Torenwachter: Zwarte Cross vraagt op de duur alleen om fantasievolle mensen

Er is wat festivals betreft sprake van een merkwaardige zo niet markante ontwikkeling, beste Grollenaren. Festivals zijn helemaal hot, in, spreken zeer tot de verbeelding en vele honderdduizenden mensen bezoeken die festivals, evenementen. Het is een soort roes waar ze (we) in verkeren en het is zeker ook een uitlaatklep voor de wellicht te hoge eisen die in het dagelijkse leven aan een mens worden gesteld en dan ís een festival ook een mooie uitlaatklep of afkickmoment.

Wij kennen hier ook vele festivals en daarbij is de Zwarte Cros natuurlijk koploper. Oost Gelre is zoals het bestuurlijk al een aantal jaren geleden werd uitgedrukt een 'evenementengemeente'. We hebben er vele, van groot tot klein. Maar er is iets op opvallends mee aan de hand. Eigenlijk worden evenementen door de overheid steeds meer ingesnoerd, van steeds meer voorschriften voorzien en van talloze randvoorwaarden. Dat komt natuurlijk mede allemaal door de problemen in Haaksbergen en Enschede.

Je ziet nu als er iets te doen is meteen al een groot bord met evenemententerrein. En daar staan helemaal geen leuke grappen op, maar talloze ge- en verboden en in het algemeen allemaal zaken waar je op dat moment het hoofd niet naar hebt staan. De tijden dat je gewoon naar een feest kon, je fiets ergens achteloos in een zijstraat droppen en dat het feest vervolgens kon beginnen, liggen ver achter ons, heel ver. Misschien dat de Eefseler kermis, waar ik het wel vaker over gehad heb, nog een tikje nostalgie uitstraalt, maar de dwingende borden zijn ook daar niet ver meer weg!

Maar ondanks het feit dat alles aan alle kanten (juridisch) wordt ingesnoerd lijkt dat de mens toch nog niet te deren. En ik vind dat dit bij de Zwarte Cross het meest opvalt. Van oorsprong natuurlijk echt een 'zwarte' cross, alles kon, niets was te gek, het was allemaal geweldig, zorgeloos ook en eindeloos in zijn vrolijkheid, lekker allemaal buiten de burger-moraaltjes en paadjes. Verhalen over van tevoren al ingegraven bierkratten en zo kwamen tot ons en doemden op tijdens vrolijke carport-barbecues en dienden als bewijs dat toch alles eigenlijk nog mogelijk is.

Maar ook daar bij die Zwarte Cross wordt aan alle kanten gewerkt aan een steeds strakker beleid, een insnoering van de zo bekende zorgeloosheid en vrijheid. Vorige week enkele verhalen in de kranten met felle koppen. "Zwarte Cross wil af van bed van drinkbekers", (prachtige kop trouwens) en "Zwarte Cross gaat rokers bekeuren". Niet meer roken onder een bedekte hemel; alleen nog onder de blote hemel. Voor zo lang het duurt. Ik hoorde een paar mensen - niet van humor ontvreemd - zeggen dat dit wel een mooie maatregel is, want als je met een kleine boete bij de Zwarte Cross wordt weggestuurd blijft er heel veel geld over om lekker in je eigen stamcafé te gaan zitten (met rokersruimte). Zit wat in.

Je ontkomt niet aan allerlei maatregelen en die zullen ook nog eens alsmaar toenemen. Maar toch is er iets met die festivals dat dit de pret niet lijkt te drukken. Bij de Zwarte Cross is toch naar mijn idee het gevoel van vrijheid, onbezorgdheid, ongebondenheid; een stukje DNA dat erin zit. Maar de verzwaring van de voorwaarden waaronder en de druk van bovenaf leggen beperkingen op.

En het is dus interessant te zien hoe dit de komende jaren gaat uitpakken. Of de fantasie van de mensen voldoende zal zijn het alsmaar strakker wordende keurslijf te blijven weerstaan.

Of dat nieuwe gebruiken hun intree zullen doen. Boeiende tijden.


Torenwachter