Gala-avond Geile Garde uniek in zijn soort

GROENLO - “Leu wat zol ’t toch mooi wèhn dat jullie straks den enigen buutoavend van Grolle hebt ehad en de Knunnekes niks.” Jan Riesewijk als Kaploan Schöttelkaamp lachend in de Geile Garde tonne in de serre van Sportcafé Den Elshof, om daar wel direct aan toe te voegen. “Gekheid natuurlijk, want lao’w hoppen dat ’t allemoale gewoon deurgeet, moar ik vind ’t wal mooi wat jullie hier doot. Ik heuren in de ankondiging dat ik een vriend van de Geile Garde bun. Ik wist dat neet, moar veur dee twaalfhonderd eure woar ik hier veur stoa vind ik dat prima,” schaterde de kapelaan, onderwijl in een witte schuimkraag happend.

Door Henri Walterbos

Was het vorige bezoek aan de gala-avond van de Geile Garde van Riesewijk een verrassingsbezoek, aansluitend op zijn optreden in Voor-Beltrum die avond, deze keer was Riesewijk geprogrammeerd. De Ereknunnik zette direct de toon voor de avond met een fenomenaal optreden waarbij diverse Grollenaren die in het gezichtsveld van de kapelaan verschenen ‘ne striekerd’ meekregen. Hij vertelde over het rijke maar vooral Roomse leven. Ook over zijn Grolse collega, pastoor Herman de Jong. “Hermenneken zat d’r onmundig met in de mage toen in’t kader van de coronamaatregelen veur de karken dartig mensen in de karke mochten zitten. Hee zei mie ‘woar mot ik toch in Godsnaam die tien man vandan halen um an dartig man te kommen?’.” Bijgestaan door ‘padré’ Kruus Kapottie voelde de eminentie zich thuis op heilige Grolse bodem. Hij sloot zijn optreden dan ook af met een prachtig, zelf geschreven, gedicht over ook een beetje ‘zijn Grolle’, dat hem zo na aan het hart ligt en hij veel contacten heeft.

Gemêleerd
De Geile Garde zitting is uniek in zijn soort. Het gemêleerde, altijd geheel in geel uitgedoste Bourgondische, gezelschap vrienden pakte groot uit met een avond vol verrassingen. Zo ook voor enkele aanwezigen zelf, Wout Walterbos en Pascal ten Brinke. Dachten ze enkel achterover te kunnen zitten, te lachen, gieren, brullen, en achterover te kunnen kiepen, beiden werden gaandeweg het programma naar voren geroepen voor hun bijdrage aan de avond. Mocht Wout het nieuwe logo van de jubilerende vriendengroep die 11 jaar bestaat onthullen als stagiair van de Geile Garde en hiervoor een klaarliggende tekst oplezen, vol grappige zaken, ook over hem zelf, wat hem zelf al deed lachen voordat hij het oplas. Toch kwam hij er duidelijk beter af dan de gehele avond al bulderend van het lachen om anderen, en plezier hebbende, Pascal ten Brinke. Het lachen verging hem even toen hij naar voren werd geroepen voor ‘de verrassingsbuut’ die ook al klaar lag. Uiteraard werd ‘Takkie’ niet gespaard en voegde hij er nog meer hilarische belevenissen uit eigen werk aan toe, over zijn ‘anderhalve meter beleving’ en legde hij de aanwezigen uit waarom hij de titel ‘kruimeldief van Spakenburg’ kreeg. Het smaakte de debuterend buutreedner, die het naderhand aan zelfvertrouwen niet ontbrak, duidelijk naar meer. “Ook maar in City staan dan maar op de buutavond en volgende week naar Beltrum optreden,” aanvullend met zijn kenmerkende lach.

De meest verrassende buutreedner was Annelies Porskamp, met een prachtige, door Paul Thyssen en Kyra Broshuis geschreven, buut. Op de haar kenmerkende manier vertelde zij over haar ervaringen in de Grolkantine en Brouwersnös, waar zoon Rob de scepter zwaait.

Ereknunnik
Riesewiek
deelde links
en rechts
‘ne striekerd’
uit naar
Grollenaren
die zich in
zijn blikveld
bevonden

Verrassend was eveneens de buut van Bram van Hulten uit Sint Michielsgestel van cv De Sjarrels, een goede studiebekende van een der Gardisten. Muzikale optredens waren er van Orkesje Bierflesje en een grootse Barend Soer, die beiden de aanwezigen op de stoelen en tafels kregen. De avond werd op een zeer vermakelijke manier aan elkaar gepraat door Geile Gardist Ivo Tenten. Toen hij tegen half twaalf het einde van de avond aankondigde en de aanwezigen verzocht voor middernacht de lokaliteit te verlaten, volgde een ieder gehoorzaam. ‘Mooi ewest’.