Tiny Raben-Bekken op het balkon van haar appartement. Foto: Theo Huijskes
Tiny Raben-Bekken op het balkon van haar appartement. Foto: Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?

Deze week Tiny Raben-Bekken en Ap Huisman

Door Theo Huijskes

GROENLO - Voor veel actieve, in veel gevallen eenzame ouderen is het afzien in de huidige tijd. Hoe komen deze mensen de dagen door? Kunnen ze hun draai vinden, piekeren ze veel of berusten ze in hun situatie? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal Groenlose senioren.

Binnen de Grolse stadsgracht geboren
Zij heeft inmiddels de leeftijd van 91 jaar bereikt, maar wanneer er bijzondere en vermeldenswaardige ervaringen en dus verhalen uit het verleden en daarbij zelfs het verre verleden aan de orde komen, kan zij die benoemen, toelichten en relativeren als iemand van 19 jaar! Inclusief alle aanknopingspunten en kernpunten. Ik ben voor de rubriek ‘Hoe gaat het met u?’ van deze week op bezoek bij Tiny Raben-Bekken in haar appartement in het wooncomplex ’t Raveleyn in Groenlo. De mededeling bij binnenkomst dat zij niets te melden heeft voor de lezers van deze weekkrant, wordt al gauw gelogenstraft wanneer Tiny, geboren op 29 mei 1929, op de praatstoel zit. In geuren en kleuren, daarbij de meest interessante volzinnen producerende, laat zij haar levensloop de revue passeren. Interessante verhalen over met name het zakenleven van haar ouders, waarbij met hard werken en dat op iedere dag van de week van ‘s morgens vroeg tot ’s avonds laat, vader Bekken een bakkerij en moeder Bekken een hoedenzaak runde. Dit alles in een drietal panden in de Grolse Kevelderstraat, waarin later zoon Tom (Broodje Tom) met echtgenote Riet en weer later kleinzoon Jan het zakenleven een vervolg hebben gegeven.
“Ik ga er nog steeds trots op dat ik in Groenlo en dat, let wel binnen de stadsgracht ben geboren. Pas dan kun je immers zeggen dat je een echte Grollenaar bent. Ik heb ook niet echt de intentie gehad om elders buiten Groenlo een stekkie te zoeken. Alleen tijdens mijn studie ten behoeve van de hoedenverkoop, heb ik na de Mulo-opleiding in Groenlo, waarbij ik de opleiding voor onderwijzeres heb afgeslagen, een tijdlang in Coevorden verbleven om ter afronding het eindexamen af te leggen in Krasnapolsky in Amsterdam. Ondanks dat het vak van hoedenmodiste, zeker in die tijd en dat in het bijzonder rond Pasen en Kerstmis, voor mij niet alleen een bijzonder maar ook een uitdagend vak was, heb ik mij laten overhalen om kantoorwerkzaamheden ter hand te nemen. Zo heb ik in dat verband op de kantoren gewerkt en daar een mooie tijd beleefd bij onder andere Jordaan-Ter Weeme en Textielfabriek Jorzo.”
Tiny Raben-Bekken vertelt vervolgens dat haar echtgenoot Theo Raben, in 1994 op te jonge leeftijd overleden, werkzaam is geweest in de Centrale Onderwijsadministratie en daarvoor bij de Rijksbelastingen. “Ik heb Theo ontmoet in destijds de uitgaansmogelijkheid bij uitstek: De Pelikaan in de Nieuwestraat. Bij mijn weten kreeg die ontmoeting vorm en inhoud bij het derde verzoek van Theo aan mij om een dansje te maken. In 1959 zijn wij getrouwd en gaan wonen in een nieuwbouwwoning aan de Spoorstraat. Omdat destijds de gemeente Groenlo uit was op die locatie, zijn wij in een later stadium een transactie overeengekomen, waarbij wij verhuisd zijn naar een nieuw te bouwen woning aan de Beethovenstraat, die ik circa dertien jaar geleden heb verkocht om hier mijn intrek te kunnen nemen. Het leven en wonen is hier bijzonder aangenaam en dat vooral met iedereen om mij heen en niet te vergeten de uitoefening van mijn grootste hobby: bridgen.”
Tiny is wijlen echtgenoot Theo eeuwig dankbaar dat zij samen een drietal, inmiddels gehuwde kinderen hebben grootgebracht, te weten zoon Sepp, woonachtig in Berkel-Enschot, zoon Thomas, woonachtig in Arnhem en dochter Marti, woonachtig in Barneveld. “Samen met hun partners doen zij het ontzettend goed en hebben niet alleen voor henzelf, maar ook voor mij gezorgd voor de mooiste rijkdom dat er bestaat: vijf kleinkinderen en inmiddels ook al twee achterkleinkinderen, alsmede één op komst.”

‘Je zult het zien, onze Albert blijft alleen over!’
“Mijn moeder was er in het verre verleden al heel duidelijk over. ‘Je zult het zien dat van het gehele gezin onze Albert straks alleen over blijft. Hij weet de kost te verdienen met niet al te hard te werken en daarnaast krijgt hij thuis ook nog eens het beste, let wel het gezondste eten voorgeschoteld. Daarmee zal hij ons allemaal overleven!’ En zij heeft nog gelijk gekregen ook.” Aan het woord is Grollenaar Albert, Ap, Appie Huisman, geboren op 10 juli 1926 en inmiddels derhalve 94 jaar jong. In zijn woning op de begane grond van het wooncomplex ’t Bagijn met fraai uitzicht op de Deken Hooijmansingel, is de rol van zijn moeder in woord en daad overgenomen door echtgenote Rikie, geboren Hulzink, die aan haar 85ste levensjaar bezig is. “Zij is mijn linker- en rechterhand. Laat ik maar eerlijk toegeven dat ik niet iets kan bedenken wat zij niet voor mij doet”, reageert Appie Huisman, komende uit een in de verlengde Wilhelminastraat gehuisvest gezin met vijf kinderen (drie jongens en twee meisjes), die met uitzondering van hemzelf allemaal zijn overleden. “Dat het mij nog zo goed gaat, heb ik natuurlijk ook aan mijzelf te danken. Ik wist het immers met mijn grote mond wel waar te maken dat ik destijds met Rikie een knappe en spontane meid aan de haak heb geslagen, die ook nog eens ruim negen jaar jonger is dan ik. En daar pluk ik heden ten dage nog steeds de vruchten van”, aldus een breeduit lachende Ap Huisman.
Ap en Rikie zijn inmiddels al 64 jaar met elkaar getrouwd. Uit hun huwelijk is één kind, zoon Charles, geboren. De 58-jarige Charles, inmiddels circa veertig jaar werkzaam als sales en logistics manager bij Hulshof Protein Technologies in Lichtenvoorde, is gehuwd met Miranda en samen hebben zij twee dochters (Tess en Demi). Op het moment dat opa Ap en oma Rikie zich lovend uitlaten over hun kleinkinderen en zielsgelukkig zijn dat hun zoon, schoondochter en kleindochters op korte afstand van hen in Groenlo wonen, komt Tess even binnenwippen om vervolgens met geïnteresseerde aandacht ons gesprek te volgen. Een gesprek, waarbij het 94-jarige middelpunt laat weten dat hij maar liefst 42 jaar werkzaam is geweest bij de Monocon in Groenlo. “Ik ben begonnen in 1946 bij de NV Apeldoornsche Cartonnagefabriek, zoals dat in die tijd heette. Met tussentijds een uitstapje naar de Nedap, ben ik er later weer teruggekeerd. Ik heb er een prachttijd gehad. Een en ander niet in de laatste plaats vanwege het feit dat ik op de werkvloer mijn grote steun en toeverlaat Rikie heb leren kennen. Alleen al daarom is de Monocon-periode een hoogtepunt in mijn leven.”
Het kan natuurlijk niet anders dat, gelet op de achtergrond van de schrijver van deze rubriek, het gesprek ook voor een groot gedeelte in beslag wordt genomen door het reilen en zeilen binnen de plaatselijke voetbalclub S.V. Grol. Dit laatste met name met betrekking tot het lange tijdsbestek in de afgelopen eeuw, waarin Appie Huisman zich meer dan verdienstelijk heeft gemaakt voor de plaatselijke voetbaltrots. “Ondanks dat ik nu wat betreft mijn bewegingsvrijheid zeer beperkt ben, volg ik de club nog steeds op de voet. Maar ondanks de prachtige accommodatie en de geweldige organisatie, bespeur ik nog steeds dezelfde tekortkoming als tientallen jaren geleden.” En die tekortkoming is? “De Grol weet telkenmale goede spelers voort te brengen, maar wanneer het echt op niveau moet gebeuren, is het altijd net niet. De mentaliteit, daar schort het aan. Grol moet toch minimaal eerste klasse KNVB kunnen spelen. Hopelijk dat het in het nieuwe seizoen beter gaat”, aldus de man die in het verleden vele jaren achtereen bij de club heeft gefunctioneerd als vrijwilliger en dat onder andere als scheidsrechter, elftalleider, lid van de elftalcommissie en verenigingsconsul.

Ap Huisman met links echtgenote Rikie. Foto: Theo Huijskes