Buitengewoon Optredend Ambtenaar

Ik heb op het terras gezeten, de eerste dag dat het kon. Ik dacht, je weet nooit hoe lang het duurt met die drie: Covid, Mark en Hugo.

Ik zat op het terras met iemand met wie ik geen gezamenlijk huishouden voer, maar zulke horeca-hookups zijn geloof ik toegestaan met maximaal twee man/vrouw. Dus geen triootjes.
Geloof ik, want ik hou de regels niet meer echt bij. Het leven is te kort om te veel snel veranderende info in je hoofd te stoppen.
We hoefden onze contactgegevens niet achter te laten bij het niet nader te noemen Oost Gelrese horecabedrijf, en er werd ook niet gevraagd naar onze gezondheidstoestand. Die was prima trouwens, anders waren we niet gegaan. In tegenstelling tot wat de overheid denkt, zijn wij geen kleuters.
Relaxed dus dat dat horecabedrijf (waarvan ik de naam dus discreet niet zal noemen, je weet nooit of dat nette soort burgers dit ook leest) niet meewerkte aan die toestanden. Aan de andere kant vond ik het wel jammer dat er geen namenlijst was, ik had nog wel zo geoefend op de schrijfwijze van Mart van Veenhuizen.

Er was geen amusement voor de terraszitters, dat mocht geloof ik ook niet van de staatsbetuttelaars. Want voor je het weet gaan mensen meezingen ofzo, en zingen schijnt echt wel een virusverspreider te zijn.
Maar als goedmakertje kwam de boa langs. Hij maakte live binnen een half uur een einde aan wantoestanden op het tegenover ons gelegen terras.
Daar waren twee tafeltjes duidelijk te dicht tegen elkaar aangeschoven. Binnen een kwartier waren de orde en de afstand hersteld.
En niet ver daarvandaan maakte een aantal bouwvakkers het nog bonter: ze waren even aan het pauzeren op een bankje in de buitenlucht. Drie man op één bankje, met hooguit 75 centimeter afstand tussen hen in!
Ze kregen geen boete, maar ik denk dat ze hun zonden wel overdacht hebben in het bestelbusje naar huis, met hun drieën op de voorbank.

Gelukkig heb ik geen agressie gezien tegenover de boa. Ik haat agressie, die man doet gewoon zijn werk. Dat is het handhaven van regels omdat regels nu eenmaal regels zijn. Het uitlachen, het gemopper en de hatelijke applausjes die hem ten deel vielen, waren dan ook niet persoonlijk bedoeld.

En dit stukje ook wederom niet.