Harry Pothof en Iet Pothof-Moormann in hun woning. Foto: Theo Huijskes
Harry Pothof en Iet Pothof-Moormann in hun woning. Foto: Theo Huijskes Theo Huijskes

Hoe gaat het met u?

Deze week Harry (80) & Iet (77) Pothof-Moormann en Jan Wolterink (88)

Door Theo Huijskes

GROENLO - Hoe komen velen onder ons in de huidige coronatijd de dagen door? Kortom, hoe gaat het met hen? Correspondent Theo Huijskes sprak met een aantal in of niet meer in Groenlo woonachtige stadsgenoten.

Na 50 jaar Grollenaar buiten Groenlo, nu weer Grollenaar in Groenlo!
De bij deze tekst behorende personen zijn geboren op Grolse bodem in twee bij de Groenlose bevolking bekende gezinnen. Om invulling te kunnen geven aan een maatschappelijke carrière buiten het vestingstadje, woonde het stel de afgelopen vijftig jaar in respectievelijk Borculo, Schijndel, Goor en Diepenheim. Maar sinds 2007 zijn Harry Pothof (80) en Iet Pothof-Moormann (77) weer terug in hun eigen Grolle. In de gezellige nieuwbouwwoning op de locatie Jaartsveld, laten beide echtelieden weten niet echt heimwee te hebben gehad en heel content te zijn om hun oude dag op Groenlose bodem in een fijne buurt te kunnen slijten. Iet groeide op in het zeven kinderen tellende gezin van Jules Moormann, eigenaar van de bekende voormalige optiek- en juwelierszaak aan de Mattelierstraat. Harry komt uit een onderwijsgezin met acht kinderen aan de Lichtenvoordseweg met Bernhard Pothof, destijds vele jaren achtereen hoofd van de basisschool St. Aloysius aan de Wheme, als gezinshoofd.

“Na de basisschool, Mulo en HBS in Groenlo, heb ik de kweekschool in Hilversum succesvol doorlopen”, vertelt Harry, die vervolgens werd opgeroepen voor de militaire dienstplicht. “Een mooie tijd, waarin ik werd ingedeeld bij de geneeskundige troepen en zodoende als ‘sergeant op de operatiekamer’ dienst moest doen in het Elisabeth Gasthuis in Arnhem. Na mijn diensttijd werd ik in 1962 benoemd tot leerkracht basisschool in Borculo. In 1965 zijn wij getrouwd en ging ik aan de slag in het Brabantse Schijndel. Tijdens die periode daar heb ik aan de Katholieke Leergangen in Tilburg diverse aktes behaald, waaronder Duits en Handvaardigheid. Met de intreding van de bekende Onderwijs- oftewel Mammoetwet 1968 zijn wij verkast naar de provincie Overijssel om daar in respectievelijk Goor en Diepenheim, naast een baan in het LEAO-onderwijs, een prachtige tijd door te brengen. Dit laatste met name gedurende de periode dat wij woonden in ons in Diepenheim (‘an de Schipbekke’) gekochte boerderijtje.” Naast zijn onderwijsbaan heeft Harry zich ook in tal van andere functies waargemaakt. “Dit varieerde van voorzitter van een landelijke oudervereniging tot medewerker van de projectgroep Woningbouw SIR-55, van kerkenwerk tot medewerking aan caritasverbanden en van lesgeven voor het behalen van het Middenstandsdiploma tot het zijn van docent Duits voor de chauffeurs van de OAD.”

Harry en Iet hebben elkaar leren kennen tijdens de carnaval en zijn inmiddels 55 jaar (5x11) getrouwd. “Ik heb na de HBS de opleiding verpleegster gevolgd, waarna vervolgens bleek dat mijn interesse uitging naar kunst, tekenen en ontwerpen”, vertelt Iet. “Die ambities heb ik vooral waar kunnen maken als ontwerpster in de bruidsmode. Dit laatste heb ik namelijk in het Twentse land ten uitvoer kunnen brengen. Naast dat werk heb ik ook nog geruime tijd de functie ‘babs’ (buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand) uitgeoefend in destijds de gemeente Diepenheim (tegenwoordig Hof van Twente) en enkele omliggende plaatsen. Ik was voorzitter van de plattelandsvrouwen, ‘Vrouwen van nu’, waar ik veel heb mogen leren en op creatief gebied veel kon doorgeven. Zo ben ik onder andere al sinds beginjaren zeventig bezig met keramiek. Ik heb hier in ons huis een eigen atelier, waar ik onder andere keramiek in opdracht vervaardig. Daarnaast maak ik graag kleding met name voor bijzondere activiteiten, zoals ‘De Slag om Grolle’ en de carnaval”, aldus Iet, die terug in Groenlo ook nog eens veel plezier beleefde met als voorzitter van de ‘Club van Old Grolschen’, en met het zingen in het dameskoor van de Calixtusbasiliek en het dameskoor Sara. Ook is zij actief bij een tuinclub. Harry, die tijdens zijn verblijf buiten Groenlo reeds tal van functies als vrijwilliger bekleedde, stelt zich terug in Groenlo ook weer dienstbaar op. “Naast dat ik bijzonder graag tennis, ben ik secretaris in het bestuur van de plaatselijke Vincentiusvereniging. Een klus waarbij, mede met het oog op de aanstaande verhuizing naar de nieuwe locatie aan de Ruurloseweg, het nodige komt kijken.” Harry en Iet kijken elkaar aan. “En dan hebben wij het nog niet eens over onze drie kinderen, hun partners en drie kleinkinderen gehad, waarmee wij enorm gelukkig zijn en waaraan wij veel plezier beleven. Het zijn in ons geval zoon Marc in Apeldoorn met twee kinderen, dochter Floor in Diepenheim met één kind en dochter Maaike in Borculo. Samen vormen wij een hechte familieband, al is het in deze coronatijd wel moeilijk omdat wij elkaar maar weinig kunnen ontmoeten.”

‘Het ergste is het missen van het voetbal bij de Grol!’
Dat hij niet naar de Grol, ‘zijn’ Grol kan, vindt hij het ergste van de huidige coronacrisis. Dit zegt Jan ‘Bolsje’ Wolterink, geboren op 13 oktober 1932 in hartje Groenlo, bij herhaling tijdens ons gesprek. De 88-jarige Wolterink, in het verleden veertig jaar werkzaam geweest in de kledingindustrie, is een verwoed Grolsupporter en dat zowel bij de jeugd op de zaterdag als bij de senioren op de zondag. Vreemd genoeg nog nooit uitverkoren geweest als ‘Super-supporter van het jaar’, maar dat is mogelijk aan de orde wanneer hij op 15 augustus 2021 als eerste 75 jaar lid is van de Groenlose voetbalclub. In zijn huis aan de Calixtusstraat, waar hij sedert het overlijden van echtgenote Marietje in 2015 alleen woont, vertelt Jan dat hij weer aan de betere hand is. Dit naar aanleiding van een verwaarloosde suikerziekte, die hem voor een vijftal weken deed belanden in het verzorgingscentrum Pronsweide in Winterswijk. “Een fantastische, liefdevolle verzorging heb ik daar genoten”, vertelt Jan met een tevreden lach op zijn gezicht. “Met de zorg -driemaal per dag-, de huishoudelijke hulp -tweemaal per week- en de hulp van mijn kinderen Robert en Monique, gaat het momenteel prima. Bovendien vertoef ik twee dagen in de week in een zorgboerderij, waar je in de watten wordt gelegd, en ook één dag in de week in Pronsweide. Allemaal mooi, beter gezegd fantastisch, maar dat er in deze vervelende tijd niet gevoetbald wordt bij ‘de Grol’, is een onvoorstelbaar groot gemis!”

Jan Wolterink is niet alleen de trotse vader van zoon Robert, getrouwd met Marieke Op den Akker, en van dochter Monique, samenwonend met Robert Nieuwenhuis, ook is hij erg blij dat zijn kinderen en schoonkinderen op korte afstand in dezelfde woonplaats Groenlo woonachtig zijn. “Van hen ondervind ik veel steun. Bijzonder jammer dat ik geen kleinkinderen heb, maar je kunt nu eenmaal niet alles in het leven hebben. Het onderlinge contact is meer dan goed en daar gaat het om.” Jan Wolterink staat evenals zijn zoon Robert in Groenlo bekend onder de bijnaam ‘Bolsje’. “Die naam draag ik reeds sedert het eind van de Tweede Wereldoorlog toen wij als kinderen oorlogje speelden op de ‘Möllenbarg’ in Groenlo (de locatie waar nu woonzorgcentrum De Molenberg is gevestigd). Bij dat spelen kwamen wij er vaak in het zand en de modder uit te zien als ‘Bolsjewieken’. En een in die periode opgelopen bijnaam, blijf je nu eenmaal voor je hele leven houden.”

Wanneer ik na het maken van de foto huiswaarts’ keer, zegt Jan mij bij het uitlaten goedendag met de woorden: “Tot spoedig ziens op het sportpark Den Elshof bi’j de Grol!”

Jan Wolterink thuis in de Calixtusstraat. Foto: Theo Huijskes