Krimp

Toen ik de afgelopen week onze Groenlose Gids las, sloeg me ineens de blijdschap om het hart. Dat is wat in deze tijd, beste Grollenaren. Jubel steeg ineens bij mij op toen ik de kop zag: ‘Oost Gelre doet mee aan lobby voor meer inwoners’. Yes dacht ik, yes, eindelijk horen wij er ook bij. Wij doen mee! Meestal doen wij in de Achterhoek eigenlijk helemaal niet mee. Ja, we zeggen van wel, maar wij zijn toch een beetje een ondergeschoven kind hier. Maar nu doen we mee, we doen mee aan de lobby voor meer inwoners.

Hoe die lobby precies gestalte moet krijgen dat is nog even de vraag. Er stond in dat artikel ook een subkop. En als je subkopjes hebt dan moet je die altijd goed lezen want veelal zit daar een zeker venijn in verborgen, vaak ook een zekere rancune, een minder prettig bijgerecht dat het juichende van de hoofdkop enigszins geweld aan doet. Zo ook bij dit artikel.

Die subkop luidde: ‘Gemeente loopt achter op buren’. Even, heel even maar, maar toch, beste Grollenaren, dacht ik dat er stond: ’Gemeente loopt achterom bij de buren’. Dat had ik kunnen billijken omdat dat wel iets typisch van de Achterhoek is, de gemoedelijke Achterhoek. Gewoon achteromlopen en niet officieel aanbellen bij de buren en met gepaste en licht afgemeten stem vragen of het schikt om een kop koffie te komen drinken. En als er heel iets meer schwung in zit die zin dan nog wat zuinigjes aanvullen met het zinnetje ’met iets lekkers erbij’.

Dat soort keurig geformuleerde zinnen hoort niet bij de Achterhoek. Nee, we lopen gewoon achterom en is effen kieken of de koffie al kloar is en dan zeggen: noh, ’t is mien n’ mooi spul of neet dan? Terwijl het eigenlijk helemaal geen mooi spul is, een spul van niks zelfs.

Maar dat wij - de gemeente dat zijn wij, niet zij maar wij. Dat wij elkaar even goed begrijpen. Dat wij achterlopen op de buren. Dat is wat anders dan dat wij achter de buren aan lopen. Het kwam er in het artikel op neer dat sommige buurtgemeenten er inwoners bij hebben gekregen, maar Oost Gelre had er juist minder gekregen. Achteruitboeren eigenlijk, precies. Maar dan kun je toch niet zeggen dat wij achterlopen want wij zijn eigenlijk teruggelopen.

Waarom zijn wij eigenlijk teruggelopen? De burgemeester van Oost Gelre kon dat uitleggen. Het is het verhaal van het aantal vertrokken personen versus het aantal nieuwkomers en het verschil tussen geboortes en overlijdens. Afijn, dat is allemaal statistiekwerk maar het komt erop neer dat onze burgemeester tot haar eigen ontsteltenis tot de conclusie is gekomen, dat we minder inwoners hebben. Daar zit overigens ook een positieve kant aan. Als je veel aandacht geeft aan alle inwoners en het aantal daalt, dan geef je eigenlijk dus nóg meer aandacht aan de overgebleven inwoners die her en der verspreid in het gebied na enig zoeken nog te vinden zijn.

En nu komt er een actieplan. We gaan proberen meer inwoners aan te trekken van buitenaf. Hoe ging dat vroeger eigenlijk? Waarom kwamen er toen inwoners bij? Omdat de mensen gingen trouwen en kinderen kregen. En trouwen in de buurt hè, neet te wiet wegkieken. Ik heb ooit eens verkering gekregen in Lichtenvoorde. ’Verkering’, wat een woord uit het jaar nul zeg. Oké, een relatie, maar het is hetzelfde. Ik was toen eigenlijk hooglijk verbaasd dat het zo’n leuk meisje was en uit Lichtenvoorde! Maar toen bleek dat ze daar pas later was komen wonen. Het werd niks; toen is de krimp al begonnen.


Torenwachter