Profcontract voor Daan Rots bij FC Twente
'Er liggen nu best wel heel veel kansen'
Door Henri Walterbos
GROENLO/ENSCHEDE - Bij SV Grol maakte Daan Rots (18) als aanvoerder van de E1 deel uit van de zogenaamde ‘gouden lichting’ waar de hoofdmacht de komende jaren de vruchten van hoopt te plukken, na een aantal magere jaren. Daan maakte na een kampioenschap in de hoofdklasse en de titel beste E1-team van Oost-Nederland 8 jaar geleden de overstap naar FC Twente. Na 8 jaar hard werken, naast zijn studie Marketing & Communicatie op het Johan Cruyff College in Enschede, kwam de beloning voor zijn inzet met het tekenen van een contract voor een jaar, afgelopen week, met de optie voor nog een jaar. “Ik wist voor mezelf dat het dit jaar moest gebeuren en dat rond april altijd bekendgemaakt wordt of je door bent of niet. Afgelopen seizoen heb ik in de tijd dat ik speelde wel goed gespeeld en een goed rendement gehaald. Misschien had ik wel een klein beetje een voorgevoel dat het zou kunnen lukken, maar je weet dat nooit zeker. Een maand geleden werd ik gebeld dat Twente me een contract aan wilde bieden.” Daan is er blij mee. Ook de combinatie met zijn studie. “Dan kan ik mooi mijn laatste jaar van de studie afmaken. Dat vind ik belangrijk. Daarna kan ik me dan nog mooi een jaar laten zien bij FC Twente, als Twente de optie ligt. Dan zie ik aan het einde van het jaar wel of het contract bij Twente open wordt gebroken of dat ik dan misschien voor een andere club in aanmerking kom.”
Slagen
Daan is voornemens bij de Enschedese BVO (betaald voetbal organisatie) te slagen. “Dat is altijd mijn doel geweest. Ik ben al mijn hele leven voor FC Twente. Na zoveel jaar in de academie te hebben gespeeld en ze me eindelijk een contract aanbieden, dat doet goed.” Het ligt in de bedoeling dat Daan zijn eerste jaar als prof in het team O21 uitkomt. “Ik zal daar de meeste speelminuten maken, maar ik wil wel zoveel mogelijk aansluiting vinden bij het eerste team. In de voorbereiding ga ik met het eerste mee. We moeten alleen nu nog kijken hoe dat allemaal gaat in deze coronatijd, wanneer het weer van start mag gaan.” Daan hoopt dat het in de voorbereiding zo goed gaat dat hij al direct bij de hoofdmacht mag aansluiten. “Daar wil ik natuurlijk graag voor gaan, want daar leer ik natuurlijk het meest. Dan kan mijn ontwikkeling zo goed mogelijk doorgaan. Dan kan ik echt veel beter worden nog, denk ik.” FC Twente gaat bouwen aan een zo goed als nieuw team, is overal leesbaar in de media. Met daarbij het accent op spelers uit eigen regio. Wellicht vergroot dat zijn kansen. “Er liggen nu best wel heel veel kansen”, is Daan ook van mening.
Broers
Naast Daan kent het gezin Rots nog twee getalenteerde voetballers. Jongste broertje Mats speelt eveneens bij FC Twente, broer Tiem speelt nog steeds in het blauw-wit. “Mats en Tiem vinden het allebei wel heel erg gaaf. Eerst zeiden ze er niet veel van, maar als je ze dan aankeek moesten ze allebei lachen, vinden ze het wel mooi voor mij. Mats heeft ook te horen gekregen dat hij een jaar door mag in de O15. Tiem heeft dat ‘moeten’ minder.” Toch is ook hij een talent. Tiem sluit komend seizoen aan bij Grol 1. “Ik vind dat hij dat wel kan. Hij kan daar nog best wel stappen maken in plaats van alleen maar bij zijn eigen lichting te spelen. Bij Grol 1 hebben ze nu goede trainers met William Krabbenborg en Jos Heutinck. Dat is echt een topzaak. Een hele goeie zaak wat die mannen doen. William die belt Tiem al op van hoe het gaat, hoe sta je er in, hoe gaat het thuis. Dat zijn van die kleine dingen waarmee je spelers een beetje tevreden houdt. Dan voel je echt dat ze naar je omkijken.” Omdat Daan zelf op zaterdag speelt kan hij mooi naar zijn broer gaan kijken, toch? “Klopt. Dan kan ik mooi zondag half drie langs de lijn staan om naar hem te kijken.” De band met Grol is altijd gebleven. Naast het spelen van zijn broers daar, vader Mark die er verschillende functies bekleedde, spelen zijn vrienden er. “Grol zit nog altijd in mijn hart. Daar ben ik begonnen. Als ik de kans heb om bij Tiem of een van mijn vrienden te kijken, dan ben ik er meestal wel. Dat vind ik wel belangrijk.”
