Afbeelding

Daar moet op gedronken worden!

Algemeen

Daar moet op gedronken worden!

We waren afgelopen week weer enorm in het nieuws, geweldig gewoon, opvallend, saillant, kleurrijk en intrigerend, beste Grollenaren. Maar dat we hier wederom in de landelijke top van het alcoholgebruik zitten, spreekt al jaren voor zich. Wij drinken hier veel, maar dat is alleen maar in verhouding tot andere gebieden. Ik vind zelf dat ze in die andere regio’s veel te weinig drinken. En dan zitten die paar jofele lui die daar huizen te denken: Wij gaan naar Groenlo en Oost Gelre want daar drinken ze gezellig door en daar doen we ook aan mee. En juist daardoor komen wij als vanzelf weer als kampioen boven drijven. Externe invloeden precies. En omdat de drinkers naar hier komen vallen ze in hun eigen plaatsen weg en daalt daar de consumptie. Zo simpel als wat. Ik haat die halfslachtige semiwetenschappelijke onderzoeken. Als er één is die daar verstand van heeft dan ben ik het wel. Ik heb een enorm hoogwetenschappelijk gehalte en overal vragen ze mij terecht als deskundige. Maar nu net niet in dit onderzoek en gelijk wordt het een puinhoop; de wetenschappelijke waarde ervan ‘alcoholt’ achteruit.

Waar ik me ook zo aan erger is dat ze in sommige kroegen - hier natuurlijk niet - al vóór het sluitingsuur daar is beginnen op te ruimen. Dan gaat ineens het grote licht aan en beginnen ze ook de stamtafels alvast te boenen. Dan ontplof ik bijna. Dat je dan de medewerkers tegen elkaar hoort zeggen: Het zit er bijna op, thuis pak ik nog een lekker afzakkertje, dat heb ik wel verdiend. Terwijl je in het café staat! Nee, hier in Oost Gelre hebben we kasteleins die precies op het juiste moment de glazen nog even vullen, beetje bijtanken, achteloos als het ware maar juist daarin schuilt een grote perfectie. Wi’j nemt d’r nog ene. Nog even de wereldproblemen doornemen en dan komt later zo’n bureau dat met het ondeskundige vingertje gaat wijzen: het is jullie schuld. Donder toch op man!

Van een gans ander orde is de hernieuwde vraag van het in beeld brengen van de dialectische aanduiding van de plaatsnamen op de borden. Wenters en Winterswijk, Grolle en Groenlo enzovoort. In Friesland is dat al eindeloos lang het geval en nu zou dat hier ook moeten. Destijds is het gestrand omdat ze er niet uitkwamen. Het deftige Grol of het wat lossere Grolle. Ik weet niet meer precies wat voor standpunt ik toen innam, maar ik heb er nu nog eens goed over nagedacht.

Als je het woord ‘Groenlo’ op de tong laat wegen dan is dat toch een naam met een enorme schoonheid; een klankkleur die bijna niet te evenaren is. Sommige namen zijn zo mooi dat elke toevoeging een vermindering is. Groenlo, dat prachtige Groenlo dat zo zacht, zo welnemend en zo welluidend klinkt. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Het is als pure schoonheid, niks meer aan doen want je gaat het verprutsen.

Natuurlijk gebruiken vooral wij Grollenaren de namen Grolle en Grol en uit onze monden klinkt dat ook mooi. Maar ‘Groenlo’ staat voor dit parmantige stadje en dat is letterlijk een fantastische binnenkomer. Het kan zijn dat ik ooit een andere redenering heb gebruikt, maar dan verwijs ik naar een citaat van oud- premier van Agt die zei: U kunt mij toch niet kwalijk nemen dat ik wijzer ben geworden?

Ik draag de dialectkringen en de streektaal een warm hart toe, maar Groenlo moet op de borden alleen Groenlo blijven. Het is een schoonheid van een naam die niet meer uit je gedachten raakt.


Torenwachter