Jagers en stropers in hartje Grolle tijdens de Slag

Groenlo - Het is een mooi stel bij mekaar. Ze opereren niet onder de naam van de vrijwillige brandweer Groenlo maar komen daar wel uit voort. Met als aanvulling creatieveling Sander van Zon. Zelf geen lid van de brandweer maar als partner van brandweervrouw Ilse Roerdink één van de dragende krachten van het geheel.

Door Kyra Broshuis

Jagershut met bosgeluiden
"Het lijkt me prachtig om drie dagen mee te doen. We zijn constant bezig met het aanvullen van onze verzameling oude spullen, het is gewoon een sport geworden," zo vertelt Sander.

Ganzen worden niet ter plekke geslacht

Het eerste idee van de groep heeft het uiteindelijk niet gehaald. "We wilden eigenlijk als historische brandweermannen gaan," vertelt gangmaker Ivo Reinders. "Maar in die tijd was er nog geen brandweer, daar kwamen we een beetje laat achter. De burgers blusten zelf met emmertjes water." Dat was uiteraard niet altijd even succesvol. De brandbommen die op de stad afgevuurd werden, waren geen partij voor de burgers met hun emmertjes water. "Nadat ons idee van de historische brandweer het niet haalde, moesten we op zoek naar een alternatief. We kwamen uit op jagers en stropers, beroepen die veel voorkwamen in die tijd. We bouwen hier bij de gebroeders Geessink op het erf een eenvoudige jagershut. Deze komt straks midden tussen verschillende bomen te staan en de bezoekers zullen zelfs 24 uur per dag bosgeluiden kunnen horen bij ons," aldus Sander.

We pakken het groots aan
Met hoeveel man doen ze mee aan de slag? "Hoeveel echte mannen? Dat ben ik alleen," lacht Ivo. Samen met Sander van Zon, Manfred Hillen, Bas Wicherink, Jeroen Doest, Eric-Jan Doest, Theo Veerkamp, Bennie Brevink, Remco Meekes, Ronnie Eekelder, Rik de Vries en de gebroeders Gert-Jan en Robert Geessink zal hij een jagershut bewonen tijdens de slag. Via Marktplaats zijn er vanuit het hele land mooie oude voorwerpen opgehaald en bij de gebroeders Geessink op zolder vonden ze ook nog veel bruikbare spullen. Ook hebben ze allemaal een eigengemaakt jagersmes bij zich. Het is de eerste keer dat de heren meedoen aan het leven van alledag tijdens de slag. "Er is wel al heel lang sprake van, maar daar bleef het dan ook bij. Nu we eindelijk echt meedoen, pakken we het meteen groots aan."
De groep draagt straks historische kledingstukken die door de (schoon)moeders gemaakt zijn. Uiteraard volgens een origineel patroon dat ze bij BS22 op de kop getikt hebben. Verder hebben ze een ouderwetse slijpsteen, twee kampvuren, een rookton om paling mee te roken, levende ganzen en een historische kookketel. "Nee, we gaan niet ter plekke slachten, dat mag niet. We koken wel zelf. Ik heb laatst een proefdiner gemaakt, dat vonden ze allemaal ontzettend lekker," zegt Sander. De meningen zijn er echter over verdeeld, zoveel is wel duidelijk. "Neet te hachelen!" aldus Ivo. De pot zal voornamelijk bestaan uit aardappels en eieren gesponsord door de gebroeders Geessink die een aardappelbedrijf runnen en de firma Reijerink uit Zwolle. Het voedsel wordt verder aangevuld met vlees, vis, brood en bier. Precies zoals dat rond 1627 ook gebruikelijk was. Aardappels werden in de tijd nog niet veel gegeten, de teelt van de aardappel kwam pas na de 80-jarige oorlog echt op gang.

Geen plaats voor vrouwen en kinderen
"De jagershut wordt uiteraard prachtig aangekleed met gespannen dierenhuiden en bomen om de hut heen. We blijven ook slapen, we gaan nog bedden maken voor in de hut." Kinderen en vrouwen zijn er niet bij. "Geen plek!" aldus de jagers. Alles is zelfgemaakt én zelf betaald. "Het is niet goedkoop om mee te doen aan de slag. Sponsoren zijn daarom van harte welkom. We moeten ons aan veel regels houden, dat maakt het soms wel eens lastig. Het is wel zo dat we onze pakken, de hut en andere spullen de volgende keer weer kunnen gebruiken. Het is een gelukkig eenmalige investering." De hut gaat in de tussenliggende jaren bij de gebroeders Geessink dienst doen als speelhuis voor de kinderen.
De jagershut van deze bijzondere groep enthousiastelingen komt te staan op het plein naast juwelier Simons in het hartje van de oude vestingstad. "Zo hebben we een mooi uitzicht op de molen van de Vogelvrije Kwakkels." De mannen van de brandweer en Sander van Zon hebben er zin. De baarden groeien gestaag, de pakken zijn klaar, de hut bijna en de grappen en grollen vliegen over en weer. "Wil je nog even vermelden dat Bennie Brevink de kartrekker is?" Bij dezen.