Jan Grijsbach in zijn achtertuin aan de Hartebroekseweg. Foto: Theo Huijskes
Jan Grijsbach in zijn achtertuin aan de Hartebroekseweg. Foto: Theo Huijskes Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?

Deze week Herman Cuppers (83) Jan Grijsbach (87)

Door Theo Huijskes

GROENLO - Hoe komen actieve, in veel gevallen eenzame ouderen in de huidige coronatijd de dagen door? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal senioren in Groenlo en omgeving.

‘Wie geht es Ihnen?’
Na een dag eerder een telefonische afspraak te hebben gemaakt, rijd ik op vrijdagmorgen 25 september richting het gemoedelijke plaatsje Südlohn in Duitsland om oud-Grollenaar Herman Cuppers en zijn 68-jarige echtgenote Marica te bezoeken met daarbij gebruikmakende van de centrale vraag ‘Wie geht es Ihnen?’ Het gevolg is een bijzonder hartelijke ontvangst, waarbij Marica zorgt voor overheerlijke ‘Hollandse’ koffie met een gevulde koek en Herman voor een gepassioneerde spraakwaterval. Herman Cuppers, geboren op 20 januari 1937 in een puur Grols gezin met uiteindelijk acht kinderen, waarvan er inmiddels drie zijn overleden, is ondanks zijn inmiddels circa 40-jarige verblijf in de Heimat nog steeds een fanatiek Grollenaar, tevens Grolsupporter, die samen met zijn in Enschede woonachtige broer Sjaak nog altijd zoveel mogelijk voetbalwedstrijden van Grol 1 bezoekt.

Eenmaal aan het woord, vertelt Herman honderduit over zijn verleden in Groenlo, over zijn jeugd, zijn werk, zijn hobby’s, alsmede zijn eerste, mislukte huwelijk en het grote geluk dat hij nog steeds koestert, te weten de ontmoeting met zijn geliefde, de in Kroatië geboren Marica, waarmee hij in 2021 alweer veertig jaar gelukkig is getrouwd. “Met eerst Annie ben ik dertien jaar samen geweest. Mede omdat wij daarbij gezorgd hebben voor de inmiddels 57-jarige dochter Sabine, die samen met haar man mij 32 en 30 jaar geleden een trotse opa heeft gemaakt van twee kleinkinderen, zijn alle contacten over en weer bijzonder goed.”

De relatie van Herman Cuppers met buurland Duitsland heeft voornamelijk te maken met het feit dat hij ruim 40 jaar heeft gewerkt in de Duitse textielindustrie. “Als gevolg van mijn werk bij de firma Gebr. Schülten, waarbij ik op tal van afdelingen, en dat zowel intern als extern, verschillende functies heb bekleed, is Duitsland mijn tweede vaderland geworden. Maar zovele jaren later vanaf het mooie stekkie hier, waar ik samen met Marica een goed leven heb, blijft het vizier gericht op Groenlo.” Vertellende over zijn Grolse verleden, wil Herman niet onvermeld laten dat hij reeds op 12-jarige leeftijd en dat vervolgens jaren achtereen de knecht was van de populaire Grolse groenteboer Piet Legro, dat hij lange tijd zitting heeft gehad in het Groenlo’s Kermiscomité met daarbij het tweemaal over zijn van Schutterskoning (1958 en 1960) en dat hij vele vrijwilligersjaren heeft gesleten bij de voetbalclub Grol, waarvan hij inmiddels 56 jaar lid is. Dit onder andere als aanjager van de terreincommissie, voorzitter van het jeugdbestuur, jeugdleider, waarbij zijn Volkswagen-personenbusje de functie had van taxicentrale van ‘de Grol’ en nog veel meer. Dit alles leverde hem bij zijn afscheid in 1979 de terechte eretitel ‘Lid van verdienste’ op. “Maar naast Groenlo en Südlohn is er meer”, besluit Herman Cuppers. “Zo verblijven wij al jaren achtereen, en dat in de winter gedurende een periode van zes maanden, in een appartement in het Spaanse Benidorm. En dat blijven wij, zolang onze gezondheid dat toelaat, nog in lengte van jaren doen!”

Een import Grollenaar, die verliefd is op de Brabantse Peel
Hij woont al 55 jaar in Groenlo en beschouwt het vestingstadje als een ideale woonplaats, gelegen in de volgens hem in alle opzichten rustieke Gelderse Achterhoek. Maar desondanks gaat zijn hart, na al die jaren wonen, werken en recreëren in Groenlo, nog altijd uit naar zijn geboortegrond, te weten de Brabantse Peel, met zijn ondoordringbare veenmoerassen, grote waterplassen, onafzienbare heidevelden en zijn in alle opzichten exotische karakter, tegelijkertijd één van de mooiste nationale parken van Nederland. Ik ben ditmaal op bezoek bij de Brabantse Grollenaar Jan Grijsbach, in december 1932 geboren in het Brabantse dorp Westerbeek, in die tijd vallende onder de tot 1942 bestaand hebbende gemeente Sambeek.

“In het dorpje Westerbeek, dat heden ten dage nog amper 650 inwoners telt, hadden mijn ouders een gezin met vijf kinderen, waarvan ik de oudste ben. Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat mijn twee zussen en mijn twee broers allemaal nog in leven zijn”, vertelt de bijna 88-jarige Grijsbach. Een verhuizing in 1965 op 32-jarige leeftijd van de ene uithoek in Noord-Brabant naar de andere uithoek in Gelderland? “Na de lagere school gevolgd te hebben in Westerbeek, heb ik met succes het gymnasium in Venray en de universiteit in Nijmegen doorlopen. Met drie bevoegdheden op zak, te weten geschiedenis, staatsinrichting en economie, was het tijd om te solliciteren. Daarbij trok een volledige oftewel fulltimebaan bij de RK HBS van de Paters Maristen in Groenlo mijn aandacht. Dat deze sollicitatie een succes was, blijkt wel uit het gegeven dat ik er tot september 1995 -zij het in een later stadium onder de paraplu van Scholengemeenschap Marianum- met veel plezier heb gewerkt.

Begon Jan Grijsbach in Groenlo met op kamers te gaan wonen, een liefdesrelatie met de in Driel geboren Corry zorgde ervoor dat zij in 1968 met elkaar in het huwelijk traden. Na eerst gewoond te hebben aan de Buitenschans in Groenlo, betrokken zij met ingang van 1 januari 1975 de huidige aan de Hartebroekseweg nieuwgebouwde, alleenstaande woning. Jan en Corry hebben een drietal kinderen, die uitgezworven zijn over geheel Nederland en die er inmiddels voor gezorgd hebben dat zij de gelukkige opa en oma zijn van vier kleinkinderen.

Naast invulling van enkele hobby’s, zoals lezen, veel lezen, maar bijvoorbeeld ook tuinieren, gaat het echtpaar Grijsbach graag op vakantie. “Maar daarbij hebben wij ons altijd wel beperkt tot Europa. Met eerst de vouwwagen en later de caravan trokken wij er altijd op uit naar landen als Frankrijk, Duitsland en Italië, maar bijvoorbeeld ook om met bezoeken aan de Scandinavische landen een andere hoek van Europa te leren kennen.

Als vrijwilliger binnen de Groenlose gemeenschap, heeft Jan Grijsbach zich jaren achtereen onderscheiden bij met name het Stadsmuseum Groenlo, voorheen Grolsch Museum geheten, waarbij hij in het bestuur de functie van secretaris bekleedde. “De geschiedenis van Groenlo interesseert mij enorm. Dat is ook de reden dat ik al vrij snel lid ben geworden van de Oudheidkundige Vereniging Groenlo. Als momenteel depotvrijwilliger van het Stadsmuseum, kijk ik uit naar de mogelijke realisatie van het ‘Museum 1627 - Het andere verhaal’ in De Oude Calixtuskerk. Een weliswaar ambitieus, maar niet onhaalbaar plan om het toeristische karakter van het vestingstadje Grolle een extra impuls te geven.” Aldus Jan Grijsbach, die naast het reeds geruime tijd zijn van bestuurslid van de Stichting Welzijn Ouderen Groenlo, ook secretaris is geweest van het bestuur van destijds de RK Mariaparochie en als gevolg daarvan nu nog altijd functioneert als notulist van het locatiebestuur Calixtusbasiliek binnen de RK Paulusparochie.

Weet u een goede kandidaat voor deze rubriek of wilt u zelf met uw verhaal in de krant? Mail naar theo.huijskes@kpnmail.nl en wie weet staat Theo binnenkort bij u op de stoep met de vraag: "Hoe gaat het met u?".

Herman Cuppers met zijn Marica voor hun huis in Südlohn. Foto: Theo Huijskes