In de financiële dienstverlening, zoals banken, was de procentuele stijging van de CAO-lonen het laagst. Foto: Mark Ebbers
In de financiële dienstverlening, zoals banken, was de procentuele stijging van de CAO-lonen het laagst. Foto: Mark Ebbers

Cao-lonen bijna 7% hoger in een jaar

Reële loonstijging ruim 4%

DEN HAAG/REGIO - In het eerste kwartaal van 2024 waren de cao-lonen (inclusief bijzondere beloningen) 6,8% hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2023. De besteedbare lonen zijn in die periode ruim 4% gestegen. 

In de sector gesubsidieerde instellingen (met name in de zorg) zijn de cao-lonen in het eerste kwartaal van 2024 het meest gestegen; 7,2% ten opzichte van een jaar eerder. In de sector overheid en bij particuliere bedrijven namen de lonen toe met respectievelijk 6,9 en 6,6%. In de eerste drie kwartalen van 2023 was de loonstijging in de sector gesubsidieerde instellingen overigens nog het laagst. 

Onderverdeeld in bedrijfstakken ontstaat het volgende beeld. In de bedrijfstak verhuur en handel van onroerend goed (met name woningcorporaties) stegen de cao-lonen in het eerste kwartaal van 2024 met 12,4% het hardst. Ook het onderwijs met 10,2% en de horeca met 10,1% behoren tot de grootste stijgers in het eerste kwartaal. In de financiële dienstverlening stegen de lonen met 4,2% het minst. Het gaat daarbij natuurlijk over relatieve stijging.

De contractuele loonkosten - de cao-lonen plus werkgeverspremies (pensioen, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid en zorgverzekering) - stegen in het eerste kwartaal van 2024 met 6,9%. Dit is iets meer dan de ontwikkeling van de cao-lonen. Dit komt met name doordat in 2024 de werkgeverspremie voor arbeidsongeschiktheid (AOF) is gestegen.

De reële cao-loonontwikkeling, waarbij het cao-loon wordt gecorrigeerd voor inflatie, lag het afgelopen kwartaal op 4,3%. Bij het bepalen van de reële loonstijging is gebruikgemaakt van de ontwikkeling van de consumentenprijzen die is berekend met de daadwerkelijk betaalde energieprijzen en onder andere brandstof, voeding en kleding.

Kanttekening is dat het CBS bij het bepalen van de reële loonstijging alleen heeft gekeken naar de cao-lonen. Een deel van de werknemers werkt niet bij een bedrijf en/of in een functie die onder een cao valt. Ook zelfstandigen en werklozen vallen buiten het onderzoek.

De voorbije twee jaar zijn in veel cao's flinke loonstijgingen afgesproken. De hoofdoorzaak is de krappe arbeidsmarkt, waardoor vakbonden en werknemers behoorlijke loonsverhogingen konden eisen in de onderhandelingen met werkgevers.
Ook van invloed was dat prijzen - in onder meer de detailhandel, in de horeca en aan de pomp - de afgelopen jaren flink zijn gestegen. Vaak zijn de lonen om in de pas te blijven met de prijzen, mede gestegen.