Charles Barnaart met een foto van zijn moeder; letterlijk en figuurlijk op handen gedragen door haar vier kinderen. Foto: Kyra Broshuis
Charles Barnaart met een foto van zijn moeder; letterlijk en figuurlijk op handen gedragen door haar vier kinderen. Foto: Kyra Broshuis

Knuppelgooien dankzij Leentje Barnaart

‘Er deed vroeger wel degelijk een vrouw mee aan het vogelschieten’

Door Kyra Broshuis

GROENLO - Hij las in de deze krant over het vogelschieten met de Grolse kermis en dat daar dit jaar voor het eerst, en mogelijk laatst, vrouwen aan mee mochten doen. Dat klopt niet, zegt Charles Barnaart (67). Zijn moeder deed in de jaren zestig al mee aan het vogelschieten.

Klein vrouwtje
Veel Grollenaren zullen zich haar nog kunnen herinneren; Leentje Barnaart. Een klein vrouwtje van nauwelijks 1,55 meter. Zoon Charles vertelt dat zijn moeder zeker in 1965 en 1966 meedeed aan het vogelschieten. “In de jaren zestig van de vorige eeuw had men er totaal niet op gerekend dat een vrouw zich zou opgeven voor het vogelschieten. De uitsluiting van het feminiene deel van de Grolse bevolking zou anno nu kunnen worden opgevat als discriminatie.Mijn moeder schoot altijd raak, de flarden vlogen er vanaf. Volgens de verhalen wilde men geen vrouw als schutterskoning en mijn moeder mocht niet meer meedoen. Ze was daar zeer verontwaardigd over. ‘Alsof je terug in je hok wordt gestuurd’, zei ze. Toen is in 1967 is het knuppelgooien voor vrouwen ingevoerd. Mijn moeder werd de eerste knuppelkoningin. Best knap voor zo’n klein vrouwtje.”

Leren schieten op Java
Leentje Barnaart leerde schieten bij haar ouderlijk huis op Java. Het gezin Barnaart kwam in het kader van de repatriëring in 1956 van Indonesië naar Nederland. “Vader en moeder hebben in een Jappenkamp gezeten maar daar hebben mijn ouders niet over willen praten. Het enige dat we weten is dat bij onze vader de nieren kapot zijn geslagen met bamboestokken. Sporadisch vertelde hij wat over de vreselijke martelingen daar.” Het gezin Barnaart kwam via een omweg in 1958 in Groenlo terecht.

'Ze was een bijzondere vrouw, klein maar dapper'

Tennis en het geloof
Leentje Barnaart was een bekende verschijning en zeer fanatiek op de Grolse tennisbaan. En zeer gelovig, vertelt haar zoon. “Ze ging veel naar de kerk en was ook één van de eerste vrouwen bij het koor van de Mariakerk. Ze vertelde weleens dat ze steeds verder naar achter geschoven werd. Ze werd op haar 43ste weduwe en bleef achter met vier kinderen waarvan de jongste net een jaar oud was. Ik weet nog dat we rond moesten komen van 35 gulden in de week. Daarmee moest alles bekostigd worden waaronder huur, energiekosten, kleding, schoolgeld en eten voor vijf personen. De enige keer dat we nieuwe kleren kregen, was voor onze eerste communie. Ze is pas op latere leeftijd gaan tennissen en heeft daar veel successen mee behaald. Zo werd ze vijf keer achter elkaar clubkampioen van de GTC. Ook heeft ze zichzelf, toen ze 65 was, nog zwemmen geleerd bij zwembad De Papendijk.”

Rabiës
Leentje ging in 1998 op bezoek bij één van haar andere kinderen in Cambodja en daar ging het mis. “Ze is daar gebeten door een aap en heeft zeer waarschijnlijk toen het rabiësvirus opgelopen, dat is naar haar hersenen geslagen. Ze kreeg zowel Parkinson als Alzheimer en ging snel achteruit. Ik woonde in die tijd op Bali en ben in 2002 teruggekeerd in verband met de toestand van mijn moeder. Ik heb 24 uur per dag voor haar gezorgd tot ze in 2009, overleed. Ze is 90 jaar geworden. Als ik door Groenlo fiets en met iemand aan de praat kom over het verleden, dan is er altijd wel de herinnering van dat kleine vrouwtje op de fiets met een tennisracket. Dat is mooi. Ze was een bijzondere vrouw, klein maar dapper.”