Plannen maken

Toen het bericht kwam dat je vanaf zes uur ’s morgens op het terras kon gaan zitten, was ik er natuurlijk als de kippen bij, beste Grollenaren. Kippen zijn er trouwens altijd vroeg bij, net als hanen. Nee, ik zat er niet om zes uur ‘s morgens nóg, ik zat er om zes uur ál. Dat is ‘nogal’ een verschil, nietwaar? Ja, maar verder was er geen hond te bekennen en ik begon om de tijd te verdrijven door de kranten en onze Groenlose Gids te bladeren. Het viel me zo in de vroege morgen op dat er tal van berichten zijn die de wenkbrauwen doen fronsen.

Dat de oorlog tussen de ziekenhuizen van Winterswijk en Doetinchem in volle gang is; ze gaan in elkaars vaarwater zitten en elkaars klanten afsnoepen. Daar komen geheid ongelukken van, maar daar hebben we dan gelukkig die ziekenhuizen weer voor.

En dan las ik in onze Groenlose Gids over de ‘bomenkwestie’ op het project Oldenhuis. Daar zijn bomen clandestien gekapt, maar de veroorzaker krijgt geen boete want die bomen waren volgens de wethouder ‘kapvergunningvrij’ en tevens dus boetevrij, bijna zo logisch als wat. Maar er wordt wel een nieuw groenplan ontwikkeld en daar kan de buurt dan over mee bomen. Die nieuwe kosten zullen wel op het plan drukken, zodat er uiteindelijk toch ergens betaald wordt. Of zie ik dit nu ook alweer verkeerd?

En dan het bijna schattige bericht dat er nu toch iets gedaan wordt aan de muziekkoepel en omgeving. Dat schiet tot nu toe nou niet echt lekker jofel op. Ik druk me voorzichtig uit, maar het schijnt dat corona ook hier een grote remmende factor is. Misschien moeten we de muziekkoepel en omgeving ook inenten tegen corona. Er is nu een werkgroep in het leven geroepen om het allemaal op orde te krijgen. En als ik het goed begrijp, wil die op haar beurt dat de burgers met ideeën op de proppen komen.

Dus wij Grollenaren zijn aan zet! Misschien is dat idee om de burger erbij te betrekken nog iets op te rekken. Ik zou er een prijs aan verbinden. Wie het aantrekkelijkste plan maakt, krijgt een groot bedrag van de gemeente. Nee, nu niet meteen zo kleinzielig zitten te jammeren dat er geen geld is. Er is geld zat. Ik zeg het Wobke Hoekstra na: Wij hebben (ook) diepe zakken. Kom op met die moneten voor het beste plan.

Maar er moet nog een andere prijs worden toegekend; een prijs die meer ligt in de waardering, in de erkenning dat het gaat om meer dan bankbiljetten alleen. In de muziekkoepel staat een gedicht dat uitmunt door zijn beknoptheid. Er staat: Groenlo’s Burgerij bouwde mij in 1952.

Ik weet niet wie die zin destijds heeft bedacht, maar een lichte buiging is op zijn plaats. Dat je als het ware van de muziekkoepel een mens maakt: mij. Kom d’r maar eens op. Als we de muziekkoepel herstellen en ook weer voor culturele doeleinden kunnen gebruiken, dan is een nieuw gedicht meer dan ooit op zijn plaats. In de geest van het huidige gedicht kom je dan op dingen als: Wat je hier ziet is van Piet; Suzan die kan er wat van, of het luchtige anonieme: Klaar: feesten maar!

Wil je hoogwaardiger gedichten dan hebben we daarvoor een gedichtengroep die daar wel raad mee zal weten, denk ik. Dus ik zou zeggen: Grollenaren grijp je kans, zet ideeën op papier. Maak een geweldig plan en misschien leidt dat ertoe dat je een vermogend mens wordt met een eigen gedicht.

Dat doet de deur dicht.


Torenwachter