Niks mag, alles moet

Ik dacht dat ik in mijn familie de stemming wel eens even zou kunnen opstuwen, zo vlak voor het carnaval, beste Grollenaren. Forget it!

Ik zei dat ik in carnavalstijd altijd kom opdraven met de zin: ik zie jullie tussen de ballonnen. Een prachtige openingszin toch of niet dan? Nou, dat kon helemaal niet meer. Of ik niet wist dat ballonnen helemaal, maar dan ook helemaal uit den boze zijn? Al dat plastic dat in de natuur terechtkomt, dat ik daar niet aan dacht. Dat is toch gewoon verschrikkelijk; hoezo ze hebben bij de Knunnekes een ballonnenfonds? Ze hádden een ballonnenfonds man! Als je nog eens iets weet, riep een enorm familie-ei. Dat is zo'n ei dat ik verdom om zijn naam hier te noemen. Dat gun ik hem niet, zo'n ei dus.

Ik besloot het over een andere boeg te gooien. Nou, als er geen ballonnen meer mogen worden gebruikt dan zal dat bij de carnavalisten een hoop vuurwerk opleveren riep ik, in de hoop de stemming toch wat jofeler te krijgen. Dat had ik nou niet moeten zeggen. Ik werd overvallen door geschreeuw dat vuurwerk helemaal niet meer mag. Dat ik dat niet gelezen had. Of ik wel eens in een krant keek, of de teevee wel eens volgde. Dat in heel Nederland en dus ook in dat Grolle het kabaalvuurwerk voor eens en voor altijd is verboden en dat ook het siervuurwerk eraan zal gaan. Want vuurwerk is vuurwerk en het is ook zo dat de mensen die geen vuurwerk afsteken, wel altijd de boel op straat moeten opruimen omdat de vuurwerkafstekers dan in hun nest liggen te ronken en de fatsoenlijke burger dan de straat moet herstellen. Daar moest ook een eind aan komen, riep dat hele maar dan ook hele vervelende familielid en ik dacht stiekem wanneer er aan hem een eind zou komen. Maar dat zei ik wijselijk niet.

Nou ja, zei ik - nog steeds in een poging de stemming er toch een beetje in te krijgen - we kunnen in elk geval met carnaval lekker een polonaise op straat lopen en dan intussen heerlijk een biertje drinken, twee genotsdingen in ene keer lachte ik.

Of ik totaal van god los was vroeg het ei. Of ik niet wist dat je altijd maar dan ook altijd een vergunning nodig hebt om een optocht te houden en dat je nooit maar dan ook nooit met een glas bier over straat mag lopen. Dat is ook heel gevaarlijk en het is goed dat aan die wanorde paal en perk wordt gesteld. Want in zo'n carnavalstijd doen ze hele gekke dingen en je kunt als eerzaam burger dan niet eens gewoon fatsoenlijk door de straten wandelen.

Ik raakte een beetje moedeloos maar besloot toch nog een poging te wagen. Maar gewoon buiten een sigaartje opsteken, even een paar moppen op de hoek van de straat, dat is toch iets moois probeerde ik. Roken zeg, alleen het woord al; zo'n middeleeuws woord, de indianen en zo deden dat. Die wisten ook van niks, maar een mens uit de 21ste eeuw? Hij trok om zijn verachtelijkheid voor de kwestie te uiten quasi een wenkbrauw op.

Dat roken moest overal worden verboden zei 't ei; het was maar goed dat de Spoorwegen dat op de stations al hadden gedaan. Laten die rookverslaafden in hun eigen krotje gaan dampen. Niet gek, lekker bij de openhaard zei ik. Dat wordt binnenkort gelukkig ook verboden, bromde hij.

Met carnaval gaat-ie wandelen in Oost-Groningen.

Volgend week gaat het echt over carnaval.


Torenwachter