Harry Klein Tank

Vervolg van de voorpagina

Vincentiaan vanuit het bankwezen
Harry Klein Tank, geboren op 29 mei 1932 in Lievelde, is na zijn huwelijk in 1961 samen met Betsy te Brake in Groenlo komen wonen aan eerst de Lichtenvoordseweg en sedert 1985 aan de Oude Aaltenseweg. De ouders van drie zonen - Martin, Albert en Richard - praten in koor over het verleden en het heden, waarbij de Vincentiusvereniging bij alles helemaal centraal staat. Klein Tank geeft daarbij aan dat zijn voormalige werkgever, de Rotterdamse Bankvereniging later ABN-AMRO Bank op de Markt in Groenlo, waarbij hij 43 jaar en in allerlei functies heeft gewerkt, de aanleiding is geweest voor zijn binnenkomst bij de Vincentiusvereniging. "Het was destijds collega Ter Reegen die mij daartoe aanspoorde. En ik moet zeggen dat ik daarvan tot op de dag van vandaag geen spijt heb gehad. Naast de functies secretaris, penningmeester en waarnemend voorzitter in het bestuur, heb ik mij beziggehouden met tal van zaken. Op dit moment draai ik nog mee in de diensten kledinginzameling, bezoek ik de maandelijkse vergadering en coördineer de inzameling gebruikte brillen ten behoeve van Roemenië. Voor al dat werk in combinatie met de organisatie Caritas heb ik ooit de pauselijke onderscheiding Pro Ecclesia et Pontifice mogen ontvangen."

Brieven per luchtpost
Terug naar alle missionarissen, waarmee hij in de afgelopen halve eeuw veelvuldig contact heeft gehad, verschijnt er een lach op het gezicht van Klein Tank. "Vergeet niet dat wij in de huidige tijd gebruik kunnen maken van e-mail, Skype, WhatsApp en andere technologie, maar dat in de beginjaren de communicatie slechts bestond uit het sturen van brieven per luchtpost. Desondanks is er gedurende al die jaren over en weer een correspondentiecyclus ontstaan die zijn weerga niet kent. De veelzijdigheid, beter gezegd de verscheidenheid was enorm, want de missiegebieden waarheen de Groenlose zusters en broeders uitweken waren in diverse wereldgebieden verspreid, waaronder Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Na een begin met de uitgifte van stencils, werd er naast het bieden c.q. aanreiken van financiële steun en allerlei goederen gezorgd voor een heus 'Thuisfrontboekje', dat ieder kwartaal werd uitgegeven. Hierbij kwamen met name de persoonlijke verhalen van de missionarissen, afgewisseld met foto's, nog meer dan voorheen uit de verf."

Een stille dood gestorven
Harry Klein Tank beseft als geen ander dat al dat werk letterlijk en figuurlijk een stille dood is gestorven. "Inmiddels aan het eind van een vijftigjarige periode Thuisfront is het merendeel van de uit Groenlo afkomstige missionarissen overleden. Daarnaast zijn een aantal missionarissen, inmiddels op leeftijd, blijvend naar Nederland teruggekeerd om de oude dag door te brengen in een wooncentrum van hun eigen congregatie."
Klein Tank geeft aan dat al het werk in de afgelopen vijftig jaar, bestaande uit de meest uiteenlopende vormen van correspondentie (verjaardagskaarten, brieven met Kerstmis, Pasen en dergelijke), alsmede het overmaken van geldbedragen en het beschikbaar stellen van gereedschappen, machines enzovoort, plaats heeft gemaakt voor ontwikkelingswerk in de breedste zin van het woord. In dit geval ontwikkelingswerk, uit te voeren door en vanuit de meest uiteenlopende non-gouvernementele hulporganisaties. "Het begrip 'missionaris' is daarmee langzamerhand verleden tijd geworden. Slechts de herinneringen blijven."