‘Het leven in Groenlo voelt als een hemel op aarde!’
MaatschappijJaap en Gerda Frank-Stoverink
GROENLO - Wanneer er één familie in Groenlo is, die al jarenlang om verschillende redenen de nodige positieve bekendheid geniet, dan is het wel de familie Frank. Reden temeer om een onaangekondigd bezoekje te brengen aan Jaap Frank (80) en zijn echtgenote Gerda Frank-Stoverink (76), samen al 54 jaar woonachtig aan de buiten de stadsgracht gelegen Morgenzonstraat, alwaar ik welkom word geheten door een bijzonder gastvrij echtpaar.
Door Theo Huijskes
Jaap Frank is de jongste telg uit een gezin, dat acht kinderen telt. “Van de acht zijn er helaas al zes overleden”, vertelt de op 8 augustus 1941 geboren Jaap. “Naast mij is alleen Joop, woonachtig in het door de jaren heen rigoureus verbouwde ouderlijk huis aan de Barakkenplaats, nog in leven. Helaas niet meer in ons midden zijn Gerhard, Bernard, Hermien, Antoon, Jan en Tiny. Mijn vader, in Groenlo bekend als Kobus Frank, zwaaide met veel toewijding en gezag de gezinsscepter. Dit laatste mede vanwege het feit dat mijn moeder, Willemien Frank-Schulenkamp, reeds in 1942 op 32-jarige leeftijd kwam te overlijden. Ik als jongste van het gezin was amper 2 jaar toen dat noodlot ons ten deel viel. Ik heb mijn moeder daarom nooit gekend. En daarbij te bedenken dat opa en oma Frank, alsmede de ongetrouwde tante Rieka ook nog eens bij ons inwoonden. Maar tante Rieka verdient hier een extra vermelding, omdat zij op een ongelooflijk bezorgde en liefdevolle wijze de honneurs van mijn moeder heeft waargenomen. Zij werkte hard, hield het gezin op de been en was goud waard.” Aangevuld door echtgenote Gerda met de alleszeggende woorden “Wij kunnen dan wel roepen dat het leven in Groenlo voelt als een hemel op aarde, maar wanneer er één iemand is die de hemel op aarde heeft verdiend, dan is het wel tante Rieka”
Rijke historie vanaf 1610
“Wat het Binnenhof betekent voor Den Haag, de Dam voor Amsterdam en de Koolsingel voor Rotterdam, betekent de Barakkenplaats voor het vestingstadje Grolle”, zegt een breeduit lachende, ietwat chauvinistische Jaap Frank. Anderzijds een vergelijking zonder gebruikmaking van de Grolse wind, omdat door de jaren heen is aangetoond dat deze open plaats ontstaan is na de bouw van een zesde bastion in de stad Grol en dat tussen 1610 en 1615. Ontdekt is dat daarmee in die tijd het aantal verdedigingsbastions werd uitgebreid van vijf naar zes. Op het open terrein werden destijds barakken gebouwd, hetgeen de straatnaam Barakkenplaats verklaart. Met gepaste trots vertelt Jaap vervolgens dat de verschillende generaties Frank ter plekke altijd een stadsboerderij hebben gerund, ingericht en voorzien met alles wat van belang was voor het houden van paarden, koeien, varkens, kippen en dergelijke. “Ik kan mij nog goed herinneren dat mijn vader altijd werd aangesproken als de grootste stadsboer van Groenlo. Daarbij heeft de Barakkenplaats vele jaren achtereen dienstgedaan als markt, waar onder andere varkens werden verhandeld.”
Dansen in De Pelikaan
Jaap vertelt dat hij zijn Gerda heeft ontmoet in het danspaleis De Pelikaan, destijds gelegen tegenover zijn ouderlijk huis. Gerda, geboren aan de rand van Beltrum tegen de grens met Ruurlo in een gezin met zes kinderen, vertelt dat zij in 1968 zijn getrouwd en altijd hebben gewoond op het huidige adres aan de Morgenzonstraat. “Samen hebben wij twee kinderen, te weten Tamara en Erik op de wereld gezet, die vervolgens met hun partners in Groenlo zijn blijven wonen. En blij zijn wij met een tweetal kleinkinderen. Wat mijn werkzame leven betreft, heb ik met veel plezier in de zorg gewerkt, met name in het woonzorgcentrum De Molenberg in Groenlo. Bijzonder dankbaar werk.”
Jaap heeft daarentegen een 40-jarig dienstverband bij de PTT achter de rug en kon zodoende op 61-jarige leeftijd met vervroegd pensioen. “Ik heb een prachtige tijd gehad op de postkantoren in zowel Groenlo als Lichtenvoorde. Door de samenwerking van de postkantoren in beide plaatsen, ben ik zeven jaar werkzaam geweest in het ‘buurtschap’ Lichtenvoorde. Heb er ondanks de overigens gezonde rivaliteit tussen beide plaatsen een schitterende tijd gehad, die ik zo weer over zou willen doen.”
‘Grol heeft een bijzonder plekje in mijn hart’
Wanneer Jaap Frank de vraag krijgt voorgelegd waaraan hij het eerst denkt wanneer het gaat over een hobby buitenshuis, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat is ‘de Grol’ oftewel de voetbalclub waarvan hij inmiddels al meer dan 50 jaar een trouw lid is. “Grol heeft een bijzonder plekje in mijn hart. Ik kom nog steeds bijzonder graag op het sportpark Den Elshof. Het is er altijd gezellig, mede omdat de club op handen wordt gedragen door een groot peloton vrijwilligers. In dat verband vind ik het bijzonder jammer dat mijn gezondheid het niet meer toelaat dat ik mij dienstbaar kan maken voor de wekelijkse vrijwilligers(woensdag)groep. Ik mis de collega-vrijwilligers, de altijd goede sfeer en de onderlinge samenwerking heel erg. Ik probeer er zo nu en dan nog een kijkje te nemen, maar daar blijft het helaas bij. Maar de voortgang en zeker de sportieve resultaten van deze mooie club blijf ik op de voet volgen.”
