De Torenwachter ruziet met Prins Fredrik Hendrik

Als je praat van je de pleuris schrikken beste Grollenaren: Ikke! Zit ik daar in het weekend lekker in mijn hoge Torenzit tussen de wolken een sigaar te roken (dat gezeur dat je niet mag roken in openbare gebouwen geldt boven niet, dat is alleen voor het laag-bij-de-grond-werk) en kijk ik met tevredenheid naar de nijvere bouwers van de Slag om Grolle onder mij. Hoe allerlei verdedigingsmiddelen worden opgetuigd, hoe alles wordt vastgeklonken, verankerd, geketend, schrap gezet, weerbaar gemaakt en wat al niet meer. Hoe Grolle weer 1627 wordt.

Ik denk: Nou, als die Staatsen nog tot hier willen doordringen dan moeten ze wel van heel goede huize komen. Ik hoor kreten als 'köw dit ook nog verstarken met ne bak bier?' Het nuttige met het aangename verenigen, dat is hier altijd al zo geweest. Ik zie al talrijke dames die eruitzien alsof het feest al is begonnen terwijl we eerst nog de narigheid van de Slag moeten zien te overleven. Ik heb in geen jaren zoveel charmante dames zien voortschrijden in creaties waar je je vingers bij aflikt. Er moet hier toch vroeger wel een enorme rijkdom zijn geweest want schamel geklede types zitten er niet bij. De Slag haalt het beste in de mens naar boven en het beste uit de kast.

Er heerst ook een zekere uitgelatenheid, eindelijk weer eens reuring in de tent, eindelijk weer eens het harde werk en niet dat gezemel over elkaar begrijpen, meevoelen en meebeleven. Gewoon de beuk erin; knokken, vechten, het lijkt Doetinchem wel. Maar dan ineens is er paniek, woedend geschreeuw en gevloek en ik zie tot mijn verbazing Prins Frederik Hendrik die wordt achtervolgd door withete poorters. Die vermaledijde Stedendwinger heeft zich stiekem laten insluiten en probeert nu van binnenuit de stad aan te vallen! Ze achtervolgen hem, maar hij duikt de kerkers onder het stadhuis in.

'Doar mot den ook hen' hoor ik roepen, maar ineens doemt hij naast me op. Toch een onderaardse kelder van Stadhuis naar Toren! Help me, roept hij maar dan word ik ineens zo chagrijnig en zo agressief, as de neten zeggen ze hier. Ik weet niet hoe het komt maar ik ontsteek in woede. Die Prins Frederik Hendrik die moet de stad aanvallen, maar nu zit-ie in de Toren om mijn hulp verlegen.

Hoor eens vriend, zeg ik maar dat laatste woord klopt al niet; hoor eens vriend, je zou gewoon de stad Grol moeten aanvallen zoals het in de boeken staat. Dat hebben eclatante Grollenaren niet voor niets uitgeplozen. En dat er dus een veldslag komt en dat al die huurlingen in de loopgraven moeten en de kanonnen laten bulderen en dat jij pas naar de stad komt als die is gevallen. Dat je pas uit je jofele Lieveldse tent vertrekt als de Slag is geslagen. Niet nu al proberen goede sier te maken en het feest te bederven. Zo van: Kijk eens wie ik wel niet ben. Zonder de geschiedenisboekjes was jij ook niks en gedraag je daar dan ook naar. Ik begin echt te schreeuwen. De mensen betalen hier 15 dukaten of zo om de strijd te kunnen volgen terwijl jij al lekker in de stad zit. Zo zijn we niet getrouwd makker en we zijn trouwens ook niet getrouwd. D'r uit naar je tent en hou je aan de regels!

Hij begon te stamelen; zo heb ik het niet bedoeld. Het was een lolletje. Rare Staatse snaak roep ik; lol maken we hier zelf.

D'r uit en d'r pas in hier als de geschiedenis het zegt.


Torenwachter