Groenlo museumstad?

Ik hing aan de bar, beste Grollenaren. Nu ik erover nadenk is dit eigenlijk een heel geslaagde zin, want het is precies zoals het wordt verwoord: je werkt bij een bedrijf, je staat voor de klas, je zit op het gemeentehuis en je hangt aan de bar. Treffender kan het niet gekarakteriseerd worden lijkt me. Naast me zat een man die bijzonder was geïnteresseerd in de plaatselijke politiek en de daarbij behorende besognes. Hij was kwaad want hij had net een artikel gelezen dat nergens op sloeg en had die tekst half afgescheurd bij zich. Moet je zien riep hij: ‘Tachtigjarige oorlog in stadhuis van Groenlo’. Zijn ze nou helemaal van het padje af; opnieuw een Tachtigjarige Oorlog terwijl er al een is geweest en dan ook nog in het stadhuis. Hebben ze daar niks anders te doen dan zinloze oorlogen onder elkaar uit te vechten en intussen ook nog flink worden doorbetaald?
Nu had ik dat artikel ook gelezen en ik kon hem vertellen dat er een stukje tekst was weggescheurd; er stond ’Museum Tachtigjarige Oorlog in stadhuis van Groenlo’. Het ging dus om een extra museumruimte in het halflege stadhuis.
Laten ze dat dan ook goed in de krant zetten riep hij en tegen zoveel onlogica was niets opgewassen. Slechts 2 glanzende glazen gebracht door de kastelein boden de enige oplossing. Maar de man was wel geïnteresseerd in plaatselijke besognes. We kwamen tot de overtuiging dat er op een groot bord werd geschaakt. De Tachtigjarige Oorlog breeduit gemeten in een professioneel museum, met een inmiddels aangestelde directeur die in 2024 moet zorgen dat het museum hier landelijke bekendheid gaat genieten en dito bezoekers trekt.
We vroegen ons af of die grote en langdurende oorlog wel zou leven bij de Nederlanders, of er geen sprake zou zijn van een eigenlijk vergeten oorlog. Ik herinner me niet dat ik in mijn schooljaren op indringende wijze kennis heb genomen van die tijd, dat kan ook aan mij liggen, maar het kan ook zo zijn dat er weinig over is onderwezen. Wij zijn hier in Groenlo lange tijd niet veel verder gekomen dan het door Frederik Hendrik geschonken kanon, dat het Noorderbastion nog steeds siert.

Onze geschiedenis is voor ons pas een goede 40 jaar geleden opnieuw in de belangstelling gekomen door allerlei activiteiten en boeken over die tijd. Dank nog aan al die mensen die dat hebben gedaan! Maar nu komt er dan een kolossaal museum (in de oude Calixtus) dat nu al gebruik maakt van belendende percelen. Alsjeblieft! We hebben een hele grote broek aangetrokken voor dit project en we hopen nu natuurlijk maar dat het ook inderdaad gaat lukken. We hebben met de Slag om Grolle al de nodige bekendheid geboekt, maar dit museum is toch weer iets van een heel andere orde en invalshoek. We waren al bekend als het stadje van plezier, een geuzennaam, maar nu lijkt het erop dat het ook nog het net wat deftigere ‘Groenlo Museumstad’ wordt.
Hoe het financieel allemaal in elkaar steekt is me nog niet duidelijk en ook niet of de gemeente hierin nog participeert.
Zo’n museum heeft natuurlijk ook een uitstraling naar andere voorzieningen in de stad. Ik denk daarbij aan het winkelbestand en de horeca en op die manier zou het een opwaartse druk op die voorzieningen kunnen hebben.
Veel vragen nog maar één ding staat vast: het is een gedurfd experiment, maar als je nooit iets durft dan komt er ook nooit iets van de grond.
Misschien schrijven we hier nog geschiedenis, dat is wel mooi voor een museum dat over geschiedenis gaat.

Torenwachter