadrukken dat het verleden geweest is en we nu goed met elkaar omgaan. Ik werk in het toerisme en daar horen we veel goede verhalen van de Duitsers over Nederland. Natuurlijk zijn er cultuurverschillen maar we zijn allemaal Noord-Europeanen. Nederland staat in Duitsland heel goed aangeschreven en dat zou andersom ook zo moeten zijn. Het is een mooi land en ook nog eens onze belangrijkste handelsnatie."

Anke Sitter. Foto: Eigen foto
Mohlin Walterbos. Foto: Eigen foto
Edwin Kok. Foto: Eigen foto
Nicky Eppich. Foto: Eigen foto