Afbeelding

Oneindig?

Oerend Smart

Het is te veel. We willen te veel. Zo, dat is eruit. Ik heb het gezegd. Je vraagt je nu misschien af waar ik het over heb. Het korte antwoord: over alles. Het lange antwoord kan ik vast niet in een column kwijt, maar ik doe een poging.

Jaren geleden dacht ik na over een kunstwerk dat ik wilde maken. Het kwam voort uit de wens van de mens om steeds meer te willen. Mooier, beter, meer, duurder. Bovendien wordt ons aangeleerd dat het alleen goed gaat met een land, ons land, wanneer de economie blijft groeien. Ik mijn hoofd ging het daar mis. Ik zag een persoon voor me die bleef groeien. De benen rekten steeds verder uit en werden daardoor dunner en dunner. Toen het hoofd de wolken raakte waren de benen en enkels in verhouding zo iel, dat er maar één ding kon gebeuren: de enkels konden de druk niet meer aan en de persoon zakte, als een flatgebouw dat opgeblazen wordt, in elkaar.

Het klinkt dramatisch. En dat is het ook. Oneindige groei kan volgens mij niet de hoogte in. Bij oneindige groei denk ik aan wortelstelsels onder de grond. Kijk maar eens goed naar een stuk gember, steeds opnieuw komt er een stuk aan. Maar zo snel het boven de grond komt, ontwikkelt zich een plant die ook weer afsterft. Nou weet ik te weinig van biologie om hier een sluitend bewijs te leveren dat een wortelstelsel oneindig kan groeien, daar wil ik me ook niet aan wagen, maar het is vele malen sterker dan iets wat omhoogkomt. Dat zie ik ook in mijn tuin waar sommige planten blijven woekeren en zo weer doorgroeien wanneer ik er een stuk afsteek.

Tijdens de pandemie stond ons leven heel even stil. We ontdekten de waarde van stilte en rust, van samenzijn. En daarnaast ontstonden er zorgen om dat wat we hebben opgebouwd en wat we dreigden kwijt te raken. Ook ik maakte me zorgen. Maar tegelijkertijd was ik me zoveel meer bewust van de dingen die er echt toe doen: eten, drinken, een dak boven mijn hoofd, gezondheid, sociale contacten, veiligheid. En de vrijgekomen tijd, maakte ruimte voor eenvoudige activiteiten, zoals wandelen, werken in de tuin, koken (ik leerde zelf zuurkool en mosterd maken). Om me heen hoorde ik dat anderen daar ook van genoten. Net als van de schone lucht en de hervonden waardering voor de eigen omgeving (‘Het is hier on-Nederlands mooi!’).

Maar hoeveel is daar nu nog van over? We verzuchten dat we zo’n drukke agenda hebben: de weekenden puilen uit van afspraken, evenementen en feestjes. We staan in de rij op Schiphol. Bedrijven roepen om medewerkers om aan de gestegen vraag te voldoen. Horecazaken beperken de openingstijden of capaciteit omdat ze de planning niet rond krijgen. Het kabinet belooft vrouwen die fulltime gaan werken zelfs een bonus.

Maar wat nou als we minder willen? Ja, dan gaan er bedrijven omvallen. Maar kunnen we ook scenario’s bedenken wat het ons gaat opleveren? Want alleen wanneer het verlangen naar iets anders groot genoeg is, zullen we accepteren dat loslaten ook pijn doet.

Linda Commandeur zorgt als katalysator in processen voor vertrouwen vanuit beweging

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant