Rob Rouwhorst in de achtertuin van zijn woning. Foto: Theo Huijskes
Rob Rouwhorst in de achtertuin van zijn woning. Foto: Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?

Deze week met Rob Rouwhorst en Toon Bruggeman

Door Theo Huijskes

GROENLO - Voor veel actieve ouderen is het afzien in de huidige tijd. Hoe komen mensen de dagen door? Kunnen ze hun draai vinden, piekeren ze veel of berusten ze in hun situatie? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal Groenlose ouderen.

Een man om veel bewondering voor te hebben!
In oktober 1996, en dat inmiddels bijna 24 jaar geleden, stond van het ene op het andere moment het leven van Rob Rouwhorst (76) letterlijk en figuurlijk in brand. Een gigantische explosie in een opslagtank voor olie van het Twents Oliecentrum Strijbosch kostte hem en zijn collega bijna het leven. Om zijn geheel in brand staande lichaam te kunnen redden, wist hij met inzet van al zijn krachten vanaf de hoge silo naar beneden te komen om zich een weg te banen richting het Twentekanaal. Daaruit werd hij vervolgens op het droge gebracht door toegesnelde collega’s om daarna met de ambulance richting het Enschedese ziekenhuis te worden vervoerd. Daar alsmede tijdens een drie maanden durend verblijf in het Brandwondencentrum van Beverwijk werd een 73% met daarbij 50% derdegraads verbranding vastgesteld, waarmee vervolgens circa 50 operaties gemoeid gingen.
Wanneer een openhartige, bijzonder positief ingestelde Rob Rouwhorst mij meeneemt naar de bovenverdieping van zijn woning aan de Groeneweg om mij foto’s te tonen van de bewuste ramp, waarover in geheel Nederland werd gesproken, geeft hij aan dat hij van de eerste twee manden na het tragische gebeuren niets heeft meegekregen. “Na Beverwijk heb een ik een halfjaar in ’t Roessingh doorgebracht om te revalideren. Ik moest weer opnieuw leren lopen en fietsen. De littekens zijn over het gehele lichaam blijvend en daarnaast ondervind ik de gevolgen nog steeds aan onder andere mijn armen en handen. Maar de nazorg is en blijft goed. Zo komt er op iedere dag van de week, en dus ook op zaterdag en zondag, ’s morgens om 7.00 uur iemand van Sensire om mijn lichaam te zalven. Aan die dagelijkse plichtpleging ben ik helemaal gewoon geraakt.”
Iemand die, de door haar betrachte liefdevolle nazorg niet meer kan doen, is echtgenote Trees, geboren Scharenborg, waarmee Rob in 1967 trouwde en die in december 2014 in Hospice De Lelie in Winterswijk op 70-jarige leeftijd overleed aan een ongeneeslijke ziekte. “Ondanks dat ik een dergelijk groot verlies ook nog eens op mijn dak kreeg, kan ik goed in mijn huidige levenssituatie berusten. Ik probeer op alle mogelijke manieren van het leven te genieten”, aldus de geboren Lichtenvoordenaar. “Onze kinderen Norbert en Jan, Norbert samen met Aleike en dochter Kim, Jan samen met Trudy en de zonen Huub en Gijs, zijn gelukkig woonachtig in Groenlo. Blij en trots ben ik met en op mijn vier kleinkinderen. Vier kleinkinderen, omdat ik zoontje Arjan van Norbert en Aleike, die direct na de geboorte is overleden, in dit verband zeker niet mag vergeten. Daarnaast ben ik blij dat ik altijd hard heb mogen werken voor mijn gezin en dat ook in mijn vrije tijd, samen met mijn vrouw Trees bij Uitgaanscentrum City Lido. En dat ik daarnaast ook altijd heb mogen genieten van mijn liefhebberijen, zoals het zijn van voetbalscheidsrechter. En nu geniet ik van alles om mij heen, van mijn tuin tot mijn buren, van mijn familieleden tot mijn eigen kinderen, schoondochters en kleinkinderen!”

‘Ik brek d’r geen butte met!’
Zichtbaar verrast en met een brede glimlach op zijn gezicht kijkt hij mij aan wanneer ik zijn woning aan de Ringweg in Voor-Beltrum kom binnenvallen met het verzoek om hem te portretteren in deze rubriek. “Och woarumme ook neet? Mooi da’j an mien ‘e dacht hebt. En wat belangrieker is, ik brek d’r geen butte met!” Aan de keukentafel, waaraan ook echtgenote Joke plaatsneemt, heb ik vervolgens een bijzonder luchtig gesprek, dat bij vlagen van spontane lachsalvo’s wordt voorzien, met een in alle opzichten markante man met de naam Toon Bruggeman. De bijna 84-jarige Bruggeman maakt reeds vanaf zijn geboorte (16 oktober 1936) deel uit van buurtschap Voor-Beltrum. Samen met Joke ten Have uit Lievelde, waarmee hij in 1965 trouwde en waarmee hij een gezin heeft gesticht, bestaande uit drie jongens (Albert, Stef en Ronnie), inmiddels aangevuld met partners en vier kleinkinderen (drie jongens en een meisje), laat hij een leven de revue passeren, dat met name bestond uit werken, hard werken.
“En dan bu’j in dit veurjoar viefenvieftig joar ‘e trouwd en dan ma’j in verband met dat coronagedoe nog neet ens een feestje geven!“ Dat vrouwlief Joke van meet af aan trouw en hard meewerkte op de boerderij, heeft een reden. Toon was niet alleen zelfstandig boer, destijds aan de Hartebroekseweg, ook had hij een eigen loonwerkersbedrijf en haalde hij dagelijks bij de boeren melk op om naar de fabriek te vervoeren. “Een zwaar bestaan, dat naast de veestapel thuis ook nog eens bestond uit 3.500 legkippen. Het was daarom de normaalste zaak van de wereld dat ik dagelijks meewerkte, maar ik heb het altijd met veel plezier gedaan”, vult Joke aan, die reeds op 21-jarige leeftijd met Toon in het huwelijksbootje stapte. “Waar we elkaar ontmoet hebben? Dat was destijds bij De Pelikaan in Grolle, maar de echte vonk sprong pas iets later over en dat bij Spilman in Beltrum.”
Ondanks de noeste, dagelijkse arbeid wisten Toon en Joke ook de nodige tijd in te ruimen voor gezellige dingen. Zo heeft Toon lange tijd als keeper gevoetbald bij Vios in Beltrum en later zelfs nog een tijdje in een veteranenteam bij Grolse Boys. “Destieds dicht bi’j hoes. Ik hoefde alleen moar een stuk weiland oaver te stekk’n.” Later is hij nog geruime tijd voetbalscheidsrechter geweest en dat zelfs bij het vrouwenvoetbal in Voor-Beltrum, waar ook zijn Joke deel van uitmaakte. Ook had Toon, en dat tweemaal over, zitting in het kermisbestuur van Voor-Beltrum. Tevens werd hij bij dit volksfeest driemaal over gekroond tot schutterskoning. “Hef mien völle geld ‘e kost. As koning gaf ie dan consumptiebonnen weg. Moar d’r waren er wat die oe doarumme wal dreemal oaver kwamm’n feliciteren.” En om alle meest favoriete bezigheden te benoemen, beiden waren en zijn nog steeds hartstochtelijke liefhebbers van de jacht. “Maar wij hebben inmiddels een leeftijd, dat uitoefening van die hobby zich beperkt tot het rondrijden in ons autootje om rondzwervend wild te kunnen bekijken”, aldus Joke en dat mede namens Toon.

Toon Bruggeman, wonende in het buurtschap Voor-Beltrum Foto: Theo Huijskes