Dinie Koppelman-Baten in haar achtertuin van 't Spieker. Foto: Theo Huijskes
Dinie Koppelman-Baten in haar achtertuin van 't Spieker. Foto: Theo Huijskes Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?

Dinie Koppelman-Baten en Benny van Dongeren

Door Theo Huijskes

GROENLO - Voor veel actieve ouderen is het afzien in de huidige tijd. Hoe komen mensen de dagen door? Kunnen ze hun draai vinden, piekeren ze veel of berusten ze in hun situatie? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal Groenlose ouderen.

'Ik kom nu niet

verder dan

de achtertuin,

maar mijn

kinderen en

kleinkinderen

wonen dicht

in de buurt'


Trots op mijn vijf echte Grolse kinderen en vier kleinkinderen
In de persoon van Dinie Koppelman-Baten ontmoeten wij in huize ’t Spieker aan de Oranjestraat een vrouw, die weliswaar niet meer goed ter been is, maar zich geestelijk en daarom ook in woordgebruik nog goed kan meten met alle leeftijdsgeneraties.

“Weet je, het coronavirus is voor velen onder ons een ramp. Maar het heeft geen zin voor mij om te gaan klagen. Ik woon hier weliswaar alleen en kom in deze tijd niet verder dan de achtertuin, maar al mijn kinderen en kleinkinderen wonen dicht in de buurt. Wel is het een crisisperiode, waarin ik mijn man Joop, overleden in 2013, extra mis.”

Aldus de op 8 december 1931 in de gemeente Eibergen geboren Dinie, die de emotionele herinnering aan haar man, in vroegere jaren een bekwaam bouwvakker, tevens meester-metselaar en daarvoor enkele malen onderscheiden, weer heel snel weet in te ruilen voor een vrolijke, vooral positieve kijk op het leven. “Mijn kinderen (Charles, Dorien, André, Rudy en Marjo) zijn mijn alles en staan altijd voor mij klaar. Wanneer zij één aspect van mijn man Joop, waarmee ik bijna 53 jaar getrouwd ben geweest, hebben meegekregen, dan is het wel dat zij net als Joop in hart en nieren echte Grollenaren zijn. Zelf heb ik mij ook vanaf het allereerste moment dat ik in Groenlo ben komen wonen een trotse Grolse ‘deerne’ gevoeld. Na ruim tien jaar in de Bernardstraat en twee jaar in de Margrietstraat, hebben wij altijd in dit onderkomen, met daaraan door Joop de naam ’t Spieker gegeven, gewoond. Dat was destijds een grote wens van Joop om naast zijn ouderlijk huis een nieuwe woning te bouwen.”

Terwijl Dinie spiekt op het vooraf geschreven briefje met informatie over haar verleden, glundert ze van oor tot oor. “Zoals gezegd, heb ik mij in Groenlo altijd als een vis in het water gevoeld. Ben niet voor niets 50 jaar lid geweest van de Groenlose Vrouwenvereniging. Verder heb ik mij jaren achtereen kostelijk vermaakt als actief lid van de zangvereniging Excelsior. Daarnaast heb ik bijzonder dankbaar vrijwilligerswerk mogen verrichten door onder andere kapeldiensten te draaien en communie uit te reiken in woon-zorgcentrum De Molenberg, mij in te zetten voor de organisatie Tafeltje-dek-je en het lopen van meerdere collectes in ons mooie Grolle. Nu dat alles niet meer kan en daarbij met name de benen mij in de steek laten, lees ik veel en beoefen ik één van mijn grootste hobby’s, te weten: puzzelen.”        

Sander en ik zijn twee handen op één buik
In de woonkamer van zijn woning aan de Buitenschans in Groenlo branden dagelijks enkele kaarsjes bij de foto’s van zijn op 18 september 2016 overleden echtgenote Henny. Het zijn overigens niet alleen de kaarsjes, maar ook andere in het interieur verwerkte herinneringen, die hem doorlopend het gevoel geven dat zijn grote liefde, steun en toeverlaat nog op iedere dag van de week in zijn directe nabijheid aanwezig is. “Het was en blijft mijn grote liefde. Daarom is het gemis zo gigantisch groot.”

Zittend in een geriefelijke fauteuil staart Benny van Dongeren voor zich uit. De huidige coronacrisis valt de bijna 81-jarige Benny, vader van Susan en Sander, in meerdere opzichten erg zwaar. “Weet je dat ik enorm uitkijk naar aanstaande donderdag wanneer ik na al die weken weer een potje mag dubbelen met mijn tennismakkers?

Verder mag ik graag fietsen en ben ik thuis bijna verslaafd aan het puzzelen, waarbij mijn voorkeur uitgaat naar de zogenoemde doorlopers.

Naast het vele telefonische contact met mijn doodzieke lievelingsbroer Henk, onderhoud ik natuurlijk de nodige contacten met mijn beide kinderen, schoonzoon Chris en de beide kleinkinderen Robin en Nikki, maar het coronavirus legt ons de nodige beperkingen op. Dit zeker omdat ik gelet op mijn leeftijd tot de risicogroep behoor."

'Sander heeft

het erg

moeilijk met

de maat-

regelen

waardoor hij

praktisch

geen kant op

kan. Daar maak

ik mij best

zorgen om.'


Benny maakt zich vooral zorgen om zijn gehandicapte zoon Sander. "Sander kan er moeilijk mee omgaan dat hij vanwege het coronavirus min of meer opgesloten zit in de woonvoorziening De Schans/Jaartsveld van De Lichtenvoorde, waar hij ook geen bezoek mag ontvangen.

Daar komt nog eens bij dat hij praktisch geen kant op kan, omdat in deze tijd ook het activiteitencentrum aan de Parallelweg is gesloten. En laat dat nu juist zijn favoriete plek zijn, waar hij zich helemaal kan uitleven. Het enige contact dat ik met hem heb, is als hij hier samen met zijn begeleidster op de driewieler even voorbijkomt. Zo kunnen we bijna dagelijks buiten op de inrit op afstand even een praatje maken. Daarnaast heeft hij gelukkig nog één ander uitje en dat is tweemaal per week een bezoekje brengen aan Jan’s Dranken voor het kopen van enkele bijzondere biertjes.”                


Benny van Dongeren in zijn woning aan de Buitenschans. Foto: Theo Huijskes