Ondanks de regen komen de eerste graanplantjes omhoog. Foto: Guus Helle

Ondanks de regen komen de eerste graanplantjes omhoog. Foto: Guus Helle 

Kiem gelegd voor terugkeer van graanvelden in de Achterhoek

Landbouw

MEDDO – “Welkom bij onze rijstproef”, grapt Gerard Abbink, mede-initiatiefnemer van de veldproef met graanteelt nabij Meddo. Uitkijkend over de natte akker, waar menig graanplantje onder water staat, ontstaat inderdaad de indruk dat rijst het hier goed zou doen. Rechts van het veld is een sloot verlengd en extra diep uitgegraven, maar staat ook al vol water. En de regen blijft gestaag vallen.

Door Guus Helle

Op deze half onder water gelopen akker wordt donderdag 21 december de eerste evaluatie van de Veldproef Graanteelt van het project Bodemmaatregelen gehouden. Twaalf boeren en betrokkenen zijn naar het proefveld gekomen om de voor- en nadelen van graan als rustgewas te bespreken en om te kijken hoe het gewas, in november ingezaaid, de natte maanden overleeft.

De boeren staan in een voormalige stal en kijken uit over het veld, schuilend voor de regen en de koude wind. Abbink, melkveehouder en manager bij Groeikracht BV, spreekt de groep toe: “Het is wel te zien, een deel van het gezaaide graan is verzopen, maar op het hogere stuk groeit het goed”. En inderdaad, op de glooiende heuvel iets verderop zijn de eerste groene sprietjes te zien.

De veldproef, een samenwerking tussen Project Bodemmaatregelen Winterswijk, Stichting Waardevol Cultuur Landschap Winterswijk en gefaciliteerd door Platform Natuur Inclusieve Landbouw Gelderland, onderzoekt of graan geschikt is als rustgewas in de zandgronden van Winterswijk. Dit type gewas is bedoelt om de bodem rust te geven voor een jaar: het verbetert de bodem- en waterkwaliteit en vermindert de uitspoeling van nutriënten (voedingsstoffen), die in het volgende groeiseizoen gebruikt kunnen worden door andere gewassen.

“Doordat er weinig mogelijkheid is om te beregenen in deze regio, kan graan een goede keuze zijn in de hete en droge zomers”, legt Abbink uit. De laatste dertig jaar heeft graan plaatsgemaakt voor mais, omdat het meer opbrengt. Maar in de heter en droger wordende zomers van de afgelopen jaren loopt mais meer risico op verdroging. En dus meer risico op een mislukte oogst. Voor graansoorten geldt dit minder: ze worden eerder ingezaaid en eerder geoogst. Vaak in juli al, tegenover september of oktober voor mais. Voordat de droogste en meest risicovolle maanden aanbreken is het graangewas al uitgegroeid.  

Wel geeft graan minder opbrengst dan mais, maar kan het goed gebruikt worden als een rustgewas en heeft het een hogere voedingswaarde dan (verdroogde) mais. En met de nieuwe bemestingsregelgeving is het voor boeren inmiddels verplicht om een rustgewas eens in de vier jaar in te zaaien om de kwaliteit van de bodem en van het omliggende water te laten herstellen. 

Abbink hoopt dat graan kan helpen bij dit bodemherstel en ook wat op kan leveren voor de boeren: “We willen een antwoord vinden op de vraag welke graansoort op deze gronden het meest opbrengt, maar ook wat de minste mest, herbiciden en pesticiden nodig heeft”, legt Abbink de aanwezige agrariërs uit. In het veld zijn zes verschillende graansoorten geplant, waaronder hybriderogge, gerst, tarwe en triticale. Hiervoor zijn per graansoort vier velden aangelegd, die in verschillende mate zullen worden bemest en besproeid. Het project, gestart in 2023, krijgt mogelijk vervolg in 2024.

Bestendig
Dirk Hijink is akkerbouwer en is drie jaar geleden al begonnen met hybrideroggge op zijn akkers. Hij is dus ervaringsdeskundige tijdens deze bijeenkomst en wordt uitgebreid bevraagd door de andere aanwezige boeren. Hijink is enthousiast over zijn rogge: “Het gedijt beter op minder goede gronden en wordt niet snel ziek”. Wel zijn er uitdagingen: “Graan moet een sterke start hebben en daarna is het belangrijk het goed in de gaten te houden om te weten wat het nodig heeft”.

Gerard Abbink ziet het ook als het terughalen van oude kennis: “Bij onze oosterburen is het nog gemeengoed, maar veel Nederlandse boeren zijn de graanteelt verleerd. Nu komt het om verschillende redenen weer in beeld”.

De veldproef komt in het voorjaar in het volgende stadium: in februari wordt voor het eerst bemest, daarna wordt het in verschillende mate behandeld tegen ziektedruk met zogeheten fungiciden. De ene helft van het veld dient als extensieve proef, de andere zal meer intensief bemest en bespoten worden. In juli wordt naar verwachting geoogst en zullen de verschillende aanpakken getoetst worden.

Nadat in de oude stal alle vragen zijn beantwoord en de bijeenkomst ten einde komt, wordt besloten nog even het veld op te gaan. Met laarzen aan en schep in hand maakt Abbink zich een weg door de regen en modder: ”Nog even een geul graven, kijken of we wat kunnen doen aan al dit water”.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant